Aanval op tuberculosebacteriën: een interview met Mónica Varela
Deze zomer ontving postdoctoraal onderzoeker Mónica Varela van het Instituut Biologie Leiden een Veni-onderzoeksbeurs van NWO. Zes vragen over haar project en hoop voor de toekomst.
Gefeliciteerd met je Veni-beurs! Wat was je eerste reactie toen je het nieuws ontving?
‘Dat was eigenlijk best grappig. Het was rond 8:00 uur ’s ochtends en er was niemand om me heen in het lab aanwezig. Dus ben ik mensen gaan bellen om ze het goede nieuws te vertellen.’
Wat betekent het voor jou om een Veni te ontvangen?
‘Het betekent een hoop voor me. Het is een prestigieuze beurs die precies op het juiste moment kwam. Ik had net mijn vorige EU-gefinancierde onderzoek afgerond, en dat kan ik nu opvolgen door het tuberculosefort aan te vallen, zoals ik het noem.’
Wat bedoel je met tuberculosefort?
‘De bacteriën die tuberculose veroorzaken, verbergen zich in opeenhopingen van afweercellen van de gastheer. Zo’n opeenhoping vormt als het ware een fort. Ik denk dat deze structuur de bacterie helpt: ze vermindert de effectiviteit van de afweerreactie en van antibiotica. We willen die opeenhopingen dus vermijden of kleiner maken. In mijn vorige onderzoek hebben we ontdekt hoe de opeenhopingen zich vormen, die kennis passen we nu toe bij het zoeken naar medicijnen die artsen mogelijk kunnen gebruiken.’
Hoe groot is het probleem van tuberculose?
‘Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is tuberculose één van de top 10-killers bij mensen. Behandeling vandaag de dag is een combinatie van antibiotica gedurende een langere periode. Die leidt ertoe dat mensen geregeld behandelingen niet afmaken, waardoor antibioticaresistentie bij bacteriën toeneemt. Op een gegeven moment zal het moeilijk worden om tuberculose te bestrijden als we dat blijven doen zoals we nu doen. Alternatieve behandelmethoden zijn dus dringend nodig.’
Naar wat voor behandelmethoden kijk je dan?
‘Onze aanpak is tweevoudig om effectiever te kunnen zijn. De eerste manier die we onderzoeken is om een bepaalde ontstekingsroute, die betrokken is bij de ontwikkeling van de ziekte, te blokkeren. We zoeken naar medicijnen die daartoe in staat zijn bij ons zebravismodel. Dat kan een bestaand medicijn zijn dat we voor dit doeleinde kunnen hergebruiken. De tweede manier is bacteriofagentherapie. Dat betekent dat we een virus inzetten dat voor mensen onschadelijk is, maar de tuberculosebacterie doodt en helpt om de infectie onder controle te houden.’
De beurs is voor drie jaar; waar hoop je over drie jaar te zijn?
‘Ik hoop dat dit tot een nieuwe beurs leidt (lacht). Dit onderzoek gaat zeker goede data genereren voor vervolgonderzoek. Drie jaar is niet genoeg om een medicijn tegen tuberculose te vinden; een nieuwe behandeling ontwikkelen duurt wel tien, vijftien, misschien twintig jaar. Maar we hebben om te beginnen goede data nodig op basis van diermodellen zoals de zebravis, voordat klinisch onderzoek in mensen kan plaatsvinden.’
Header afbeelding: Zebravislarve, geïnfecteerd met mycobacteriën (in roze). Credits: M. Varela.
In totaal hebben 25 jonge onderzoekers in Leiden in 2019 een Venibeurs ontvangen. Ieder jaar kent NWO Venisubsidies toe aan excellente onderzoekers die onlangs hun doctoraat hebben behaald. Zij ontvangen maximaal €250.000 om onderzoek uit te voeren dat is geïnspireerd op hun nieuwsgierigheid. Samen met Vidi and Vici maakt de Veni onderdeel uit van de Vernieuwingsimpuls van NWO.