Vijf ERC Starting Grants voor jonge Leidse wetenschappers
De ERC Council heeft aan vijf veelbelovende Leidse wetenschappers een Starting Grant toegekend. Twee gaan er naar Sociale Wetenschappen, een naar Geesteswetenschappen/Governance and Global Affairs, een naar het LUMC en een naar Wiskunde en Natuurwetenschappen.
Met een ERC Starting Grant van maximaal 1,5 miljoen, kunnen de jonge onderzoekers hun onderwerp verder uitdiepen. De vijf laureaten zijn:
Alanna O'Malley, Instituut Geschiedenis/Security and Global Affairs
De geschiedenis van de VN herschrijven
Van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) hoort meer dan de helft tot de groep die bekend staat als het Zuiden, ook wel de ontwikkelingslanden genoemd. Sinds de oprichting van de VN in 1945 hebben de actoren uit het Zuiden geprobeerd via de UN de politieke dynamiek te herdefiniëren en normatieve praktijken te veranderen. Toch wordt de geschiedenis van de organisatie gekenmerkt door een westers perspectief. Alanna O'Malley wil duidelijk maken hoe de actoren uit het Zuiden tussen 1945 en 1981 bijdroegen aan de ontwikkeling van de VN. Haar project heeft drie, nauw samenhangende doelen: 1. Vaststellen hoe de zuidelijke actoren de VN veranderde door diens functies op het gebied van dekolonisatie, economische ontwikkeling en mensenrechten te ontwikkelen. 2. Nagaan hoe de actoren uit het Zuiden de liberale wereldorde uitdaagden bij het nastreven van deze rechten. 3. Analyseren waarom het Zuiden bij de VN heeft geleid tot de promotie van sommige kwesties en actoren, en andere juist heeft uitgesloten, alsook de vraag wat de gevolgen waren voor de orde in het Zuiden.
Het onderzoek zal de geschiedenis ophelderen op een moment dat het mondiale bestuur zich in een crisis bevindt en de liberale wereldorde versnipperd lijkt te zijn. De belangrijkste impact ervan zal liggen in het dekoloniseren van de geschiedschrijving en te komen tot een werkelijk mondiale geschiedenis van de VN in de tweede helft de twintigste eeuw.
Annemarie Samuels, Instituut Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie
Palliatieve zorg: een wereldwijde vergelijking
In de afgelopen decennia is palliatieve zorg een belangrijk onderdeel geworden van levenseindezorg in veel hoge-inkomenslanden. Momenteel komt er steeds meer aandacht voor het wereldwijd beschikbaar maken van deze van oorsprong Britse vorm van zorg. Antropologe Annemarie Samuels gaat onderzoeken hoe palliatieve zorg wordt geïmplementeerd en aangepast in verschillende sociale en culturele contexten. Hoe sluit de professionalisering van levenseindezorg aan bij diverse benaderingen van de dood en de zorg voor langdurig zieken? Welke verschillende modellen van zorg ontstaan er onder de noemer van Global Palliative Care? En welke ethische, economische en sociale vraagstukken gaan hiermee gepaard? In dit vergelijkende onderzoeksproject zullen etnografische case studies worden gedaan in drie landen waar palliatieve zorg in opkomst is: Brazilië, India en Indonesië.
Matthew Di Giuseppe, Instituut Politieke Wetenschap
De staatsschuld verminderen, wanneer lukt dat?
De wereldeconomie wordt steeds kwetsbaarder voor schuldencrises. In de nabije toekomst zullen de regeringen van veel landen wetgeving moeten inzetten om hun schuld te verminderen, anders lopen ze het risico van een staatsschuldencrisis. Maar wat bepaalt of een land erin slaagt zijn schulden te verminderen? Om te begrijpen waarom politici er wel of niet in slagen de overheidsuitgaven te beteugelen of te verminderen, moeten we eerst onderzoeken wat de kiezers vinden (of niet vinden) van de overheidsschuld, stelt Matthew Di Giuseppe. Vanuit inzicht in de psychologische en materiële drijfveren achter de voorkeuren van burgers voor (mogelijke) beleidsinvesteringen voor de lange termijn, wil Di Giuseppe de wisselwerking van deze voorkeuren met politieke instellingen onderzoeken. Het gaat om hoe beleid tot stand komt dat een schuldcrisis verergert dan wel verzacht. Ook wil hij weten in hoeverre de voorkeuren van burgers die van obligatiehandelaren beïnvloeden.
Roxanne Kieltyka, Instituut voor Chemisch Onderzoek
Chemische strategieën ontwikkelen om de mechanische eigenschappen van supramoleculaire materialen te manipuleren
Supramoleculaire biomaterialen zouden vanwege hun dynamische karakter zomaar de structurele en biologische kenmerken van de natuurlijke extracellulaire matrix – de omgeving in het weefsel waarin cellen zich bevinden – kunnen nabootsen. Dat biedt mogelijkheden voor een modulair ontwerp en gevoeligheid voor fysiologische signalen. Echter, deze materialen zijn vaak mechanisch zwak en bros, wat voorkomt dat ze recapituleren tot stijve en taaie volwassen weefsels. Roxanne Kieltyka wil in haar onderzoek nieuwe chemische strategieën ontwikkelen om de mechanische eigenschappen van supramoleculaire materialen ruimtelijk te moduleren en geschikt te maken zodat de materialen helpen om pluripotente stamcellen tot hartspiercellen te laten uitgroeien. Dat kan uiteindelijk een bioprint van een miniatuurhartkamer opleveren. Het onderzoek zal de effecten van actieve en passieve mechanische signalen op het lot van de cellen ontrafelen. Dit opent de deur naar toepassing in de modellering van complexe weefsels en ziekten, of celtherapie.
Noel de Miranda - LUMC, Pathologie
Op zoek naaar uitbreiding van de mogelijkheden van immuuntheraptie tegen kanker
Bij immuuntherapie wordt het afweersysteem gebruikt om kankercellen te bestrijden. De introductie was een revolutie in de behandeling van kanker maar ondanks dit succes profiteert uiteindelijk minder dan vijftien procent van de kankerpatiënten ervan. Het doel van het project van De Miranda, die de Immunogenetica-groep van de afdeling Pathologie leidt, is nieuwe ingangen voor immuuntherapie tegen kanker te vinden. De Miranda, wil de bestaande therapie geschikt maken voor meer patiënten en nieuwe vormen ontwikkelen.
Een van de doelen van het ERC-project is om in detail uit te zoeken hoe de afweercellen die kankercellen herkennen eruit zien om ze daarna te isoleren en in te zetten in de therapie. Ook gaan De Miranda en zijn groep op zoek naar vormen van immuuntherapie die gericht zijn op onontgonnen delen van het genetisch materiaal van de kankercel. Tenslotte wil De Miranda nieuwe typen afweercellen met een potentieel anti-kankereffect vinden.