Statisticus Aad van der Vaart Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Tijdens een symposium ter ere van zijn 60ste verjaardag ontving statisticus Aad van der Vaart de koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Collega’s vertellen over zijn betekenis voor de statistiek en over hoe zij hem leerden kennen. ‘De samenwerking met Aad hoort tot de grootste genoegens en inspiraties van mijn wetenschappelijke leven.’
Op maandagavond 17 juni spelde Leids burgemeester Henri Lenferink Van der Vaart de onderscheiding op. De plechtigheid vond plaats tijdens de receptie op de eerste dag van het symposium ter gelegenheid van Van der Vaarts 60ste verjaardag, dat tot 21 juni plaatsvindt in Leiden. Meer dan 200 deelnemers komen hier luisteren naar 32 sprekers, onder wie internationale grootheden als de inmiddels 80-jarige Amerikaanse statisticus Brad Efron.
Van der Vaart ontvangt de onderscheiding voor zijn internationaal gerenommeerde wetenschappelijke werk aan zowel mathematische als toegepaste statistiek. Ook begeleidde hij 19 promovendi en stond hij aan de wieg van de Leidse masteropleiding Statistical Sciences. Hij vervulde en vervult tot slot uiteenlopende bestuurlijke functies.
Een curriculum vitae van Aad van der Vaart staat onderaan dit bericht.
Jon Wellner, hoogleraar Statistiek aan de University of Washington:
‘Ik ken Aad al 34 jaar; ik ontmoette hem bij een bijeenkomst in Amsterdam in 1985 toen hij nog promovendus was. Onze samenwerking door de jaren heen heeft geresulteerd in zeven gezamenlijke papers en een boek in 1996, dat we nu ook weer samen herzien.
‘Aad is wereldwijd een van de meest prominente en invloedrijke wetenschappers in de statistiek en kansrekening. Sinds zijn promotie in 1987 heeft hij opvallend fundamenteel en baanbrekend werk gedaan in uiteenlopende gebieden hiervan, zoals empirische processen, semiparametrische statistiek, aannemelijkheidmethoden voor oneindigedimensiemodellen, nonparametrische Bayesiaanse statistiek en… de lijst gaat door en door.'
‘Daarnaast heeft hij fascinerend werk gedaan in relatie met meer probabilistische problemen en toepassing van statistische methoden in tomografie, genetica en genomics. Hij heeft samengewerkt met coauteurs uit de biologie, biostatistiek, genetica, medische beeldtechnologie en nog veel meer.’
Edward George, Universal Furniture hoogleraar Statistiek, The Wharton School:
'Twintig jaar geleden, lang voordat we elkaar ontmoetten, ging de mare rond dat Aad een nieuwe theorie ontwikkelde voor moderne Bayesiaanse methoden, die methodes waren van essentieel belang in mijn eigen onderzoek. Deze theorie is een zeer invloedrijke game changer geworden, die een enorme hoeveelheid onderzoek voortbrengt dat tot op de dag van vandaag door nieuwe generaties Bayesianen wordt voortgezet.’
Jon Wellner:
‘Los nog van de breedte van zijn onderzoekswerk, ben ik altijd getroffen door de helderheid waarmee Aad schrijft en presenteert, zijn oog voor detail in bewijsvoeringen en zijn superieure smaak in de keuze van problemen. De samenwerking met Aad hoort tot de grootste genoegens en inspiraties van mijn wetenschappelijke leven.’
Edward George:
'Toen ik Aad daadwerkelijk ontmoette, was het geweldig te ontdekken dat dit woest briljante en diepzinnige genie ook een vriendelijke, zachte, gracieuze en bescheiden mens was. Deze zeldzame combinatie van eigenschappen maakt Aad tot een groot leider, die om zich heen een constructieve en bloeiende omgeving weet te creëren.'
Frank van der Meulen associate professor applied mathematics aan de TU Delft, promoveerde in 2005 bij Van der Vaart aan de VU:
‘Aad heeft veel betekend voor het toegankelijk maken en verdiepen van asymptotische statistiek. Hij is zeer invloedrijk in het ontwikkelen van asymptotiek voor niet-parametrische Bayesiaanse methoden. Daarnaast is hij organisatorisch zowel nationaal als internationaal actief op vele vlakken. Als promotor was hij niet iemand die wekelijks een afspraak met me inplande; dat was misschien ook omdat ik daarvoor een copromotor had. Maar zodra je hulp vraagt, maakt hij tijd en komt hij met goede ideeën. Het grootste risico is dat hij het wiskundige probleem direct (of binnen een week) voor je oplost.’
Jacqueline Meulman, hoogleraar Toegepaste statistiek aan het MI:
‘Ik ken Aad al van ver voor hij naar het MI kwam in 2012. Ik zat zelf sinds 2006 op het MI en Aad en ik zaten onder andere samen in een NWO-cluster waarvoor hij iedere week naar Leiden kwam. Maar de belangrijkste samenwerking met Aad liep via onze Leidse master Statistical Science for the Life & Behavioural Sciences, later uitgebreid met Data Science. In 2008 stelde een stuurgroep het curriculum hiervan samen. Namens het MI waren Richard Gill en ik daarin actief, Aad nam deel vanuit de VU. In september 2009 ging hij van start als eerste statistiekmaster binnen een Nederlandse bètafaculteit.’
Peter Stevenhagen, hoogleraar Zuivere wiskunde en wetenschappelijk directeur van het MI van 2007 tot 2015:
‘Het MI is een topinstituut geworden door een voortdurend scouten van en goed contact houden met toponderzoekers elders. Potentiële Spinozisten werf je niet met vacatures, bijna al onze hoogleraren zijn gescout bij andere universiteiten in binnen- en buitenland.
‘In 2012 hadden we twee voltijds hoogleraren statistiek in dienst, op een totaal van acht, toen zich met Aad zo’n mogelijkheid voordeed. Een derde hoogleraar statistiek stond in geen enkel strategieplan. Het is moeilijk voor te stellen dat er unanieme instituutssteun zou bestaan voor zo’n idee. Maar het was toch zo, en dat karakteriseert het MI.
‘De onderhandelingen met het faculteitsbestuur en Aads kennismaking met de Leidse bestuurscultuur vormen een verhaal apart, maar het is allemaal goed gekomen, en Aad kreeg achtereenvolgens een Advanced ERC en een Spinoza.’
Jacqueline Meulman:
‘Sinds Aad in 2012 naar het MI kwam, werd onze samenwerking alleen maar intensiever. Waar Richard Gill en ik op een gegeven moment de enige statistici op het MI waren, vond er na de komst van Aad een ware explosie plaats. Aad en ik konden met zijn ERC Grant en mijn IBM-SPSS royalty’s een steeds grotere groep promovendi, postdocs en U(H)D’s aanstellen. Toen Aad ook nog een Spinozapremie kreeg, leek de vraag naar kamerruimte voor statistici een groot probleem te worden. Gelukkig werd Aad toen wetenschappelijk directeur van het MI, waardoor hij zijn Spinozageld niet gelijk kon uitgegeven. Ik noem dit een geluk, omdat Aad niet alleen een indrukwekkend wetenschapper is, maar ook een begenadigd bestuurder.
‘Ik kan het niet laten om dit in een aantal steekwoorden samen te vatten. Aad is:
Cool, calm, and collected;
Slim, scherp, en sociaal;
Determined, dedicated, and a dear friend.’
Curriculum vitae Aad van der Vaart
Aad van der Vaart studeerde wiskunde, filosofie en psychologie aan de Universiteit Leiden, en promoveerde er in 1987 op het onderwerp statistische schattingen in hoogdimensionale ruimtes. Na aanstellingen in de Verenigde Staten en Frankijk werd hij in 1997 hoogleraar aan de Vrije Universiteit. In 2012 kwam hij als hoogleraar Stochastiek naar het Mathematisch Instituut (MI) van de Universiteit Leiden. Sinds 2015 is hij tevens wetenschappelijk directeur van dat instituut.
Hij ontving onder andere de Van Dantzigprijs voor de beste Nederlandse onderzoeker onder de 40 in de statistiek of besliskunde (2003), een ERC Advanced Grant (2013) en de Spinozapremie, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland (2015).