Van (geen) seks in Japan tot milieubeleid: grote Azië-conferentie ICAS 11 komt eraan
Alle muren van Paul van der Veldes werkkamer bij het International Institute for Asian Studies hangen vol met post-its, keurig gerangschikt. De hoofdorganisator zit letterlijk míddenin de aanstaande conferentie ICAS 11, het wereldwijde Azië-congres dat deze elfde keer terug is waar in 1998 de eerste editie was: in Leiden.
(No) sex in the city in Japan. Markt en marktmoraliteit in Azië. Crazy rich Asians. Bestuur, macht en bureaucratie in China. Filmgeschiedenis, toerisme, huwelijksmigratie en mensenrechten: je kunt het zo gek niet bedenken of het komt aan bod tijdens ICAS: International Convention of Asia Scholars. Meer dan tweeduizend wetenschappers en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld komen bijeen in Leiden, van 15 tot en met 19 juli.
Zo’n 40 procent van de bezoekers komt uit Azië. Er zijn onder meer vijfhonderd panelbijeenkomsten, een boekenbeurs, boekenprijzen voor diverse taalgebieden – 700 inzendingen – en een carrousel waar promovendi en schrijvers hun werk kunnen presenteren. Iedereen kan de enorme optocht zien van alle congresdeelnemers die van het Lipsiusgebouw naar de Hooglandse Kerk lopen waar 16 juli om 16 uur de openingsceremonie begint.
Sprankeling
Historicus Paul van der Velde organiseert ICAS sinds 1998, vanaf het allereerste begin. Het mooie aan ICAS vindt Van der Velde de verrassende samenstelling van de panels. Uit zo’n 1500 aanmelders stelt hij ze met de selectiecommissie samen: ‘Een geograaf uit Japan kan in een panel komen met een antropoloog uit Thailand. Dat geeft een vibe, een sprankeling. Het is ook een jong congres: de gemiddelde leeftijd is dertig, veertig jaar.’
De allereerste keer, in 1998, was ICAS ook in Leiden. Hier is immers ook het organiserende International Institute for Asian Studies (IIAS) van de Universiteit Leiden gevestigd. Na een tweede editie in Berlijn in 2001, werd besloten dat het evenement voortaan in Azië zelf moest plaatsvinden. Steden als Singapore, Shanghai en Kuala Lumpur volgden.
Kwestie van handigheid
Is het nog weleens moeilijk de onafhankelijkheid van de wetenschap te waarborgen in landen waar dat niet vanzelf spreekt? Van der Velde: ‘Dat is een kwestie van handigheid. Iemand van een Chinese universiteit die ook een hoge positie had in de Partij, wil bijvoorbeeld geen vragen beantwoorden. Zijn panel vulde ik aan met wetenschappers die dat wél ruimschoots kunnen doen. Wij werken met mensen, niet met landen.’
Met conferenties in Honolulu en Adelaide werd afgeweken van het idee de conferentie altijd in Azië te houden. Voor 2019 wist Van der Velde de gemeente Leiden te overtuigen te investeren in de conferentie. ‘Een veelvoud van dat bedrag wordt straks verdiend aan logies, locatieverhuur, catering enzovoort.’
Extra werk
Het brengt wel extra werk met zich mee, nu er geen ander land is dat als gastheer de logistieke organisatie verzorgt. Met zijn team van vier mensen werkt Van der Velde deze weken soms zelfs de weekenden door. Behalve het congres zelf, organiseren zij in Leiden in aanloop naar en tijdens het congres veel vrij toegankelijke culturele evenementen en tentoonstellingen op Azië-gebied. ‘We houden de conferentie niet in een ivoren toren, maar zoeken verbinding met de gaststad.’ Het kan bijna niemand ontgaan dat er iets op Azië-gebied gaande is. De fototentoonstelling Divine Encounters is bijvoorbeeld ook onderdeel van ICAS: die toont religieuze rituelen in Azië die meestal verborgen blijven.
Van der Velde kijkt uit naar de veelzijdige en boeiende conferentie. Ook naar het knallende slotfeest op 19 juli. ‘We staan bekend om onze goede feesten. Het wordt een mooi congres, alleen het weer is in Nederland natuurlijk altijd afwachten.’
Tekst: Rianne Lindhout
Mail de redactie