10 miljoen voor onderzoek naar ziekteoverdracht door muggen
Hoe kunnen we in Nederland beter voorbereid zijn op infectieziekten overgedragen door muggen? Daarnaar gaat het Netherlands Centre for One Health komende 5 jaar onderzoek doen met bijna negen miljoen euro onderzoeksgeld toegekend van NWO. Ecoloog Maarten Schrama van het Centrum voor Milieuwetenschappen CML coördineert de inbreng van de Universiteit Leiden binnen dit project.
In totaal werken zeven publieke organisaties samen in het unieke multidisciplinaire project, dat met hun bijdragen een omvang van 10 miljoen zal hebben. De Erasmus Universiteit Rotterdam is penvoerder.
Infectieziekten in Nederland
Uitbraken van (nieuwe) infectieziekten bij mens en dier komen wereldwijd steeds vaker voor. Dat heeft te maken met bijvoorbeeld bevolkingsgroei, internationale handel, reisverkeer en klimaatverandering. In Nederland wonen relatief veel mensen en dieren dicht op elkaar. In combinatie met ons waterrijke landschap en drukke internationale verkeer maakt dit ook ons kwetsbaar voor uitbraken van infectieziekten.
Professor Marion Koopmans, viroloog Erasmus MC en een van de wetenschappelijk directeuren van het Netherlands Centre for One Health: ‘Grote ziekte-uitbraken zijn gelukkig vrij zeldzaam. Maar áls het gebeurt, gaan we vanaf dat moment pas onderzoek doen, waarmee we achter de feiten aanlopen. We moeten er rekening mee houden dat infectieziekte-uitbraken vaker gaan voorkomen, ook in Europa. Daarom gaan wij de krachten bundelen.’
Vector-overdraagbare ziekten
Het team zal zich met name gaan richten op de vector overdraagbare ziekten: infectieziekten die overgebracht worden door insecten zoals muggen. Door de klimaatverandering komen exotische muggensoorten hier steeds vaker voor. Maar ook de huis-tuin-en-keukenmug kan virussen overbrengen als de omstandigheden geschikt zijn. De recente uitbraak van het usutu-virus (de ‘merelziekte’) onder vogels toont aan hoe belangrijk het is om beter voorbereid te zijn op dergelijke ziekten. Niet alleen hier, maar ook in de overzeese gebiedsdelen van Nederland en in de rest van Europa.
Leidse expertise
Leidse wetenschappers zullen binnen het project onder andere hun expertise inbrengen op het gebied van environmental DNA - kortweg eDNA. Dat is een methode om erachter te komen welke soorten waar precies zitten. 'In eerdere onderzoeken in Zuid-Afrika en de Caraïben deden we hier al veel ervaring mee op en vonden we ziekteverspreidende muggen op soms onverwachte plekken', aldus Schrama. 'Het blijkt een geweldige methode om aanwezigheid van allerlei soorten muggen aan te tonen, zowel van ziekteveroorzakende als onschuldige soorten.' Veel van de experimenten zullen plaatsvinden in het Levend lab. 'Hier kunnen we allerlei verschillende toekomstscenario’s zeer realistisch nabootsen, wat ons de mogelijkheid geeft om goed gefundeerde voorspellingen te doen.'
Vier thema’s
In het project zullen in totaal 25 promovendi, waarvan 3 in Leiden, zich de komende 5 jaar op vier thema’s richten die invloed kunnen hebben op het ontstaan van uitbraken:
- veranderingen in het klimaat,
- veranderingen in watermanagement,
- veranderingen in landbouwmethoden en
- veranderingen met betrekking tot internationaal verkeer en importrisico’s.
Daarbij wordt onderzocht hoe de veranderingen in het klimaat, watermanagement, landbouwmethoden en welke importrisico’s het risico op een virusuitbraak in Nederland verhogen. Door samenwerking met onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de bloedbanken in Nederland en de Cariben worden die uitkomsten vertaald naar maatregelen om beter voorbereid te zijn op een eventuele ziekte-uitbraak. ‘Uiteindelijk willen we een soort “weersverwachting” voor risico op uitbraken ontwikkelen,’ aldus Marion Koopmans.
Bron bericht: Erasmus Universiteit Rotterdam
Meer informatie: www.ncoh.nl/research
Citizen Science
Tijdens het onderzoek zal het team samenwerken met verschillende wetenschappelijke instanties en gebruikmaken van onderzoeksresultaten van andere projecten. Daaronder vallen ook zogenaamde citizen science-projecten: initiatieven waarbij burgers en middelbare scholieren betrokken zijn. Zij leveren bijvoorbeeld onderzoeksgegevens aan van vogels, muggen en water of maken gebruik van reis-apps zoals ‘GGD reist mee’ en de ZIeKA-monitor