Rondetafelgesprek: het EU-recht en de werking van richtlijnen
Met de Mangold en Kücükdeveci-zaken van het Hof van Justitie van de Europese Unie werd de horizontale directe werking van de algemene beginselen van de EU en van de bepalingen van het Handvest van de grondrechten een veelbesproken kwestie, zo bleek 17 mei in de Rechtenkamer van het Academiegebouw.
Meer recente jurisprudentie verduidelijkte enkele van de ontstane vragen, maar liet anderen onbeantwoord. Het is nu bijvoorbeeld duidelijk dat sommige, maar niet alle bepalingen van het EU-Handvest van de grondrechten een horizontale directe werking hebben. Tegelijkertijd is niet duidelijk wat de grondgedachte achter de aanpak van het Hof is en wat de betekenis is voor een praktische zaak in termen van het toepasselijke recht (richtlijn of algemeen beginsel / handvest) in het licht van het Tedeschi-beginsel.
Dit rondetafelgesprek reflecteerde op de kwesties die werden opgeworpen door jurisprudentie, met name in het licht van de recente beslissingen in de zaken Bauer en Max Planck. De discussie vond plaats in een kleine en informele setting, onder Chatham House rules.
Keynote spreker:
Rechter Lucia Serena Rossi (Hof van Justitie van de Europese Unie)
Verdere sprekers:
Dr. Marianne Gijzen (Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling Europees recht)
Prof. Christa Tobler (Europa Instituut, Universiteit Leiden)
De ronde tafel werd voorgezeten door Dr. Vasiliki Kosta van het Europa Instituut.