Financiële crisis had lokaal vooral invloed op bouwgrondexploitatie
De effecten van de financiële crisis van 2007 op lokale overheden zijn grotendeels nog onbekend. Als case study maakte Jan Porth statistische analyses van de gevolgen voor de financiële situatie van Nederlandse gemeenten. Vooral het verkopen van gemeentegrond aan particulieren werd fors lastiger door de crisis. Promotie op dinsdag 21 mei.
De financiële crisis van 2007 had gevolgen voor burgers, bedrijven en alle overheidsniveau’s. Het viel extern promovendus Jan Porth op dat veel van deze gevolgen behandeld zijn in de media, maar dat er weinig aandacht is besteed aan de financiële effecten op lokale overheden. Dit is opmerkelijk, want juist lokale overheden zijn in veel landen verantwoordelijk voor de uitvoering van een grote hoeveelheid maatschappelijke taken. Voor zijn promotieonderzoek stelde Porth zich ten doel om een beter beeld te krijgen van de impact van de financiële crisis op lokale overheden. Daarom analyseerde hij de financiële gevolgen voor de boekhouding van lokale overheden en meer dan 400 gemeenten in Nederland.
Nederland als geschikt en interessant voorbeeld
Porth, onderzoeker bij het German Research Institute for Public Administration, besloot om meerdere redenen Nederlandse gemeenten te onderzoeken. ‘Research van lokale overheden heeft als voordeel dat er veel onderzoeksobjecten - gemeenten - beschikbaar zijn, die bovendien een vergelijkbare organisatiestructuur hebben. Hierdoor kun je ze goed met elkaar vergelijken. Nederland heeft ongeveer 400 gemeenten, een aantal dat zich goed leent voor statistische vergelijkingen. Nederland heeft ook een relatief grote financiële sector, waardoor het land ook een interessant onderzoeksonderwerp is in tijden van een financiële crisis. En toen ik begon na te denken over een promotie-onderwerp, werkte ik bij de Campus Den Haag, wat mijn interesse verklaart in Nederlandse politiek en Nederlands bestuur.’
Gevolgen gevonden, oorzaken moeten nog worden onderzocht
Porth zocht naar patronen in financiën van lokale overheden die algemene effecten van de financiële crisis sinds 2007 lieten zien. In het geval van de Nederlandse gemeenten zag hij negatieve gevolgen voor vier beleidsgebieden: sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening, bestuursondersteuning van het college van burgemeester en wethouders, bouwvergunningen, en bouwgrondexploitatie. Het onderzoek was niet erop gericht om de oorzaken van deze gevolgen te achterhalen. Maar, zo zegt Porth, ‘Algemeen wordt aangenomen dat deze uitgaven tijdens een financiële crisis stijgen, omdat de vraag naar die voorzieningen groter wordt. Het achterhalen van de exacte mechanismen achter de recente financiële crisis en de financiële gevolgen voor afzonderlijke gemeenten, moet onderwerp zijn van op zichzelf staand - kwalitatief - onderzoek.’
‘Wacht op betere marktomstandigheden’
Porth probeerde ook te achterhalen waarom sommige gemeenten zwaarder werden getroffen door de crisis dan anderen. Die kennis zou aanknopingspunten kunnen bieden om de effecten van toekomstige crises te verminderen. Uit statitische analyses kwam geen duidelijke factor naar boven die het verschil van gevolgen tussen gemeenten kan verklaren. Wel was er soms statistische onderbouwing voor algemene vooraannames, zoals het feit dat grotere steden meer geld aan sociale voorzieningen uitgaven dan kleinere gemeenten.
‘Aangezien openbare financiën zeer complex zijn, was het niet onverwacht dat er geen patronen zijn gevonden’, zegt Porth. ‘Dit maakt het wel moeilijk om algemene aanbevelingen te doen. Ik heb wel één les gevonden voor de ontwikkeling van gemeentegrond, met de intentie om deze aan particulieren of bedrijven te verkopen. In het verleden verdienden Nederlandse gemeenten hier veel geld mee, maar juist op dit vlak was de recente financiële crisis erg zichtbaar. Als de waarde van bepaalde gemeentegrond laag wordt ingeschat, zouden gemeenten kunnen wachten met de verkoop tot er betere omstandigheden zijn, gezien de cylische ontwikkeling van de economie en de stijging van waarde van grond in meerdere landen in de afgelopen jaren.’
Porth blijft als wetenschappelijk consultant werken aan meerdere projecten voor federale en nationale overheden. Een van zijn huidige projecten gaat over samenwerking tussen gemeenten in Rheinland-Pfalz. Het onderzoek vertoont gelijkenissen met het onderzoek naar lokale overheden in Nederland.