Overheden te optimistisch over gebruik digitale innovaties
De overheid digitaliseert en gebruikt ‘big data’ in haar besluitvorming. Maar de winst die met digitalisering behaald kan worden, wordt vaak te positief ingeschat, zegt Bram Klievink, hoogleraar Bestuurskunde & Digitalisering. Klievink gaat multidisciplinair onderzoek doen naar de kansen en uitdagingen die digitalisering biedt voor het openbaar bestuur.
Bram Klievink bekleedt sinds 1 mei de nieuwe leerstoel Bestuurskunde & Digitalisering aan de Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden in Den Haag. Hij combineert op deze positie een unieke combinatie van onderzoeksgebieden. ‘Mijn werk wordt door zowel beleidsmakers als data-analisten benut,’ zegt Klievink. ‘Bij ministeries is het gat tussen data en beleidsimpact soms groot. Er loopt een groot aantal pilots om digitale gegevens en technieken beter te gebruiken. Maar de aansluiting met het werkelijk benutten daarvan in een bestuurlijke context, blijkt vaak uitdagender dan gehoopt.’
Data benutten
‘Ik sprak recent met data-analisten. Zij ervaren last van al te veel optimisme en zijn blij met een realistisch perspectief, omdat ik daarmee laat zien waarom het gebruik van de grote verscheidenheid en hoeveelheden data erg complex is en soms aansluiting met de beleidspraktijk mist,’ vertelt Klievink. ‘Het leidt tot teleurstellingen wanneer projecten langer lopen of minder opleveren en dat niet persé nodig. Ook blijkt de aansluiting van data-analisten en besluitvormers een grote uitdaging. Data-analisten zijn expert op methode maar niet persé op inhoud. Voor beleidsmakers geldt vaak het omgekeerde. Dan kan het voor komen dat analisten, bewust of onbewust, keuzes maken met bepaalde politieke gevoeligheid. Of dat het politiek-bestuurlijk gebruik van data-analyse niet past bij wat er met die analyse gestaafd kan worden. Beleidsmakers en data-analisten kennen elkaars praktijk en beweegredenen niet altijd.’
Leerstoel
De onderzoeksthema’s waar de leerstoel zich op gaat richten, zijn drieledig. Ten eerste het effect van digitale innovaties op het openbaar bestuur. ‘Een voorbeeld hiervan zijn platforms zoals Uber en Airbnb, die de overheid op een bepaalde manier uitdagen en waar publieke waarden in het geding raken’ legt Klievink uit. Ten tweede de kans die digitale innovaties het openbaar bestuur bieden. ‘Een vraag daarbij is hoe overheden specifieke technieken of ontwikkelingen kunnen gebruiken om hun dienstverlening of werkwijze te verbeteren,’ zegt Klievink. ‘En ten derde ga ik kijken naar de effecten hiervan binnen organisaties. Welke expertise is er nodig om big data te benutten en de eerder genoemde aansluiting tussen het aanbod en gebruik van data, te verbeteren? Deze drie lijnen zou ik graag met mensen vanuit verschillende expertises onderzoeken.’
Toegepaste combinatie ICT en openbaar bestuur
Klievink hoopt dat er een wetenschappelijke dialoog op gang komt die niet in de techniek blijft hangen, en ook niet te filosofisch blijft: ‘We kennen veel van de uitdagingen wel maar veel bestaand onderzoek is techno-optimistisch, vanuit de vraag: hoe gaan we het maken, wat kunnen we er allemaal mee. Of het is normatief-pessimistisch: vanuit het idee dat we machines de macht geven en ons daarmee dingen op de hals halen die we niet kunnen overzien. Beide perspectieven zijn nuttig maar behoorlijk beperkt. Ik pleit voor een realistische visie. Kijk voorbij de hype en de waarschuwingen, naar wat er echt gebeurt en de consequenties van de gemaakte afwegingen. Samen met ministeries, uitvoeringsorganisaties en gemeenten gaan we aan cases werken die uit de praktijk komen. Op deze manier gaan de uitkomsten ook echt toepasbaar zijn op de organisatie zelf en op het openbare beleid.’