Europarlementariërs: wat doen ze eigenlijk?
Op donderdag 23 mei ging Nederland naar de stembus om te kiezen wie ons land gaan vertegenwoordigen in het Europees Parlement. En wij waren niet de enigen: 375 miljoen Europeanen mogen hun stem uitbrengen en zullen zo de 751 Europarlementariërs kiezen. Maar wat doen Europarlementariërs eigenlijk? Mendeltje van Keulen zocht het uit en publiceerde er een boek over.
‘Nederland heeft een van de laagste opkomsten’
De Europarlementariërs worden direct gekozen door burgers van de 28 EU-lidstaten en vertegenwoordigen ruim een half miljard mensen. Iedere vijf jaar mogen Europese burgers kiezen wie hun land vertegenwoordigt, zo ook Nederland met 26 afgevaardigden.
‘Op 23 mei kiezen we de Nederlandse Europarlementariërs. Opvallend is dat Nederland een van de laagste opkomsten heeft van de Europese Verkiezingen’, zegt Van Keulen. ‘Een reden waarom veel mensen niet stemmen is omdat ze geen idee hebben wat Europarlementariërs doen. Daarom benaderde ik mijn collega Chris Aalberts om er samen een boek over te schrijven met als titel: Wat doen ze daar eigenlijk? Gesprekken met Nederlandse Europarlementariërs. Het boek gaat ook in op – los van of het goed of fout is – wat de Europese samenwerking betekent én wat je er mee kan doen.’
In gesprek met de Europarlementariërs
Van Keulen beschrijft en sprak met de Nederlandse Europarlementariërs sinds 2014. Zij komen in het boek aan het woord over hun activiteiten, de resultaten waar ze trots op zijn en de manier waarop ze contact hebben onderhouden met hun achterban.
‘We wilden de politici hun werk laten verantwoorden naar de kiezer toe, maar het is niet makkelijk om Europarlementariërs te bereiken. We hebben ze eerst een brief gestuurd en een e-mail, maar ze zijn moeilijk te vangen. Dat is vrij logisch ook, want van een Europarlementariër wordt verwacht dat ze soms wel op drie plekken tegelijk zijn: in Brussel of Staatsburg, in Den Haag en vaak ook nog op hun lokale uitvalsbasis’, aldus van Keulen.
Uiteindelijk slaagden ze er in om te spreken met 20 Europarlementariërs. Van Keulen legt uit: ‘We kregen van sommigen de reactie dat ze graag verantwoording afleggen, maar er waren ook vier Europarlementariërs, van de PVV, die niet wilden meewerken. Helaas kwamen twee andere gesprekken niet tot stand vanwege andere verplichtingen, maar we hebben in het boek wel het werk van alle 26 Europarlementariërs onderzocht.’
Europese politiek toegankelijk en leuk maken
Van Keulen werkte samen met collega en journalist Chris Aalberts die eerder al boeken publiceerde over andere bestuurslagen. Samen met een aantal studenten onderzochten ze de identiteit en verantwoordelijkheid van de Nederlandse Europarlementariërs. Het resultaat: een compact en toegankelijk boek over de Europese politiek.
‘Het is een ingewikkelde situatie in Europa’, zegt Van Keulen. ‘Voor Nederland zijn er 26 Europarlementariërs, maar ook alle bewindspersonen en de minister-president Mark Rutte zijn betrokken bij Europese besluitvorming. Iedereen claimt succes, maar je kan niet altijd winnen. Doordat de Europarlementariërs in dit boek verantwoording afleggen, kunnen we de kiezer meer inzicht geven in hun werk.’
‘We gebruiken het boek nu vooral tijdens debatten, zo bijvoorbeeld ook tijdens het Wijnhavendebat. Je laat er niet alleen het onderzoek mee zien, maar studenten zien ook hoe je onderzoek naar dit soort onderwerpen kunt doen. Het is een erg toegankelijk boek waar je zo even doorheen bladert. Ook mensen die niks met politiek hebben vertellen me dat het leuk is om te lezen. Het is mooi als je je werk op deze manier kunt laten zien én om academische kennis toegankelijk te maken voor het brede publiek.’
De oudere generatie heeft het voor het zeggen – of toch niet?
Dit jaar is iets meer dan de helft van de Nederlandse kiesgerechtigden vijftig jaar of ouder. Om die reden is het volgens Van Keulen belangrijk dat ook jongeren gaan stemmen: ‘Vaak is het zo dat de oudere generatie naar de stembus gaat en de jongeren niet. Dit beïnvloedt de verkiezingsuitslag en de toekomstplannen. Kijk bijvoorbeeld naar Brexit; het waren vooral de ouderen die hier voor stemden. Het is daarom belangrijk voor studenten om hun stem te laten horen op 23 mei.’
- 19.5 % 18 tot 30 jaar
- 14 % 31 tot 40 jaar
- 16.5 % 41 tot 50 jaar
- 24.9 % 51 tot 64 jaar
- 25.1 % 65 jaar en ouder
Volgens Van Keulen is de lage interesse voor de Europese verkiezingen onder jongeren ook te wijten aan het feit dat dit wordt gezien als een lastig onderwerp: ‘Mensen schikken af van woorden als “Europarlementariër”. Voor ons boek hebben we ook alledaagse mediaplatformen benaderd en zelfs sommige media vinden Europese politiek te “technisch”. Het is ook belangrijk dat wij, als onderzoekers, uit onze bubbel stappen. Het gaat er niet om dat wij het belangrijk vinden, maar we moeten ons afvragen waarom anderen het níet belangrijk vinden en hoe we hen kunnen interesseren.’
Of ze nog een advies heeft voor deze verkiezingen? ‘Doe de Stemwijzer of kijk op wie, of welke partij, je de vorige verkiezingen hebt gestemd en wat zij uiteindelijk hebben gedaan. Gebruik je stem, wij kunnen zelf bepalen waar we voor kiezen: wereldwijd is – en wordt – er gevochten voor dat recht.’
In Nederland stemden we op donderdag 23 mei voor de Europese Verkiezingen. Je kon ook stemmen op de universiteit: in Van Wijkplaats 1, op de begane grond, was die dag een stembureau.
Mendeltje van Keulen verzorgt het vak Parliaments in the European Union bij de masteropleiding European Union Studies. Ze is werkzaam als lector aan de Haagse Hogeschool, leidt de vakgroep Europese Studies en doet voornamelijk onderzoek naar actuele en relevante vraagstukken van Europese samenwerking, op mondiaal, regionaal en nationaal niveau en binnen organisaties.
Suzé Klok
Mail de redactie