Nieuw boek over de Zandmotor biedt onderzoeksresultaten en reflecties
Hoe kan de Nederlandse Zandmotor helpen om onze kust op een natuurlijke manier te beschermen? En hoe kan deze kennis en ervaring helpen om kusterosie in Jamaica tegen te gaan? Onderzoekers Alexander van Oudenhoven (Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden) en Arjen Luijendijk (TU Delft) bundelden de belangrijkste resultaten en reflecties over het opgespoten schiereiland in een nieuw boek.
Het boek ‘The Sand Motor: a nature-based response to climate change’ komt voort uit het interdisciplinaire NatureCoast programma dat liep van 2013 tot 2018. Het eerste exemplaar werd op 14 mei overhandigd aan deltacommissaris Peter Glas tijdens het NKWK-congres.
Kustbescherming en recreatie
De Zandmotor werd in 2011 aangelegd – een opgespoten schiereiland voor de kust van Kijkduin en Ter Heijde (ten zuiden van Den Haag). Onder het mom van ‘Bouwen met de Natuur’ heeft de Zandmotor als belangrijkste doel de kracht van de natuur – golven, wind en stroming – te gebruiken om het zand van het schiereiland langs de kust te verspreiden naar de plekken waar dat nodig is. Naast kustbescherming door het verbreden van de kust en stimuleren van duinaangroei, biedt de Zandmotor een nieuw en uniek natuurlijk landschap dat ook nieuwe recreatiemogelijkheden biedt.
Laboratorium voor de kust
Het interdisciplinaire onderzoeksprogramma ‘NatureCoast’ begon in 2013 onder leiding van inmiddels emeritus professor Waterbouwkunde Marcel Stive (TU Delft), om inzicht te krijgen in het gedrag en werking van grootschalige zandsuppleties voor de kust. De Zandmotor werd een soort ‘laboratorium’ voor onderzoekers om metingen te verrichten en theorieën in praktijk te testen. Om de vele facetten te bevatten, was NatureCoast vanaf de start interdisciplinair opgezet. Namens Universiteit Leiden waren Peter van Bodegom en Alexander van Oudenhoven verantwoordelijk voor de integratie van het onderzoek binnen het project.
Integrale aanpak was essentieel
Twaalf promovendi en drie postdocs vanuit diverse universiteiten en disciplines voerden onderzoek uit op zes thema’s: kustveiligheid, duinvorming, mariene ecologie, kustecologie, hydrologie en geochemie, en bestuurskunde. Naast kennisinstellingen maakten ook bedrijven en andere eindgebruikers deel uit van het consortium om de kloof tussen fundamenteel onderzoek en praktijk-geïnspireerde gebruikersvragen te overbruggen.
Samenwerking tussen onderzoeker en maatschappij
‘Het is een vorm van wetenschap en samenwerking die we steeds vaker zien,’ aldus Alexander van Oudenhoven, die samen met Arjen Luijendijk (TU Delft) het boek over het project samenstelde. ‘In het boek staan heel veel nieuwe resultaten van het onderzoek, geschreven in een toegankelijke taal. En het toont de meerwaarde van interdisciplinair onderzoek en van samenwerking tussen maatschappij en onderzoekers. Dit hebben we benadrukt door het boek op te zetten als een dialoog tussen onderzoekers van NatureCoast en de uiteindelijke “gebruikers” van de informatie, zoals politici, maatschappelijke organisaties en ingenieursbureaus.’
De Zandmotor over de grens
Het onderzoeksteam onderzocht ook of kustgebieden in andere landen gebaat zouden zijn bij een Zandmotor. Voor veel kustgebieden in de wereld is het echter niet mogelijk het Nederlandse model een-op-een te kopiëren. Wel wordt de opgedane kennis inmiddels in het buitenland gebruikt om kustbeschermingen op maat te ontwerpen. Van Oudenhoven: ‘Hierbij moet altijd gekeken worden naar de lokale situatie: hoe staan verschillende belanghebbenden er tegenover, in hoeverre is het ecosysteem nog intact en wat zijn de belangrijkste oorzaken voor kusterosie?’ De NatureCoast- onderzoekers zijn bijvoorbeeld actief betrokken geweest bij het ontwerp van een Zandmotorachtige oplossing in Bacton, Engeland. Deze strandsuppletie zal in de zomer van 2019 aangelegd worden.
Het boek 'The Sandmotor: a nature-based response to climate change' is ook volledig online beschikbaar.
Partners
Het NatureCoast consortium bestaat uit zes universiteiten (TU Delft, Universiteit Utrecht, Technische Universiteit Twente, Universiteit Leiden, Wageningen University en NIOZ), maar ook uit eindgebruikers zoals kennisinstituten Deltares en Imares, de Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten, consultants (RHDHV, Arcadis, Witteveen & Bos) en baggerbedrijven Boskalis en Van Oord. Het onderzoek is gefinancierd door NWO-TTW.