Rubicon voor Joris van den Tol om onderzoek te doen aan Harvard University
Joris van den Tol, docent International Studies, heeft een NWO Rubiconbeurs gekregen om twee jaar lang onderzoek te doen aan Harvard University (Verenigde Staten). Hij zal onderzoeken hoe 17e-eeuwse Nederlandse handelaren en Engelse plantagehouders samenwerkten in een trans-Atlantische lobbyalliantie.
Lobbyende handelaren en plantagehouders
Van den Tol ontdekte drie jaar geleden per toeval een manuscript in de New York Public Library. Het bleek te gaan om een vergevorderd document waarin werd voorgesteld een nieuwe compagnie op te richten voor handel met de Engelse kolonies en Virginia. Van den Tol zal zijn ontdekking verder uitzoeken: ‘Het is ontzettend leuk om onderwijs te geven, maar ik kijk er naar uit om weer onderzoek te kunnen doen. Ik krijg nu de tijd om verder te gaan met wat ik drie jaar geleden ontdekt heb en dit in context te plaatsen.’
In het document dat Van den Tol vond, vroegen Nederlandse handelaren aan de Staten-Generaal om een nieuwe handelscompagnie op te richten. ‘Het valt bovendien op dat de handelaren uit de Republiek in hun petities aangaven dat Engelse plantagehouders hun eigen parlement ook verzochten om de vrije handel te doen voortzetten. De Nederlandse handelaren lobbyden in de Republiek voor een beleidsverandering en deden dat in overleg met de Engelse plantagehouders; het voorstel onthult een transnationale handelslobby. Door dit netwerk te reconstrueren krijgen we een uniek inzicht in hoe niet-statelijke partijen invloed probeerden uit te oefenen op de internationale politiek en diplomatie.’
Een nieuwe dimensie aan de huidige historiografie
Naast dat zijn project de plannen voor de onbekende handelscompagnie aan het licht brengt, laat het ook andere invalshoeken van de huidige geschiedschrijving zien. Van den Tol: ‘Ik zal petities en activisme onderzoeken in een transnationaal kader. Vaak gaat onderzoek hierover over de 19e en 20e eeuw, zoals bijvoorbeeld het vrouwenkiesrecht, maar dit project laat zien dat ook in de 17e eeuw plaatsvond. Ten tweede zal ik kijken naar de rol en activiteiten van mensen; en hoe zij, evengoed als staten, invloed uitoefenen op de internationale politiek en economie. Ten derde betwist het onderzoek dat de eerste Engelse Zeeoorlog voornamelijk een voornamelijk conflict was; de Nederlandse en Engelse kolonies waren belangrijke breuklijnen in dit internationale conflict en laten zien dat het meer een mondiale oorlog was. En tenslotte voegt het een internationaal aspect toe aan de Engelse Burgeroorlog. Zo is de rol die koloniën hierin speelden al bekend, maar wordt de rol die de Republiek speelde nog achtergelaten. Dit project laat zien dat de Engelse Burgeroorlog deels een internationale aangelegenheid was en reconstrueert het beeld van dit ‘interne’ burgerconflict.’
Internationale expertise
Van den Tol zal twee jaar onderzoek doen in de Verenigde Staten aan Harvard University. De universiteit is dichtbij belangrijke archieven voor zijn onderzoek en beschikt over een bibliotheek met een grote 17e-eeuwse collectie. Hij zal samenwerken met specialisten uit het vakgebied, waaronder Tamar Herzog en Daniel Carpenter. ‘Ik heb eerder gewerkt met Tamar Herzog en zij biedt een uniek perspectief op de vroegmoderne wereld. Daniel Carpenter is een expert op het gebied van historische petities in de Verenigde Staten. Het is een enorme kans dat ik met hun kan samenwerken en aan Harvard, een vooraanstaande instelling op het gebied van historische wetenschap, kan ik mijn internationale netwerk ontwikkelen.’
NWO Rubicon
Het Rubiconprogramma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wordt toegekend aan veelbelovende, recent gepromoveerde onderzoekers. Met deze beurs kunnen zij tot twee jaar internationale onderzoekservaring opdoen aan vooraanstaande universiteiten, een belangrijke stap in hun wetenschappelijke carrière. Dit jaar ontvingen maar liefst drie jonge Leidse wetenschappers een Rubiconbeurs.
Joris van den Tol is docent International Studies en voor dit project verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), vanuit waar hij zijn voorstel heeft ingediend. ‘Via International Studies kwam ik in contact met collega’s uit andere velden, hun frisse blik was erg nuttig voor het schrijven van mijn voorstel. Een aanvraag schrijven doe je nooit alleen en ik ben erg blij met iedereen die de tijd heeft genomen om feedback te geven.’ Op 6 mei presenteert hij zijn onderzoeksvoorstel aan collega’s en studenten in Den Haag.