Even voorstellen: Alexander van der Meer
Alexander van der Meer is promovendus bij het Instituut voor Geschiedenis. Hij stelt zich hieronder voor en vertelt meer over zijn interesses en zijn onderzoek.
Ik ben Alexander van der Meer, promovendus in het VIDI-onderzoeksproject ‘Institutional memory in the making of colonial culture: history, experience and ideas in Dutch colonialism in Asia, 1700-1870’, onder Alicia Schrikker. Mijn deelproject is gewijd aan dominees en zendelingen in Batavia en de Molukken, en hoe zij het koloniale systeem en hun rol daarbinnen beschouwden en rechtvaardigden. Met andere woorden: hoe legitimeerden ze wat ze daar deden?
Mijn Duitse opa en oma groeiden op in Nazi-Duitsland, en werkten als Lutherse predikanten in de DDR. Ik kreeg met de paplepel ingegoten dat geloof met de staat verweven kan zijn, maar dat geloof ook juist morele kritiek op de staat kan uitoefenen. Hiermee begon mijn fascinatie voor dit onderwerp. Dat religie en staatslegitimiteit ook op een andere complexe wijze kunnen samenhangen leerde ik in Azië. Tussen de bachelor en master geschiedenis kon ik via een beurs Asia-Pacific Studies in Taiwan studeren. Daar schreef ik een masterscriptie over de rol van het Confucianisme in de legitimiteit-strategie van de Chinese Communistische Partij. Sinds de economische hervormingen en liberalisering in China in de jaren ’80 heeft de officiële ideologie grotendeels afgedaan, en na de Tiananmen-crisis in 1989 werd naarstig gezocht naar een nieuwe bron van draagvlak. Daarop presenteerde de partij zich steeds meer als hoeder van China als oude Confucianistische beschaving, maar nam welbeschouwd vooral een selectie over dat autoritair bestuur rechtvaardigt. Via een onderzoeksproject bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies over koloniaal en postkoloniaal geweld tegen Indonesische Chinezen kwam ik in aanraking met de Nederlandse koloniale geschiedenis, en de wijze waarop geweld vaak etnisch en religieus gefundeerd was.
Met veel plezier kan ik de bovenstaande interesses combineren in mijn huidige onderzoek naar dominees en zendelingen in de Molukken en Batavia in de 18e en 19e eeuw. Onlangs heb ik met collega Philip Post een bijzonder inspirerende onderzoeksreis in Indonesië ondernomen, waar wij ons vele maanden door oude handschriften, inktvraat en afbladerend papier heen hebben geworsteld. Daar viel op dat de inbedding van dominees en zendelingen in lokale gemeenschappen van grote invloed was op hun denken over bekering, niet-Christelijke volken en kolonialisme, alwaar de traditionele geschiedschrijving zich in dit verband vooral richt op de mentale bagage van Europese (Verlichtings)denkers en theologen. Ik kijk ernaar uit om de komende jaren verder onderzoek te doen naar dit proces alsook naar de impact van de koloniale ervaring in Azië op de thuiscultuur in Nederland.