Robbert Dijkgraaf: ‘Diversiteit maakt de wetenschap beter’
Zijn Leidse eredoctoraat, de toekomst van bètawetenschappers en diversiteit in de wetenschap. Hierover vertelt Robbert Dijkgraaf in een van de klassieke kamers in het Academiegebouw. ‘Heel erg bijzonder, mijn eredoctoraat. Een zeldzaam eerbewijs.’
Het belang van diversiteit
‘Mensen zijn enorm verschillend en hebben een verschillende kijk op de wereld. Juist die verschillen reflecteren de rijkdom van de wereld die we bestuderen. Heel simpel gezegd kun je dus stellen: de wetenschap wordt veel beter van diversiteit.’ Dat zegt Robbert Dijkgraaf, directeur van het Institute for Advanced Study (IAS) in Princeton en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Dijkgraaf bezoekt de Universiteit Leiden omdat hij er een eredoctoraat ontvangt op 8 februari. Een dag later spreekt hij er op de Women and Girls in Science Day.
De weg naar diversiteit
Geregeld benadrukt Dijkgraaf tijdens publieke optredens het belang van diversiteit. ‘Het is belangrijk dat er voor iedereen ruimte is in de wetenschap,’ stelt hij. ‘Wetenschap is van ons allemaal, voor ons allemaal, en door ons allemaal.’
Voor het bereiken van meer diversiteit is er volgens Dijkgraaf niet één gouden standaard. ‘Ik denk dat instellingen voor zichzelf moeten besluiten: “Wat voor een afspiegeling van de maatschappij willen we zijn?”, en daar dan ook voor gaan. Diversiteit in de aanpak van diversiteit is ook belangrijk.’ Zo kijkt hij zelf bij IAS bij het aantrekken van mensen niet alleen naar hun wetenschappelijke ervaring, maar ook naar hun leefwereld, gezin en andere aspecten. ‘Je moet eigenlijk alle elementen aan bod laten komen. Het is lastig om dat als een recept voor te schrijven voor de hele samenleving, maar ik denk dat dat in de universitaire setting veel makkelijker gerealiseerd kan worden.’
Women and Girls in Science Day
Op zaterdag 9 februari vertelt Dijkgraaf op de Women and Girls in Science Day over vrouwen die hem inspireren. In het Academiegebouw licht hij alvast een tip van de sluier op. ‘Ik ga over twee vrouwen vertellen. De eerste is Emmy Noether, een Duitse wiskundige van Joodse afkomst. Zij heeft misschien wel de grootste bijdrage geleverd aan de moderne fysica. De tweede persoon is Maryam Mirzakhani, die in 2014 als eerste vrouw de Fieldsmedaille won. Ze werkte aan hetzelfde onderwerp als ik, de wiskundige onderbouwing van de snaartheorie.’ Op de vraag of het voor hem een speciale waarde heeft dat ze vrouw zijn, antwoordt hij direct: ‘Nee, eigenlijk niet. Het gaat er vooral om dat ik hun werk waardeer en hun inzichten bijna dagelijks nog gebruik.’
‘Vernieuwend onderzoek naar de snaartheorie’
Tijdens de 444e dies natalis van de Universiteit Leiden ontving Robbert Dijkgraaf een eredoctoraat vanwege zijn indrukwekkende onderzoek op het snijvlak van natuur- en wiskunde. Zoals zijn berekeningen van de eigenschappen van zwarte gaten in het heelal. Erepromotor Eric Eliel, hoogleraar Quantumoptica, zei: ‘Het verenigen van Einsteins theorie van de zwaartekracht en de quantummechanica is het ultieme doel van uw onderzoek; die unificatie geldt als heilige graal van de natuurkunde.’ Eliel roemde Dijkgraafs vernieuwende onderzoek naar de snaartheorie, de theorie die de fundamentele natuurkrachten in één allesomvattende theorie probeert te duiden. Daarnaast heeft Dijkgraaf een belangrijke rol als communicator: in zijn optredens op televisie weet hij onderwerpen als de oerknal en quantumcomputers helder uit te leggen aan een miljoenenpubliek.
Eredoctor in Leiden
Dijkgraaf vindt het een grote eer om eredoctor te zijn in Leiden. ‘De Universiteit Leiden is bijzonder, al is het alleen al omdat het de oudste universiteit van Nederland is.’ Ook roemt hij de geslaagde combinatie van Leiden en natuurkunde. ‘Hier is een soort renaissance van de Nederlandse fysica gekomen, en daarmee denk ik ook van de Nederlandse natuurwetenschappen.’ Vervolgens noemt hij de grote natuurkundigen in Leiden, waaronder Lorentz en Einstein. Laatstgenoemde blijkt een terugkerend fenomeen in Dijkgraafs leven. ‘Einstein had natuurlijk een hele bijzondere relatie met Leiden. Maar ook met mijn huidige werkplek, het IAS in Princeton, had hij een hechte band. Wij hebben nu zijn bureau en vleugel in onze huiskamer staan’, lacht hij. ‘Zo komt alles mooi bij elkaar.’
De toekomst van de bètawetenschapper
Voordat Dijkgraaf op 8 februari zijn eredoctoraat ontving, gaf hij college aan een enthousiaste groep van ruim 500 studenten van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen: ‘De toekomst van de bètawetenschapper’. De studenten kregen na het college de gelegenheid om vragen te stellen, moderator was onderzoeker wetenschapscommunicatie Julia Cramer.
Naast vragen over zwaartekracht, het bestaan van toeval en de mogelijke onjuistheid van de snaartheorie stelde een van de studenten (Mees Fox, derdejaars Life Science & Technology) ook een persoonlijke vraag: ‘Hoe was uw studententijd?’ Een leuke vraag, reageerde Dijkgraaf, aangezien hij een grillige studententijd had. ‘Pas toen ik – na mijn natuurkundestudie – de opleiding schilderen volgde aan de Gerrit Rietveld Academie, begon ik wetenschap veel meer als een activiteit te zien dan als een passieve overhoring.’ Een les die hij de studenten meegaf: ‘Vind een manier om datgene wat je leert, te internaliseren.’