Jonge sterren in de Orionnevel doen aan geboortebeperking
Astronomen van de Universiteit Leiden hebben in data van het SOFIA observatorium ontdekt dat de sterrenwind van een pasgeboren ster in de Orionnevel verhindert dat er in de directe omgeving meer sterren worden gevormd. Dat maakte coauteur Xander Tielens bekend tijdens een persconferentie op de 233ste bijeenkomst van de American Astronomical Society in Seattle, VS. Het onderzoeksresultaat verschijnt op 7 januari in Nature.
Het resultaat is verrassend omdat wetenschappers dachten dat andere processen zoals exploderende sterren (supernova’s) grotendeels voor het reguleren van stervorming verantwoordelijk zijn. Maar de SOFIA-waarnemingen suggereren nu dat babysterren sterrenwinden genereren die het basismateriaal voor de productie van sterren wegblazen.
Verborgen sterren
SOFIA is NASA’s stratosferisch observatorium voor infraroodsterrenkunde, dat zijn waarnemingen doet vanuit een aangepaste Boeing 747SP jetliner. De Orionnevel is een kraamkliniek van sterren, die vaak is waargenomen en gefotografeerd. Het is de sterrenfabriek die het dichtst bij de aarde staat. Sluiers van gas en stof maken de Orionnevel prachtig om te zien, maar zorgen er ook voor dat het geboorteproces van de sterren goeddeels aan het oog blijft onttrokken. Telescopen zoals SOFIA kunnen het infrarode licht waarnemen dat wel door de stofwolken heen komt, en zo stervormingsprocessen zien die in optisch licht verborgen blijven.
Sterrenwind
In het hart van de Orionnevel ligt een klein groepje jonge, zware en heldere sterren. Het speciale GREAT-instrument op SOFIA registreerde dat de sterke sterrenwind van de helderste van deze babysterren, Theta1 Orionis C (θ1 Ori C), een grote schil van materiaal heeft weggeveegd uit de wolk waarin deze ster is geboren, zoals een sneeuwschuiver een straat schoonveegt door de sneeuw naar de kant van de weg te schuiven.
‘De wind is verantwoordelijk voor het blazen van een grote bel rond de centrale sterren,’ legt eerste auteur en promovenda aan de Leidse Sterrewacht Cornelia Pabst uit. ‘In het hart van de Orionnevel rukt hij de stervormingswolk uit elkaar en voorkomt daarmee de geboorte van nieuwe sterren.’ Tegelijkertijd duwt de wind moleculair gas naar de randen van de bel, en vormt op die manier nieuwe regio’s van dicht opeengepakt materiaal waaruit in de toekomst nieuwe sterren kunnen vormen.
Snelheidscontrole
De onderzoekers maten met het GREAT-instrument de chemische vingerafdruk van geïoniseerde koolstof. De aardse dampkring houdt infrarood licht tegen, maar doordat SOFIA hoog vliegt (waardoor het geen last heeft van 99 procent van de waterdamp in de atmosfeer) konden zij de fysische eigenschappen van de sterrenwind bestuderen.
‘Astronomen gebruiken GREAT zoals een politieagent een radarkanon gebruikt,’ legt de promotor van Pabst, Xander Tielens (Sterrewacht Leiden) uit. ‘Je auto reflecteert de radiostraling en het signaal vertelt de agent of je te hard rijdt.’ Op dezelfde manier gebruiken astronomen de spectraallijn van geïoniseerde koolstof om de snelheid van het gas door de nevel heen vast te stellen, en zo de interacties tussen de zware sterren en de wolken waarin ze zijn geboren te bestuderen.
Ruimte tussen de sterren
Door middel van dergelijk onderzoek komen astronomen zo meer te weten komen over de ruimte tussen de sterren die is gevuld met gas en stof, het zogeheten interstellaire medium. ‘Inzicht in de wijze waarop stervorming interacteert met het interstellaire medium is van belang voor ons begrip van de oorsprong van sterren die we nu kunnen bestuderen en de sterren die in de toekomst worden gevormd,’ aldus Pabst.
Wetenschappelijk artikel: Disruption of the Orion Molecular Core 1 by the stellar wind of the massive star θ1 Ori C. C. Pabst, R. Higgins, J.R. Goicoechea, D. Teyssier, O. Berne, E. Chambers, M. Wolfire, S. Suri, R. Guesten, J. Stutzki, U.U. Graf, C. Risacher, A.G.G.M. Tielens. http://dx.doi.org/10.1038/s41586-018-0844-1
Persbericht: www.astronomie.nl
Video’s: https://www.sofia.usra.edu/Orion3D