Gemeentelijke grenzen hinderen economische groei
De vier grote stedelijke agglomeraties Rotterdam, Den Haag, Leiden en Dordrecht functioneren samen verre van optimaal. De stedelijke netwerken binnen deze agglomeraties zijn onvoldoende aan elkaar gekoppeld waardoor er sociaaleconomische schade is. Dat concluderen onderzoekers onder wie Ton van Raan, Leids emeritus hoogleraar Kwantitatieve wetenschapsstudies.
In opdracht van de provincie Zuid-Holland onderzocht Ton van Raan samen met de hoogleraren Frank van Oort (Erasmus Universiteit) en Pieter Tordoir (Universiteit van Amterdam) hoe in de provincie de ruimtelijke structuur, economische prestaties en bestuurlijke organisaties elkaar beïnvloeden. Uit hun onderzoek blijk dat de gemeentegrenzen voor allerlei beperkingen zorgen door onvoldoende bestuurlijke cohesie en synergie. Dit geldt bijvoorbeeld voor huisvesting, infrastructuur en sociaaleconomische samenwerkingsverbanden.
Minder verbindingen
Van Raan: ‘Binnen een stedelijke agglomeratie zijn de centrale stad en de randgemeenten complexe netwerken die onvoldoende aan elkaar gekoppeld zijn. Hierdoor komen binnen een compact stedelijk gebied minder verbindingen en dat remt voorzieningen, economische activiteiten en creatieve initiatieven.’ De situatie in Zuid-Holland is niet exclusief. Ook elders in Nederland en in landen als Duitsland en Denemarken is hetzelfde patroon zichtbaar. 'Stedelijke gebieden zijn sociaaleconomisch sterker als ze onder één bestuur vallen dan als een stedelijk gebied van vergelijkbare grootte meerdere gemeentebesturen heeft', aldus Van Raan.
Reactie provincie
Gedeputeerde Jeannette Baljeu van de provincie Zuid-Holland zei in een reactie op het rapport: ‘De conclusies in de onderzoeken maken duidelijk dat we gezamenlijk voor een forse opgave staan en dat samenwerken noodzakelijk is. Met de resultaten van de onderzoeken wil ik met de gemeenten in gesprek over hoe we belemmeringen kunnen wegnemen om de samenwerking over grenzen heen te versterken. We moeten samenwerken om meer economische groei te kunnen realiseren’, aldus Baljeu.