Contractenrecht biedt kaders voor rechtsverhouding leerling en school
Wanneer een leerling zich aanmeldt bij een school en wordt toegelaten, ontstaat er een rechtsverhouding tussen beide. De precieze aard van deze rechtsverhouding is niet duidelijk. De wet zwijgt hierover en de rechtspraak biedt geen uitsluitsel. Volgens promovendus Stijn Voskamp biedt het contractenrecht kaders voor de beoordeling van de rechtsverhouding tussen school en leerling en eventueel ook de ouders. Voskamp deed onderzoek naar toepassing van contractenrechtelijke leerstukken in de onderwijsverhouding en verdedigt op 13 december haar proefschrift.
De precieze aard van de rechtsverhouding tussen leerling en school is dus geen uitgemaakte zaak. Toch is er behoefte aan een duidelijk kader, zegt Voskamp. 'De duiding van de rechtsverhouding is de laatste jaren relevanter geworden. In toenemende mate lijken ouders en leerlingen voor een conflict met de school zich tot de rechter te wenden.' Dat is volgens de onderzoekster terug te zien in het nieuws. 'De rechtsverhouding tussen leerling, school en ouders zou verzakelijken en juridiseren. Ouders en leerlingen vorderen bijvoorbeeld toegang tot de school of schadevergoeding, bijvoorbeeld wegens onvoldoende kwaliteit van het onderwijs. De grondslag van deze vorderingen is niet altijd duidelijk.'
Onderwijsovereenkomst
In de onderwijsrechtelijke literatuur komen zowel civielrechtelijke als bestuursrechtelijke rechtsverhoudingen tussen leerling en school aan de orde, of een combinatie daarvan. Voskamp koos voor haar onderzoek voor een civielrechtelijk, preciezer gezegd contractenrechtelijk, perspectief. Ze neemt als uitgangspunt dat de rechtsverhouding gekwalificeerd kan worden als overeenkomst: een onderwijsovereenkomst. 'Ik hoop met dit proefschrift te concretiseren wat een contractenrechtelijke invalshoek meebrengt of mee kan brengen. Op basis van de verkregen inzichten kan een keuze voor of afwijzing van de privaatrechtelijke overeenkomst beter worden gefundeerd.'
In haar onderzoek paste Voskamp diverse kernleerstukken uit het contractenrecht toe in de context van het onderwijs. 'Daarbij heb ik ook publiekrechtelijke normen bijvoorbeeld uit de onderwijswetgeving – zoals de Leerplichtwet, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs – in acht genomen. Vervolgens kan worden nagegaan wat het contractenrechtelijke instrumentarium de onderwijsverhouding te bieden heeft.'
Houvast
De onderzoekster concludeert dat contractenrecht wel degelijk kaders biedt die toegepast kunnen worden in de onderwijsverhouding. 'Deze kaders kunnen houvast bieden bij de beoordeling van de rechtsverhouding tussen school, leerling en ouders, bijvoorbeeld bij het vaststellen van de rechten en verplichtingen van partijen, van totstandkoming tot beëindiging van de rechtsverhouding. Deze kaders worden gemist in een buitencontractuele benadering van deze rechtsverhouding.'
Voskamp durft het uitgangspunt van het onderzoek – de aanname dat er sprake is van een onderwijsovereenkomst – te verheffen tot uitgangspunt van de rechtsverhouding tussen school, leerling en eventueel de ouders. 'Waar dit boek geen uitsluitsel biedt voor het antwoord op de vraag of de rechtsverhouding een overeenkomst is, biedt het wel aanknopingspunten voor een keuze voor de overeenkomst.'
Voskamp hoopt met haar onderzoek mensen die met het onderwijsrecht werken te bereiken. 'Afgelopen maand heb ik op uitnodiging een presentatie gehouden voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De aanwezigen vonden het contractenrechtelijk perspectief interessant. Ook voor advocaten of rechters kan de toepassing van de leerstukken mogelijk van nut zijn bij de aanpak en beoordeling van geschillen tussen leerling, ouders en school in de toekomst.'
Promotor prof. mr. A.G. Castermans over het onderzoek van Stijn Voskamp:
'De uitkomst van Stijn Voskamps onderzoek staat haaks op het beeld dat ik had van het nut van contracten voor scholen en leerlingen. Ik zag het al voor me: ingebrekestellingen vliegen heen en weer tussen school en thuis. Stijn Voskamp laat zien dat het contractenrecht een fijnmazig framework biedt, waarin aan de rechten van het kind, bekostigingsregels en onderwijsbelangen recht kunnen worden gedaan.'
Tekst: Floris van den Driesche
Mail de redactie