Symposion over Goethe ter ere van verjarende Klaus Gille
“Goethezeit” – Goethes Zeit – Zeit für Goethe? Zo luidde de titel van het feestelijke symposion ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van germanist Klaus Gille. Een symposion, ja, want op zijn verzoek gebruikten de Vrienden van de Duitse Taal en Cultuur, de alumnikring die de bijeenkomst organiseerde, het Griekse begrip.
In de klassieke betekenis van het woord is een symposion een gemeenschappelijk, geritualiseerd banket of drankgelag. De samenkomst in de mooie Doelenzaal van de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam was dan ook plechtig, maar zeker ook vreugdevol. Voor jazzmuziek en een Duits buffet van Kaffee und Kuchen was gezorgd en voor gezellige uitwisseling was volop ruimte. Maar, geheel in de geest van Gille, draaide de dag om de inhoud, om de germanistiek en de literatuur. Namelijk om Goethe, de klassieke Duitse schrijver die focus was van zijn wetenschappelijke carrière. Gille, 1938 in Nürnberg geboren, belandde na zijn studie in West-Berlijn in Amsterdam, waar hij sinds 1963 in verschillende rollen verbonden was aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn promotie, op Goethes roman ‘Wilhelm Meister,’ werd hij stapsgewijs universitair hoofddocent. Vele publicaties over Duitse literatuur volgden, met name over de verlichting, klassieke periode en romantiek, maar met Goethe als zwaartepunt. Na zijn pensionering bleef Gille actief als gastmedewerker aan de universiteit Leiden, het HOVO aan de Universiteit Utrecht en de Illustere School aan de UvA. Ook dit studiejaar staan weer colleges over Goethes “Dichtung und Wahrheit” gepland.
Goethe en zijn tijd, vanuit verschillende invalshoeken, was dan ook het thema waarover bevriende en inhoudelijk verwante wetenschappers Henk Harbers, Jattie Enklaar en Ansgar Mohnkern spraken op het symposion. Schrijver Abdelkader Benali, als honorary fellow verbonden aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA, beschreef de invloed van de Islam en het oriëntalisme op Goethes werken. Overtuigend toonde hij hoe deze leidde tot intimiteit en hartstocht in zijn schrijven. Gille zelf sprak, op zijn karakteristieke heldere en tekstgebaseerde wijze, over “die Geburt der Germanistik aus dem Geiste der Nation.”
Barbara Mariacher sprak Gille in een laudatio toe namens het Verband der Germanisten an niederländischen Universitäten en ging in op zijn bestuurlijke en intermenselijke kwaliteiten. Theo Kramer, oud-collega en vriend, beschreef Gilles “weg naar Goethe” en zijn levensloop. Hij benadrukte de invloed van zijn stem in de germanistiek: met zijn receptie-historisch onderzoek haalde hij steeds opnieuw de literatuurwetenschap uit de ivoren toren. En, stelde Kramer, de blijmoedige manier waarop Gille nog steeds actief is in onderwijs en wetenschap, is uitzonderlijk. Dat Gille in zijn dankwoord de hoop uitsprak het publiek over tien jaar weer te mogen begroeten, werd dan ook met een warm applaus ontvangen.