Universiteit Leiden

nl en

Ingrid Leijten neemt deel aan eerste Europese ‘Constitutional Law Schmooze’ in Milaan

Al decennialang worden in de Verenigde Staten ‘Schmoozes’ georganiseerd. Deze kleinschalige bijeenkomsten bieden de mogelijkheid om op informele wijze over belangwekkende thema’s te praten. Op 12 en 13 oktober vond in Milaan de eerste Europese Schmooze plaats, met als thema ‘Economic Inequality as a Global Constitutional Challenge’. Ingrid Leijten was uitgenodigd om aan deze bijeenkomst deel te nemen.

Enkele maanden geleden besloten Antonia Baraggia en Lorenza Violini (Universiteit van Milaan) om in Milaan de eerste Europese Schmooze te organiseren. Schmooze-experts Mark A. Graber (Universiteit van Maryland) en Ran Hirschl (Universiteit van Toronto en Göttingen) waren van de partij om het goede voorbeeld te geven: ‘Schmooze’ staat voor een informele uitwisseling van gedachten waarbij deelnemers ‘tickets’ schrijven (een korte tekst met een vernieuwend argument) en die kort presenteren. Vervolgens wordt gediscussieerd, waarbij elke spreker moderator wordt en de volgende spreker aanwijst.

 

Als thema voor de eerste Europese Schmooze kozen de organisatoren ‘Economic Inequality as a Global Constitutional Challenge’. Een belangrijk onderwerp dat vragen oproept als: Wat kunnen staten en vooral constituties doen aan economische ongelijkheid? Wat is de rol van grondrechten hierbij? Zijn lokale overheden of steden wellicht beter in staat om economische ongelijkheid aan te pakken? Wat betekent het voor bijvoorbeeld vrouwen, en hoe is het terug te zien in stemgedrag? De discussies brachten onderzoekers uit verschillende disciplines bij elkaar en leidden tot nieuwe ideeën en onderzoeksagenda’s.

De bijdrage van Ingrid Leijten ging over het belang van gelijkheidsnormen. Hoewel deze normen het antwoord lijken te zijn op economische ongelijkheid, is een beroep voor de rechter op een gelijkheidsnorm lang niet altijd zinvol. Hoewel het streven naar gelijkheid een relatieve verbetering verlangt, is het in veel gevallen lastig om voor de rechter hard te maken dat twee gevallen gelijk zijn en niet verschillend behandeld mogen worden. Bovendien vraagt economische ongelijkheid om een meer structurele aanpak, die in individuele rechtszaken lastig te bereiken is. Het punt van Leijten was dat de focus op gelijkheid niet in de weg moet staan aan het nader uitwerken van andere materiële (sociaaleconomische) normen; daar zijn zowel rechtszoekenden als overheidsinstanties meer bij gebaat. Dat hierdoor de aandacht kan verschuiven van gelijkheid naar ‘sufficiency’ (iets wat Samuel Moyn in zijn recente boek Not Enough bekritiseert), laat wellicht zien dat de rol van fundamentele rechten bij het streven naar economische gelijkheid, een beperkte is, en we hier niet al onze hoop op moeten vestigen. Dit neemt niet weg dat er andere, ‘constitutionele’ oplossingen kunnen bestaan die economische ongelijkheid kunnen (helpen) verkleinen. Denk bijvoorbeeld aan het mogelijk maken van regionale en lokale oplossingen op maat. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.