De geboorte van een studie
De nieuwste opleiding van Universiteit Leiden heet Urban Studies. Hoe gaat dat, het opzetten van een compleet nieuwe studie? De bedenkers aan het woord.
11 september 2018: een groep studenten luistert in een collegezaal op de Haagse campus naar het betoog van hun docent. Ze zitten er nog wat onwennig, het is hun allereerste dag. Maar ook voor de docent en alle anderen die bij deze opleiding zijn betrokken is het wennen. De meesten van hen zijn weliswaar al langer aan de universiteit verbonden, maar toch is het híer ook hún eerste lesdag. Het gaat namelijk om een gloednieuwe bachelor: Urban Studies.
De universiteit begint vaker met zulke nieuwe studies, en dat gebeurt niet lichtvaardig. De weg van eerste idee naar kant-en-klare opleiding is complex en lang. Neem Urban Studies. Meer dan drie jaar geleden kreeg Wim van den Doel, de toenmalige decaan van de faculteit Geesteswetenschappen, een brainwave. Binnen de universiteit was zoveel kennis aanwezig over stedelijke ontwikkelingen en vraagstukken, waarom die kennis niet bundelen in multidisciplinaire opleiding? Hij presenteerde zijn ideeën aan zijn collega’s van de relevante faculteiten: Geesteswetenschappen, Sociale Wetenschappen, Wiskunde en Natuurwetenschappen, Rechtsgeleerdheid en Governance & Global Affairs. Met als resultaat: enthousiaste reacties, en ook het College van Bestuur zag de potentie van deze opleiding.
Op de kaart zetten
Toen werd het serieus, nu moesten er zowel inhoudelijk als organisatorisch grote stappen worden gezet. Van den Doel vroeg Manon van der Heijden, hoogleraar stadsgeschiedenis, om het project te trekken. Van der Heijden: ‘Urban Studies brengt maar liefst vijf faculteiten samen, dat was nog niet eerder gedaan. Ik moest de focus houden en de cohesie in het programma bewaken.’ Dat was niet altijd makkelijk, want, vertelt ze, in eerste instantie vond iedereen toch zijn eigen studie het belangrijkste. Maar tijdens het proces bleek de wil tot samenwerking groot. De nieuwe studie was immers een unieke kans om Leiden op het gebied van stedelijke vraagstukken op de kaart te zetten. Van der Heijden: ‘Nederland is een van de meest geürbaniseerde landen ter wereld. Er zijn wel een paar gespecialiseerde masters over aspecten van urbanisatie, maar een brede bachelor Urban Studies bestond nog niet. Daarin liepen we internationaal gezien echt achter, want urbanisatie is een onderwerp dat steeds belangrijker wordt. In 2050 zal 70% van de wereldbevolking in steden wonen. Dat betekent dat oplossingen voor de grote kwesties van deze tijd, zoals duurzaamheid, veiligheid en gezondheid, ook in de steden ontwikkeld moeten worden.’ De nieuwe, Engelstalige opleiding richt zich op vier thema’s: de multiculturele stad, de veilige stad, de gezonde stad en de duurzame stad. Programmacoördinator Marrij Zeeman: ‘Het eerste jaar is breed, daarna specialiseren de studenten zich. Ook kunnen ze in het derde jaar een praktijkstage doen bij bijvoorbeeld een internationale organisatie of een gemeente. We hebben veel contact met de gemeente Den Haag, daar kunnen ze haast niet wachten tot de eerste stagiaires zich melden.’
Behoefte peilen
De band met die gemeente is bijna vanzelfsprekend, omdat de opleiding op de Haagse campus van de universiteit is gehuisvest. Maar ook was er al veel contact tijdens een belangrijke fase van de totstandkoming van de opleiding. Elke aspirant-studie ondergaat de cruciale en zeer strenge Macrodoelmatigheidstoets, waarbij de overheid controleert of er behoefte is onder studenten en op de arbeidsmarkt, en of er sprake is van verdringing van andere studies. Zeeman: ‘Dat was echt heel veel werk. We hebben onder andere een arbeidsmarktonderzoek gedaan onder mogelijke werkgevers, en ook hebben we zelf een uitgebreid onderzoek laten doen onder scholieren: hoe staan zij tegenover een opleiding als Urban Studies?’ De uitkomsten waren positief. Maar het was wel even schrikken dat de Universiteit Groningen en de UvA bezwaar aantekenden tegen de komst van wat zij zagen als een concurrent. Van der Heijden: ‘We zijn daarna met diverse opleidingen in gesprek gegaan om de bezwaren weg te nemen.’ Gelukkig deelde de commissie de visie van de Universiteit Leiden en ging zij akkoord met de nieuwe opleiding. Van der Heijden: ‘Dat hebben we natuurlijk wel gevierd.’
Inhoudelijke toets
Tijd om lang te feesten was er niet, want de volgende intensieve en belangrijke stap diende zich aan: de Toets Nieuwe Opleiding van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Hier wordt het programma inhoudelijk grondig doorgelicht op aansluiting bij het vakgebied en academisch niveau. Dat betekent dat doelstelling en eindkwalificaties van de hele opleiding geformuleerd moeten zijn. Voor het eerste jaar moeten zaken als cursussen, studiemateriaal, toetsen en werkvormen al helemaal uitgewerkt zijn, terwijl het tweede en derde jaar al in de steigers moeten staan. Ook hier kwam groen licht, maar wel met enkele voorwaarden. Zo moest er nog wat worden geschaafd aan de basisvakken van de opleiding, de geesteswetenschappelijke focus en aandacht voor het ruimtelijke aspect van de stad. Aanpassingen zijn ondertussen gedaan. De planning was spannend, want inmiddels was het eind 2017 – een nogal laat tijdstip om studenten te gaan werven voor het nieuwe studiejaar, dat in september 2018 zou starten.
Die late werving bleek echter geen belemmering. Zeeman: ‘De interesse is groot, dat bleek al snel bij open dagen en andere evenementen. We hebben nu rond de vijftig eerstejaars, van wie een derde uit het buitenland komt. Dat is mooi, je wilt ook niet een al te grote toeloop in het begin. Met zo’n aantal kunnen we eventuele opstartproblemen goed managen.’ Het uiteindelijke doel is door te groeien naar 100 à 150 nieuwe aanmeldingen per jaar. Van der Heijden benadrukt dat het programma niet alleen voor de studenten, maar ook voor de docenten een prachtige kans is: ‘Dit is ongelooflijk leuk. We werken intensief samen met collega’s uit andere disciplines, daar moeten wel bijzondere onderzoeksverbanden uit ontstaan.’
Tekst: Annette Zeelenberg
Dit artikel verscheen eerder in Leidraad, het alumnimagazine van de Universiteit Leiden. Lees het volledige blad op de website.
Breed en diep: allebei nodig
De meeste nieuwe Leidse opleidingen van de laatste jaren zijn multidisciplinair. Wat betekent die breedte voor andere, meer specialistische studies? ‘Een multidisciplinaire opleiding als Urban Studies past binnen de algehele ontwikkeling van de wetenschap’, zegt Manon van der Heijden, Wetenschappelijk Directeur van de faculteit Geesteswetenschappen. ‘Als wetenschappers gaan we op allerlei terreinen steeds meer samenwerken. Voor complexe vraagstukken als urbanisering is die samenwerking echt noodzakelijk. Maar ook disciplinaire opleidingen blijven bestaan, de breedte gaat zeker niet ten koste van de diepte. Je hebt in wetenschap en maatschappij immers zowel mensen met overzicht nodig als mensen met een diepe expertise.’
Leiden is terughoudend bij het opzetten van nieuwe opleidingen. Het is belangrijk dat nieuw aanbod aansluit op de eigen onderzoeksterreinen. Ook moet van tevoren duidelijk zijn dat er echt interesse is onder (potentiële) studenten. En, ook heel belangrijk: een nieuwe studie mag bestaande opleidingen niet `leegzuigen’. Veel van de recent gestarte studies zijn internationaal georiënteerd, in lijn met het bredere beeld van de internationalisering van het academisch onderwijs.