Zes universitaire locaties te bezichtigen op Open Monumentendagen
Van de 32 monumenten die op 8 en 9 september, de Open Momentendagen, in Leiden hun deuren openen voor publiek. zijn er vijf van de universiteit. Daarnaast is de Hortus botanicus open.
Welk thema ook gekozen wordt voor de Leidse Open Monumentendagen, het raakt altijd wel op de een of andere manier aan de universiteit en haar gebouwen. Daarom zijn altijd wel universitaire panden te bezichtigen.
Dit jaar is In Europa het thema. Bezoekers kunnen op zoek naar de banden die Leiden heeft met Europa. Tot de oudste Europese sporen in Leiden behoren die van de Romeinen in Park Matilo. Hoewel de Leidse universiteit te jong is om geworteld te zijn in de Romeinse tijd, is haar leeftijd eerbiedwaardig en zo ook veel van haar gebouwen. Banden met Europa zijn er genoeg, aangezien de universiteit vanaf de oprichting af internationale wetenschappers en studenten heeft getrokken en Europa op allerlei manieren wordt bestudeerd.
Op de Monumentendagen vinden ook lezingen en allerlei andere activiteiten plaats. Zie in de rechterkolom de link naar het volledige programma.
Het Gravensteen
Dit toevluchtsoord voor de graven van Holland diende ook als gevangenis. Het was een van de eerste stenen gebouwen in Leiden. Tot 1853 werden bij het gebouw publieke executies door ophanging voltrokken. De laatste betrof Janus van der Blom, die een boerenmeisje ombracht. Vanuit de galerij konden de aanklagers en de rechters de executies gadeslaan. De plaats waar de executies plaatsvonden, aan de kant van Het Gerecht, is gemarkeerd. De gevangenis had cellen voor verschillende rangen en standen; het ‘uitschot’ kwam terecht in een van de vier cellen die grensden aan de buitenplaats zodat zij door de koekoek - het hoge raampje - goed konden horen welke afstraffing hen nog te wachten stond. De universiteit huurt het gebouw van de gemeente Leiden.
Lees meer op de site van Open Monumentendagen
Snouck Hurgronjehuis
Rapenburg 61 is genoemd naar de arabist en islamoloog prof. Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) die het kocht nadat hij terugkeerde uit Midden-Oosten. Na het overlijden van Snouck Hurgronje in 1936 kwam het huis in het bezit van het Leids Universiteits Fonds (LUF). Dat verhuisde enkele jaren geleden naar het Bestuursgebouw aan het Rapenburg. Het pand werd daarop verkocht aan Beheer- en Beleggingsmaatschappij Zandbergen.
Snouck Hurgronje studeerde theologie en Semitische talen. Hij leefde enige tijd als moslim in het Midden-Oosten. Hij sloot ook een islamitische huwelijk waaruit kinderen voortkwamen; nazaten wonen in Indonesië. Ook ondernam hij de pelgrimage naar Mekka, een van de vijf zuilen van de islam; Snouck Hurgronje was al op zijn 23ste in Leiden cum laude gepromoveerd op dit onderwerp. Onderweg naar Mekka werd hij echter ontmaskerd als feitelijk niet-moslim.
Het pand werd diverse keren verbouwd en vertoont dus tekenen van diverse bouwstijlen, waaronder roccoco.
Lees meer op de site van de Open Monumentendagen
Het Academiegebouw
Liefhebbers raken nooit uitgekeken in het Academiegebouw. Zo is bij de in 2009 afgeronde renovatie en restauratie na uitgebreid kleurhistorisch onderzoek het schilderwerk uit vroeger tijden in kaart gebracht. Een goede spoorzoeker kan in het hele gebouw kleine vensters ontdekken waar de originele kleuren en sjablonen zijn blootgelegd. Het kleurgebruik van nu sluit aan bij dat uit de jaren 1878-1887, toen rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst het Academiegebouw ook al renoveerde. Maar moderne accenten ontbreken niet, zoals het tapijt in de Senaatskamer en de Docentenkamer. Ontwerper en oud-hoogleraar Typografie in Leiden, Gerard Unger, koos voor een kleurcombinatie met helder paars en felroze. Speciaal ter ere van de restauratie en renovatie ontwierp hij de Leidse letter die in het tapijt en ook elders in het Academiegebouw is toegepast.
Op de muur naast de wenteltrap heeft student Victor de Stuer ooit in houtskool het studentenleven verbeeld. Die reeks wordt nu vervolgd met schetsen van het huidige studentenleven door kunstenaar Uri Ruff.
Lees meer op de site van Open Monumentendagen
P.J. Vethgebouw
Het P.J. Vethgebouw is een voorbeeld van een geslaagde combinatie van respect voor het oude en gereed voor het nieuwe; oude gebouwen die niet meer gebruikt worden zijn dode gebouwen maar gelukkig zijn ze aan te passen aan deze tijd. Het pand werd ruim honderd jaar geleden gebouw. Het ene deel werd Botanisch Laboratorium, het andere Rijksherbarium. Daarna hielden de niet-Westerse talen en culturen er lange tijd domicilie. Het schitterende pand. begrensd door de smalle Nonnensteeg en de Hortus botanicus, valt niet erg op. Maar dat is onterecht.
Bezoekers kunnen op de Monumentendagen de zogenoemde beletage, waarheen de buitentrap leidt, bekijken. Daar is ook te zien welke ingenieuze ingrepen de architecten hebben bedacht om de bouwdelen van het Botanisch Laboratorium en het Herbarium, waarvan de etages niet op elkaar aansloten, met elkaar te verbinden.
Lees meer op de site van Open Monumentendagen
Hortus Botanicus
De Leidse Hortus botanicus is de oudste van Nederland. Carolus Clusius, die ook de tulp naar Europa bracht, realiseerde de tuin in 1590, vijftien jaar na de oprichting van de universiteit. De tuin was toen veel kleiner, getuige de reconstructie van de oorspronkelijke tuin, pal tegenover de toegangspoort. In de loop der eeuwen volgden diverse uitbreidingen. Maar de Hortus moest ook weer terrein afstaan voor de bouw van de Sterrewacht.
De Tropische kas van de Hortus botanicus stamt uit de jaren dertig en werd in 2013 gerestaureerd. In de glasverdeling is de originele vorm van de kas nog te herkennen. De restauratie/renovatie was onder meer nodig omdat er veel warmte weglekte; met de renovatie werd dan ook een flinke energiebesparing gerealiseerd. De Oranjerie en de Vakwerkschuur werden al in 1744 opgetrokken. Het nieuwste gebouw is de Wintertuin uit 2000 waarin ook het grand café, de kassa en de Hortuswinkel zijn geïntegreerd.
Maar de echte sieraden van de Hortus botanicus zijn natuurlijk de collectie oude en jonge planten en bomen, inheems en uitheems, en de sfeer van verstilling en rust die zij creëren in het hart van de stad.
Lees meer op de site van Open Monumentendagen
Oude Sterrewacht
Dat de Oude Sterrewacht er kwam hebben we te danken aan Frederik Kaiser die er in de negentiende eeuw onvermoeibaar voor ijverde. Dat is goed te begrijpen als je bedenkt dat de Leidse sterrenwacht lang een bouwsel was op het dak van het Academigebouw. De 6-duimskijker die nu nog te zien is, werd nog gebruikt toen het sterrenkijken nog vanaf het Academiegebouw gebeurde. De stoel bij de grote 10-duimskijker is de originele stoel waar Einstein ook nog op gezeten heeft. Wat we nu de Oude Sterrewacht noemen, was in de dagen van Kaiser juist helemaal bij de tijd en stuwde de Leidse sterrenkunde tot grote hoogte. En nog steeds draait De Leidse Sterrewacht mee in de wereldtop. Zo ontving sterrenkundige Ewine van Dishoeck afgelopen week, op 4 september, de Kavliprijs, beschouwd als de Nobelprijs voor de sterrenkunde.
Lees meer op de site van Open Monumentendagen
Tekst: Corine Hendriks/Open Monumentendagen Leiden
Mail de redactie