'Hoe maken we de verzorgingsstaat immigratiebestendig?'
Wetenschappers van de faculteit Governance and Global Affairs doen onderzoek naar uiteenlopende onderwerpen zoals terrorisme, cybercriminaliteit en migratie. De komende weken laten we enkelen van onze beste wetenschappers aan het woord. Deze keer: migratieonderzoeker Alexandre Afonso.
Afonso ontving onlangs een Vidi-beurs van NWO voor zijn onderzoek naar vergelijkende politieke economie. Daarbij legt hij de focus op verzorgingsstaat- en arbeidsmarkthervormingen, de politieke economie van arbeidsmigratie en de rol van partijen en georganiseerde belangen bij beleidshervormingen. Wij stelden vijf vragen aan Alexandre over zijn onderzoek.
Wat heb je onderzocht?
‘In het algemeen: de relatie tussen politiek en economie. Meer specifiek: recentelijk verdiepte ik me in immigratie en de verzorgingsstaat. Kunnen (en moeten) politici die verzorgingsstaat immigratiebestendig maken?’
Wat heb je gevonden?
‘In de 19de eeuw bestond er geen verzorgingsstaat. Belastingen werden niet gebruikt voor sociale voorzieningen. Immigratiebeperking was daardoor niet nodig – zolang immigranten zichzelf konden redden waren ze welkom. Maar toen er eenmaal sociale voorzieningen kwamen, groeide ook de noodzaak om te bepalen aan wie die ten goede mochten komen. In het algemeen zijn mensen niet erg happig om te betalen voor de ondersteuning van “het verkeerde soort mensen”. Burgers willen garanties: Wie niet meebetaalt aan voorzieningen mag daarvan ook niet profiteren. In Nederland zien we dat bijvoorbeeld terug in de opvattingen van de PVV. Welvaarts-chauvinisme, wordt het wel genoemd: het idee dat sociale voorzieningen beperkt zouden moeten blijven tot autochtonen, of ten minste tot mensen “die het verdienen”. Immigranten zouden tot geen van beide categorieën behoren, en zouden dus buiten de boot moeten vallen. Zo claimen populistische partijen de verzorgingsstaat.’
Waarom is het belangrijk om dit te onderzoeken?
'De politieke situatie, en met name het debat over immigratie, confronteert ons met nieuwe vragen. Kan de verzorgingsstaat overeind blijven in een context van massa-immigratie? Ondermijnt die immigratie de (binnenlandse) steun voor sociale voorzieningen? De meeste mensen hebben slechts een vage notie van de onderliggende mechanismen die daarbij een rol spelen. Er is, kortom, meer en betere informatie nodig.’
Wat verraste je?
‘Een goede verzorgingsstaat zou werken als een migratiemagneet – dat is in elk geval het idee. Fout! Zo’n sociaal systeem is namelijk duur, en dat betekent: een hoge belastingdruk, met name op laagbetaald werk. Daardoor is er doorgaans minder ongeschoolde en slecht betaalde arbeid beschikbaar. Weinig aantrekkelijk voor immigranten. Want laten we vooral niet vergeten dat die niet komen voor sociale voorzieningen maar voor banen!’
Je ouders waren zelf migrant. Wat heeft je dat geleerd?
‘Ik groeide op in Zwitserland, in een familie met Portugese wortels. Eén van de vele: Portugezen vormen de grootste groep immigranten in het land, en worden beschouwd als “bijna inheems” . En ze zijn bijzonder goed geïntegreerd. Maar in de jaren ’60 aarzelde de regering nog om immigranten binnen te halen uit landen als Joegoslavië, Griekenland, Turkije of Portugal binnen – die “verschillen teveel van ons”. Met andere woorden: de opvattingen over “wij” en “zij” kunnen dramatisch veranderen in de loop der tijd. Waar het meestal op neerkomt: We zoeken voortdurend naar degenen die (ogenschijnlijk) het meest op ons lijken.’
Meer lezen over dit onderzoek?
Lees gratis de Research-brochure van de faculteit Governance and Global Affairs. In deze publicatie vertellen twaalf wetenschappers over hun onderzoek.