Eye in the Sky: studenten in debat met docenten over film vol complicaties en dilemma’s
In een huis in de Keniase hoofdstad Nairobi hebben enkele kopstukken van de jihadistische organisatie Al-Shabaab zich verzameld. Het Britse leger heeft het huis gelokaliseerd, met behulp van onder meer de beelden die zijn gemaakt door een Amerikaanse drone. Het plan is om de terroristen te laten arresteren door speciale eenheden die zich in de buurt van het huis ophouden, maar als duidelijk wordt dat de groep op het punt staat een terroristische aanslag te plegen, verandert het doel van de missie: de terreurgroep moet worden uitgeschakeld. Maar hoeveel collateral damage zal een raket van de Amerikaanse drone veroorzaken? Hoe kan een meisje dat brood verkoopt de missie zo doen vertragen? En wie moet beslissen om wel of niet te vuren op de terroristen?
Eerstejaarsstudenten Rechtsgeleerdheid en Criminologie bekeken in de Introductieweek in de zalen van het Trianon Theater in Leiden de Britse film Eye in the Sky (2015). In deze film volgen militaire, politieke, juridische en ethische complicaties en dilemma’s elkaar in hoog tempo op en moet uiteindelijk iemand een beslissing nemen. Na de film gaven docenten een toelichting vanuit hun eigen vakgebied en expertise. Daarna gingen zij met de studenten in debat over verschillende dilemma’s en complicaties. Halverwege de film konden de studenten op hun telefoon stemmen: de raket lanceren of niet? Op dat moment weten we dat de kans op burgerslachtoffers wordt geschat op 65 procent. Een meisje dat voor het huis brood verkoopt, zonder te weten wat er in het huis gebeurt, maakt dus een flinke kans de aanval niet te overleven. Dat geldt ook voor andere onschuldige passanten.
Lastige keuze
“Het gaat hier om het verschil tussen de dood van één meisje en de dood van ongeveer tachtig mensen, die volgens een schatting zouden omkomen als de terroristen een aanslag zouden plegen”, verklaart een student in de zaal in het debat haar keuze. Zij stemde daarom voor wél lanceren, net als een grote meerderheid in de zaal. “Het was een lastige keuze, er spelen allerlei belangen mee.”
“Maar die terroristen hadden daar nog wel een uur kunnen zitten”, vindt een nee-stemmer, die zou hebben gewacht met schieten tot er meer duidelijkheid was over wat de aanslagplegers van plan waren. “Daar komt bij dat het eigenlijke doel van de missie was de terroristen op te pakken en te berechten”, valt een andere nee-stemmer bij.
Een ja-stemmer geeft aan nu toch te twijfelen. “Het plan was om hen op te pakken, maar omdat de terroristen bomgordels omdeden, koos ik toch voor het wel lanceren van de raket. Maar eigenlijk vind ik dat ze zouden moeten wachten tot de aanslagplegers naar buiten gingen om de aanslag daadwerkelijk te gaan plegen. Maar dan is de vraag: hoelang wacht je dan met de aanval? Als ze gaan bewegen, wordt het veel moeilijker om de drone in te zetten: de raket doet er ongeveer 50 seconden over om het doel te bereiken.”
Nieuwe wending
Later in de film dringt de Britse kolonel die de missie leidt er bij haar personeel op aan de berekeningen van collateral damage zó aan te passen dat het risico op burgerslachtoffers optisch wordt verlaagd naar 45 procent. Dat geeft het verhaal weer een nieuwe wending. “Zulke details maken dit een heel heftige film”, zegt hoogleraar Criminologie en decaan van de Rechtenfaculteit Joanne van der Leun, die in een van de zalen het gesprek aanging met studenten. “Het draait hier om juridische en ethische vraagstukken. Er worden mensen onder druk gezet om de feiten op een bepaalde manier te presenteren.”
Het feit dat de autoriteiten tegenwoordig rechtstreeks kunnen meekijken bij dit soort operaties speelt een grote rol, zegt medegespreksleider Jelle Cnossen, PhD-Fellow straf- en strafprocesrecht bij het Instituut voor Strafrecht en Criminologie. “De leiding van de missie ziet de beelden van het meisje dat voor het huis zit. Mogelijk maakt dat de autoriteiten angstig voor de politieke gevolgen van hun beslissing. Dat maakt het besluit gecompliceerd. De argumenten om wel of niet aan te vallen, lijken meer met de politieke gevolgen te maken te hebben dan met een militaire afweging.”
De legerleiding moet voor zijn beslissing toestemming krijgen van de politieke leiders, maar omdat het een gezamenlijke operatie is van het Britse en het Amerikaanse leger verloopt dat allesbehalve soepel. “Juist die politieke kant maakt de zaak zo moeilijk”, zegt een student. “Is het leven van het meisje voor het huis dan echt zoveel waard? Door de beelden krijgt het meisje een gezicht en dat heeft een grote invloed. Je krijgt een band met haar.”
In ons hart
Dertig jaar geleden zou zo’n militaire operatie heel anders zijn gegaan, zegt Cnossen. “Toen hadden we al die beelden nog niet. De feiten werden telefonisch doorgegeven en er werden ook nog geen berekeningen voor percentages van het risico op burgerslachtoffers gemaakt. Dat maakt de discussie heel anders.”
De uiteindelijke beslissing die in de film genomen wordt, blijft het werk van mensen. “En in ons hart maken we een onderscheid tussen verschillende soorten slachtoffers”, zegt Van der Leun. “We vinden sommige slachtoffers ‘erger’ dan andere. Dat is niet netjes, maar het zit in ons hart.” Blijf je daarom ook altijd bewust van het verschil tussen recht en het recht, geeft Cnossen de studenten mee. “Staar je niet blind op het geschreven recht. Blijf altijd zelf nadenken over wat je ervan vindt.”
Na het debat staan studenten Tim (19) en Rick (19) nog steeds achter hun beslissing om ja te stemmen halverwege de film. “In de film zie je duidelijk het gezicht van het meisje, maar de gezichten van de tientallen andere slachtoffers die bij een aanslag kunnen vallen zie je niet”, zegt Tim. “Maar het blijft een lastige beslissing”, vult Rick hem aan.
Claudia (18) zou niet hebben aangevallen. “Ik vind dat ze langer hadden moeten wachten met het nemen van de beslissing. Op een gegeven moment viel een spionagecamera in het huis van de terroristen uit en dat maakte het wel een stuk moeilijker om een aanval uit te stellen. Maar sowieso vond ik het lastig om de keuze te maken.” Dat beaamt Annabel (18), die eveneens nee stemde. “Je ziet dat meisje zitten en later zie je dat iemand onder druk wordt gezet om het risicopercentage te verlagen tot onder de 45 procent. Dan kun je je afvragen hoe betrouwbaar de schadeberekeningen zijn.” Achteraf kan ze zich ook wel vinden in de argumenten om wel aan te vallen. “Als je je bedenkt dat er misschien tachtig doden kunnen vallen, dan kan ik me daar wel wat bij voorstellen.”
Aan dit evenement werkten mee:
Niels Blokker
Raisa Blommestijn
Els de Busser
Jelle Cnossen
Jenneke Evers
Jaap de Hoop Scheffer
Esther Kentin
Marc Kessler
Georgina Kuijpers
Joanne van der Leun
Pablo Mendes De Leon