Universiteit Leiden

nl en

Op safari in het Bio Science Park

Het is een warme dag. De zon brandt fel terwijl bioloog Marco Roos zich in het struikgewas richting een bijzonder plantje begeeft. Insecten zoemen, vogels tsjirpen. Op de achtergrond verrijst het LUMC: op het Bio Science Park komen mens en natuur op een bijzondere manier samen.

Bestemmingsplan vs biodiversiteit

Op 4 juli verscheen in opdracht van de gemeente Leiden het adviesrapport Biodivers Leiden Bio Science Park. Stadsecoloog Marco Roos (Naturalis Biodiversity Center en Universiteit Leiden) was voorzitter van één van de werkgroepen. ‘Er zijn grootse plannen dit gebied helemaal vol te bouwen met bedrijven. Dit gaat ten koste van de bestaande groene en blauwe infrastructuren in het gebied: graslanden, bermen, bossen en waterwegen. Gelukkig heeft de gemeenteraad een motie aangenomen om biodiversiteit in het gebied een betere plek te geven, ook in bestemmingsplannen die een veel hogere bedrijvendichtheid beogen.’

Artikel gaat verder onder de video

Biodiversiteit op het Bio Science Park: op safari met Marco Roos

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Veldexcursie

Roos laat graag de biodiversiteitshotspots van het Bio Science Park zien. En wie met hem op pad gaat, bekijkt het park met andere ogen. Het voelt weer even als die biologie-excursie op de middelbare school. Roos kent elke plant bij naam en kan over alles iets vertellen. Een plant waar je normaal waarschijnlijk aan voorbij loopt, is bijvoet. ‘Bijvoet is sinds de Romeinse tijd in Nederland te vinden. De soldaten stopten de blaadjes in hun sandalen. Waarschijnlijk hadden ze zo minder last van blaren en werd de geur van hun voeten geneutraliseerd,’ vertelt hij.

Marco Roos geeft uitleg over kattenstaart

Oude natuur

Maar, wat doet al die natuur dan op een bedrijventerrein? ‘Nou, die natuur was hier natuurlijk al voor de aanleg van het Bio Science Park’, kopt Roos lachend terug. ‘En de restanten ervan zijn nog steeds aanwezig. Sinds de aanleg van het park heeft de natuur zich verder kunnen ontwikkelen in die stukjes waar niet direct een bestemming voor was. Zo zijn er bijvoorbeeld oude stukjes bos en de trambaan met rijke kruidenvegetatie.’

Wateroverlast en hittestress

Biodiversiteit is niet alleen interessant om naar te kijken. ‘De groene en blauwe structuren in dit gebied zijn van belang voor de opvang van wateroverlast na hevige regenbuien,’ vertelt Roos. ‘Als er alleen stenen zijn, kan het water nergens naartoe en moeten we het afvoeren via het riool. Ook is het groen van groot belang om hittestress tegen te gaan. Het zorgt voor schaduw en buffert de temperatuur. Dat kan op warme dagen wel 10 graden verschil maken! Zo blijft het Bio Science Park een prettige plek om te werken.’

Bang voor beestjes

Er zijn ook zorgen om al die biodiversiteit. ‘Sommige mensen zijn bang dat meer beestjes buiten de gebouwen ook meer beestjes binnen betekent. Met name in clean rooms, lab-ruimten of operatiekamers.’ Onderzoek toont echter aan dat dit risico nagenoeg nul is: de luchtfilters van de gebouwen zijn goed afgedicht. Roos denkt zelfs dat het andersom kan werken: hoe meer biodiversiteit, hoe minder uitbarstingen van plaaginsecten, omdat het systeem dan stabieler is.

Er zijn ook mensen die biodiversiteit misschien wat rommelig vinden. ‘Die houden van goed onderhouden gazons en mooi aangelegde perken. Die mensen zullen eraan moeten wennen dat natuur niet netjes is: natuur verdient rommel. Als je ernaar leert kijken, zie je steeds meer planten en dieren en wordt het ook steeds interessanter.’

Behouden of langzaam veranderen

De belangrijkste uitkomst van het rapport is volgens Roos de grote eensgezindheid van alle betrokkenen. ‘Iedereen beseft dat oude bomen waardevol zijn, net als rijke bodems. En dat je niet alles kunt maken: bepaalde dingen kennen al een geschiedenis en rijkheid en voegen daardoor meer toe dan iets nieuws.’ De filosofie van het advies is een extensief en op diversiteit gericht beheer. Waar natuur moet wijken, pleit hij ervoor dit gefaseerd te doen. Bijvoorbeeld bij de oude populieren aan de Wassenaarse weg. ‘Dat oude hout heeft veel natuurwaarde. De populieren zitten vol insecten en zijn belangrijk voor holbewonende dieren, zoals vleermuizen en spechten. Wanneer je alles in één keer weghaalt, raken zij hun oriëntatie, broed- en voedselgebied kwijt.’

Onverwachte orchidee

De meest speciale plant die Roos ooit is tegenkomen, is de bijenorchis. ‘Een bijzondere orchideeënsoort die ik alleen van Zuid-Europa kende, maar die opeens opduikt bij het Bio Science Park. Hij stond vlakbij de ingang van het Van Steenis-gebouw. Het was bijzonder om die daar te zien.’Roos hoopt dat het rapport dient als voorbeeld voor andere bedrijventerreinen. ‘Zo hoeven zij het wiel niet opnieuw uit te vinden en kunnen bijzondere planten ons kunnen blijven verbazen door op onverwachte plekken op te duiken.’

Tekst: Hilde Pracht
Beeld: Milou van Leeuwen

 

Het Bio Science Park

Marco Roos: ‘De Noordgrens van het Bio Science Park wordt gevormd door de Wassenaarse weg. De Plesmanlaan is de zuidgrens van het gebied. Verder loopt het vanaf het station Leiden Centraal tot aan de Rijn in het Westen. Het gebied wordt doorsneden door de A44.'

Het rapport

Het rapport ‘Biodivers Leiden Bio Science Park’ is geschreven in opdracht van de gemeente Leiden door de kerngroep Biodiversiteit. Deze kerngroep vertegenwoordigt de belangen van de Leidse milieuorganisaties, Ondernemersvereniging Bio Science Park, de Universiteit Leiden en de gemeentes Leiden en Oestgeest.

De volgende stap is de uitvoering van het plan. Momenteel werkt de gemeente Leiden in samenspraak met de betrokken partijen aan een plan hiervoor. Voor de komende twee jaar wil de gemeente Leiden 400.000 euro reserveren. De Universiteit Leiden en de gemeente Leiden nemen nu al maatregelen mee in hun lopende projecten.

Het complete rapport is te vinden via deze link, onder het tabblad ‘Downloads’.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.