'Deze faculteit past echt goed bij mij!'
Erwin Muller is met ingang van 1 september de nieuwe decaan van de Faculteit Governance and Global Affairs (FGGA) in Den Haag. Wat maakt hem de geschikte persoon voor deze baan? En wat staat de faculteit de komende jaren te wachten? ‘Kwaliteit en inhoud zijn cruciaal. Sommige groeicijfers zijn verontrustend hoog.’
‘Ik heb een buitengewoon blijmoedig karakter,’ zegt Muller halverwege ons gesprek op de derde verdieping van het Wijnhavengebouw. En dat is te merken: de aanstaande decaan neemt uitgebreid de tijd om vragen te beantwoorden en zet zijn grootste glimlach op voor de fotograaf. Maar zoals een echte wetenschapper betaamt is hij ook een beetje wars van uiterlijk vertoon. ‘Ik neem aan dat je zo wel voldoende materiaal hebt?,’ zegt hij subtiel tegen de fotograaf als de fotoshoot naar zijn smaak wat lang duurt.
Wat gaan FGGA-collega’s merken van dat blijmoedige karakter?
‘Ik wil blij besturen. Dat wil zeggen dat ik vooral mogelijkheden zie en niet zo zeer beperkingen en uitga van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de medewerkers. Liefst houd ik de hoofdlijnen binnen de faculteit in de gaten, maar laat ik de invulling van de details zoveel mogelijk over aan de collega’s die de meeste expertise op een bepaald gebied hebben. Ook fouten maken hoort daarbij. Als het een keer echt mis dreigt te gaan, grijp ik wel in.’
Wat maakt je verder een goede decaan van FGGA?
‘Ik ben sinds 2001 hoogleraar Veiligheid en recht aan de Universiteit Leiden. Maar ik heb altijd meer willen zijn dan alleen wetenschapper. Ik wilde die kennis ook toepassen in de praktijk. Daarom heb ik mijn hoogleraarschap altijd gecombineerd met bestuursfuncties. Op die manier kon ik mijn inhoudelijke kennis toepassen in de praktijk. Ik denk dat die combinatie van inhoudelijke kennis en bestuurlijke vaardigheden waardevol zijn in mijn werk als decaan van FGGA.’
Muller (1965) werkte tot voor kort als vicevoorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, een zelfstandig bestuursorgaan dat onderzoekt hoe de veiligheid in Nederland beter kan. Daarvoor was hij onder meer directeur van de Politieacademie, van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. Binnen de Universiteit Leiden was hij eerder vicedecaan van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
Veiligheidsvraagstukken zijn ook binnen FGGA een belangrijk thema, bijvoorbeeld binnen Security Studies en Bestuurskunde.
‘Precies. De thema’s binnen FGGA sluiten precies aan bij mijn interesses en kennis. Hoe functioneren veiligheidsorganisaties zoals de inlichtingendiensten, brandweerkorpsen en de Nationale Politie? En wat zijn de bevoegdheden en kaders waarbinnen zij moeten opereren? Het zijn vraagstukken waar ik me al decennia mee bezighoud. Daarom past deze faculteit ook echt bij mij, en ikzelf hopelijk bij de faculteit.’
Op 1 september verhuist ook je leerstoel van Leiden naar Den Haag. Zie je vooral overeenkomsten tussen beide steden, of ook verschillen?
‘De Onderzoeksraad voor Veiligheid zit ook in Den Haag, dus ik ken de stad inmiddels goed. Ik geloof niet dat er erg veel verschillen zitten tussen de universiteitsdependances in Leiden en in Den Haag.’ Na enig doorvragen voegt hij toe: ‘Misschien is de Haagse tak iets ondernemender. Je kunt hier niet zeggen dat we al in de stad zitten sinds 1575. Als je iets van de grond af opbouwt, geeft dat vanzelf meer ruimte voor vernieuwing. Je bent hier echt aan het pionieren. Tegelijkertijd ontbreekt het soms nog aan routines. Ik zie het als mijn taak om die routines in te voeren, zonder het ondernemende uit het raam te gooien.’
Wat beschouw je als de grootste uitdaging die FGGA de komende tijd te wachten staat?
‘We willen optimaal aanwezig zijn om antwoorden te geven op typisch Haagse vraagstukken. Denk daarbij aan grootstedelijke problematiek zoals leefbaarheid en integratie, maar ook aan alle vraagstukken die komen opborrelen bij de ambassades en internationale tribunalen in Den Haag. De aansluiting hierop van het onderwijs en onderzoek kan nog beter. Een andere uitdaging is de snelheid waarmee we groeien. De groei van het aantal studenten is bij sommige studies verontrustend hoog. Ik zie liever een gestage, gelijkmatige groei zodat er voldoende ruimte blijft voor kwaliteit van onderwijs, onderzoek en valorisatie. Kwaliteit en inhoud zijn cruciaal.’
Tot slot: er zijn natuurlijk ook andere faculteiten in Den Haag aanwezig dan alleen FGGA. Je krijgt nadrukkelijk de taak om de verbinding te zoeken. Hoe gaat dat eruit zien?
‘Hoe die overkoepelende bestuurlijke Haagse pet eruit gaat zien, is nog niet duidelijk. Ik wil nadrukkelijk met het college van bestuur en de andere decanen samen uitvogelen waar behoefte aan is, en met welke bestuurlijke structuur we die behoefte vervolgens het best kunnen verwezenlijken.’
Privé
Muller woont sinds kort in Nieuwerbrug aan den Rijn, een klein dorp in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Onlangs kocht hij daar een oude boerderij. Hij woont samen en heeft drie kinderen van 21, 18 en 4 jaar oud.