Interview: Spinozaprijswinnaar Marileen Dogterom
Natuurkundige Marileen Dogterom is een van de winnaars van de Spinozapremie 2018. Ze is hoogleraar aan de TU Delft, waar ook haar lab staat, en is daarnaast verbonden aan de Universiteit Leiden als Medical Delta Professor. Ze verdient de prijs voor haar onderzoek naar het geraamte van de cel.
U onderzoekt de natuurkunde van het cytoskelet, het geraamte van de cel. Kunt u dat uitleggen?
‘Het cytoskelet is een dynamisch polymeersysteem, het verandert voortdurend van vorm. Het is dus anders dan bijvoorbeeld een menselijk skelet. De microtubuli (buisvormige eiwitten die het cytoskelet vormen, red.) genereren krachten door te groeien en te krimpen. Diezelfde microtubuli helpen ook bij cel polarisatie, zodat een cel er anders uitziet aan de voorkant dan de achterkant. Dat heeft een cel bijvoorbeeld nodig om te kunnen wandelen. Het cytoskelet heeft dus ook te maken met de ruimtelijke organisatie van de cel.
Een belangrijke vraag in uw onderzoek is hoe cellen zich delen. Hoe kom je daarachter?
‘De motivatie voor ons onderzoek komt uit celdeling, dat is de relevantie, maar om dat uiteindelijk te snappen doen we eerst experimenten waarin we dingen simplificeren. In het verleden hebben we al gekeken bij enkele microtubuli welke krachten ze genereren als ze korter of langer worden. Of naar een structuur waaruit microtubuli alle kanten op groeien zodat die zich kan positioneren in een afgesloten ruimte, dus eigenlijk binnen een soort artificiële cel. Nu proberen we een kernspoel na te bouwen om de mechanica daarvan te begrijpen. Dat is de structuur van microtubuli die de chromosomen vangt in het midden van de cel, en ze dan uit elkaar trekt voor de celdeling. We kunnen nu de basale organisatie reproduceren van een kernspoel, maar de verschillende stadia van celdeling nabootsen kan nog niet.
Wat maakt celdeling zo bijzonder?
‘Celdeling is een heel gereguleerd proces, want het gebeurt bijna altijd perfect. Het gaat echt verbazingwekkend vaak goed. Zeker als je bedenkt dat er allemaal thermische fluctuaties zijn waarbij alles beweegt. Kennelijk is het zodanig uitgeëvolueerd dat het bijna altijd goed gaat, door voldoende checks-and-balances en redundancies. Wij focussen ons op het krachtenspel daarbij. Dat is een heel natuurkundig proces.
U besteedt het grootste deel van uw tijd in Delft, waar ook uw lab staat. Wat is uw rol in Leiden?
‘Dat heeft een lange geschiedenis. Ik ben al sinds 2000 verbonden aan de Universiteit Leiden. Terwijl ik een groep opbouwde bij AMOLF in Amsterdam was ik bijzonder hoogleraar in Leiden. Toen heb ik daar regelmatig college gegeven en mijn promovendi zijn in Leiden gepromoveerd. Dat was heel belangrijk voor mij want Leiden wilde in die tijd dit type onderzoek ook op de kaart zetten. In 2014 ging ik van AMOLF naar Delft, en werd ik daar hoogleraar. Toen hebben we besloten om mijn Leidse aanstelling te behouden in het kader van het Medical Delta programma. Ik geef in Leiden nu geen colleges, maar dat zou wel weer kunnen gebeuren. En ik doe mee aan evenementen zoals de laptopdagen voor meisjes.
Wat houdt het Medical Delta hoogleraarschap voor u in?
‘Het programma is een samenwerking tussen Leiden, Delft, Rotterdam en de twee ziekenhuizen Erasmus MC en LUMC. Het bestaat uit een collectie dubbelaanstellingen en is bedoeld om de onderlinge samenwerking te versterken op het gebied van toepassingen in de gezondheidszorg. Ik werd in 2016 officieel Medical Delta hoogleraar. Voor mij veranderde dat niet veel want ik had toen al een dubbelaanstelling.
Hoe hoorde u dat u de Spinozaprijs heeft gewonnen?
‘Dat was al begin mei, toen belde Stan Gielen (voorzitten NWO, red.) me op. Dat overviel me. Ik mocht het gelukkig thuis wel al vertellen. Na het belletje zijn mijn man en ik even met zijn tweeën uit eten gegaan. Het echte feestje komt op 12 september natuurlijk, na de uitreiking. Dus dan gaan we het uitgebreider vieren.
Wat gaat u met het prijzengeld doen?
‘Daar mag ik nog even over nadenken. Ik hoef pas in het najaar een plan in te dienen. Een van de andere laureaten is Anna Ahmanova, waarmee ik samen een ERC Synergy grant heb. Die loopt in 2020 af, maar de samenwerking is nog heel waardevol. Dus dat gaan we zeker een vervolg geven. Anna en ik interpreteren deze gelijktijdige prijs zeker als een aanmoediging om samen te blijven werken. En we zijn heel recent een programma begonnen met een Zwaartekrachtpremie, Building a Synthetic Cell. Ook daarvoor komt het van pas, omdat de uitdaging zo enorm is, en het geld wordt verdeeld over tien jaar en zeventien groepen. Met de Spinozapremie kan ik daar een vrijere invulling aan geven.’