Psychologisch effect van beeldmateriaal in het verhoor
Samen met twee rechercheurs in het hol van de leeuw vertellen over je onderzoek. De Leidse psycholoog Lotte van Dillen en twee Rotterdamse criminologen geven op een grote bijeenkomst voor de nationale politie een workshop over beeldmateriaal in het verhoor. ‘Camera’s zijn tegenwoordig overal.’
De korpschef van politie Eric Akerboom verrichtte de officiële aftrap in het Ministerie van Justitie en Veiligheid; minister Ferdinand Grapperhaus verzorgde het slotakkoord op de conferentie ‘Kennis voor de politie van morgen’. Zo’n dag betekent het ideale platform voor Van Dillen, sociaal en organisatiepsycholoog van de Universiteit Leiden en de criminologen Willem-Jan Verhoeven en Gabry Vanderveen van de Erasmus School of Law.
Psychologische effecten
De onderzoekers vertellen over ‘Verbeelding in de verhoorkamer’, een project dat is mogelijk gemaakt met een subsidie van 100.000 euro van Politie & Wetenschap. De workshop ‘Beeldmateriaal in het verhoor’ trekt de aandacht van onder meer juristen, juridisch psychologen en recherchepsycholoog/docent recherchekunde Politieacademie, Martijn van Beek: ‘Wat Van Dillen vertelt is precies waarnaar we op zoek zijn. Onderzoek dat laat zien wat de psychologische effecten zijn van beelden op de waarneming. Maar ook hoe we daarmee om kunnen gaan.’
Betrouwbaarheid van de kijker
Van Dillen heeft dan als ‘opwarmertje’ van haar betoog camerabeelden laten zien van een overval met een schietincident. Voor de zekerheid waarschuwt ze dat de beelden schokkend kunnen zijn. Maar hoe betrouwbaar is de indruk van de kijker eigenlijk? Van Dillen: 'Als mensen de overvaller in slow motion zien schieten, zien ze hierin meer voorbedachte rade dan wanneer ze het in werkelijke snelheid waarnemen. De vraag - had de dader de intentie het slachtoffer te doden - wordt dan vaker met ja beantwoord (Caruso et al. 2016). Bij een filmpje van een botsing tussen auto’s is de vraag: hoe snel raken dan wel botsen de auto’s op elkaar? Als je botsen vraagt, wordt de snelheid hoger ingeschat. Ook herinneren mensen zich dan een week later vaker dat er gebroken glas was, wat niet klopte (Loftus & Palmer, 1974). Wat helpt is de beide filmpjes, slow motion en normale snelheid naast mekaar te vertonen.'
Gegevens verzamelen
Rechercheur Ed Schildknegt geeft inzicht in tien jaar verdachtenverhoor. ‘Waarbij je erop uit bent om de waarheid te achterhalen en niet zozeer om de verdachte te veroordelen. Want als het onderzoek niet deugt, veroordeel je mogelijk de verkeerde verdachte. Een valse bekentenis wil je natuurlijk ten koste van alles voorkomen.’ Beelden kunnen helpen om iemands schuld, maar ook iemands onschuld aan te tonen. ‘Natuurlijk kun je manipuleren met beelden. Maar manipuleren doen we sowieso in een verhoor. Soms leid je de verdachte op basis van gegevens toe naar een bekentenis.’ Collega rechercheur Mariska Dekker vertelt hoe ze aan die gegevens komt. En dat lijkt verbazend veel op hoe wetenschappers hun gegevens verzamelen.
Dialoog over onderzoek
Op deze dag over beleid, praktijk en wetenschap in dialoog over de politie is er uiteraard ruimte voor vragen en opmerkingen over een onderwerp dat leeft. Want die beelden zijn er nu eenmaal. 'Camera’s zijn tegenwoordig overal. Dus dan kan je maar beter goed voorbereid zijn op psychologische en juridische effecten’, meent Van Beek van de politieacademie.
Banner: Video still from the Bensenville Police Department (Caruso et al. 2016)