Wereldwijde degradatie van land en natuur bedreigt welvaart en welzijn
De welvaart en welzijn worden wereldwijd bedreigd door de degradatie van land en natuur. Alhoewel het tij nog te keren is, wordt gevreesd voor verdere achteruitgang in de komende decennia.
Dat is de conclusie van het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES), dat onder de vlag van de Verenigde Naties opereert. Drie jaar lang werkten zo’n 550 onderzoekers, waaronder die van het Planbureau voor de Leefomgeving, Universiteit Leiden en Universiteit Twente, binnen IPBES aan het inzichtelijk maken van de gevolgen van landdegradatie en bijbehorende biodiversiteitsverlies. De eindresultaten zijn deze week bekrachtigd door vertegenwoordigers van de 129 deelnemende landen aan de achtdaagse mondiale VN-conferentie in het Colombiaanse Medellín. De inzichten over de effecten van de mens op onder meer land, natuur, voedsel, water, en klimaat zijn neergelegd in vier rapporten over Azië, Afrika, Amerika, Europa en Centraal Azië en een mondiaal rapport over Land Degradatie en Restauratie.
Druk op land en natuur
De druk op land en natuur zullen aanzienlijk toenemen vanwege de verwachte bevolkingsgroei van 7 naar 10 miljard en een verdubbeling van de consumptie per hoofd in 2050. De zorgen over de houdbaarheid van deze ontwikkeling is de aanleiding van dit grootschalige onderzoek, ingezet door het IPBES. Om aan de groeiende consumptie te kunnen voldoen, wordt een steeds groter deel van het landoppervlak omgezet in landbouw, veeteelt, bosbouw, energie plantages en infrastructuur. Dat heeft tot gevolg dat natuurlijke ecosystemen verloren gaan en biodiversiteit afneemt.
Combinatie van problemen funest
Beide ontwikkelingen dragen verder bij aan klimaatverandering en ondermijnen voedselveiligheid, waterbeschikbaarheid en natuurlijke bescherming tegen overstromingen en droogte. Deze ontwikkelingen kunnen op hun beurt weer leiden tot maatschappelijke instabiliteit. ‘Dit laatste scenario is zeker denkbaar voor gebieden die met een combinatie van grote problemen te maken hebben zoals sterke bevolkingsgroei, armoede, klimaatverandering, en zwakke economieën en overheden. Dit speelt vooral in landen in Zuidelijk Azië, het Midden-Oosten en Afrika’, legt Ben ten Brink van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit.
Het herstellen van land en natuur kost tijd en geld, en is bovendien complex, maar onderzoek heeft uitgewezen dat investeren in herstel van gedegradeerd land op termijn economische voordelen op kan leveren. Ook stellen de onderzoekers voor om sterk in te zetten op het voorkomen van landdegradatie en verlies van biodiversiteit. Kansrijke oplossingen betreffen het uitbreiden en verbinden van beschermde gebieden, het beperken van bevolkingsgroei, het verminderen van vleesconsumptie en energieverbruik, schonere en efficiëntere productieverhoging van voedsel en hout, het tegengaan van verspillingen en bewustmaking en informatievoorziening van de consument.
Europees en Nederlands perspectief
Hoewel degradatie van natuur en land een globaal probleem is, raakt het niet alle landen en continenten even hard. Doorgaans worden regio’s die ook onder sociaal en economische druk staan harder getroffen dan de meer welvarende regio’s. Maar ook in Europa en Nederland heeft landdegradatie tastbare gevolgen.
‘In Nederland zijn we heel erg afhankelijk van de natuur, maar dat merken we eigenlijk te weinig’, stelt UT-onderzoeker Wieteke Willemen. ‘We zijn inmiddels zo gewend geraakt aan het importeren van natuurlijke hulpbronnen in onze globaliserende economie dat we de effecten van degradatie van de leefomgeving maar beperkt voelen.’ Mochten productiegebieden wegvallen dan worden de handelsstromen, en de daarbij behorende impact op de land en natuur, gewoon verlegd naar andere gebieden. Maar er zijn ook tastbare effecten dichterbij huis. Het inklinken van onze veenbodems door wateronttrekking is ook een vorm van landdegradatie. Grote hoeveelheden van het broeikasgas CO2 komen daarbij vrij en dragen bij aan klimaatverandering. Bij verdergaande verzakking zullen de bodems uiteindelijk verzilten door zout grondwater en gaat kostbare landbouwgrond verloren. Daar heeft Nederland een verantwoordelijkheid.
Ondanks pogingen om degradatie van land en natuur tegen te gaan in Europa, is de biodiversiteit verder achteruit gegaan en is het areaal van natuurlijke ecosystemen verder afgenomen. Deze afname is mede het resultaat van klimaatverandering, vervuiling, verstedelijking, fragmentatie, en de toename van landbouwgrond.
‘Zeker in West-Europa zijn de gevolgen hiervan goed te merken. Vanwege de afname van natuurlijke ecosystemen zijn natuurlijke bestuiving en waterzuivering sterk afgenomen, en de schade van overstromingen is toegenomen in Europa’, aldus Alexander van Oudenhoven, onderzoeker van de Universiteit Leiden. ‘Maar het niet duurzaam beheren van de natuur in onze leefomgeving heeft ook immateriële gevolgen, bijvoorbeeld in de vorm van afnemende fysieke en psychische gezondheid, en sterk beperkte mogelijkheden voor recreatie in het groen.’
Perspectief
Echter, de IPBES-rapporten bieden ook hoop. Er zijn talrijke voorbeelden die laten zien dat goed gecoördineerd beleid en betrokkenheid van verschillende sectoren heeft geleid tot bijvoorbeeld verbeterde waterkwaliteit en beperkt overstromingsgevaar. Zo ondervindt Nederland relatief minder schade tijdens intensieve regenval en hoog water vergeleken met landen in Centraal Europa, waar de natuur meer ingeperkt wordt en weinig ruimte voor rivieren gecreëerd wordt. De rapporten laten ook zien dat niet alleen beleidsmakers een rol spelen in het overgaan tot actie. ‘Consumenten bepalen natuurlijk ook veel, door de keuzes die we maken over hoeveel en wat we consumeren. We kunnen bijvoorbeeld kiezen om minder vlees te eten. Een plantaardiger dieet vergt veel minder van onze aarde, dan bij elke maaltijd vlees eten’, aldus Robert Watson, voorzitter van IPBES.
De IPBES rapporten dienen, net als bij het oudere zusje IPCC, uiteindelijk haar uitwerking te vinden in internationaal en nationaal beleid, ook in Nederland. De aanbevelingen vanuit IPBES worden zeer serieus genomen. Zo leidde een eerder verschenen rapport over bestuivers tot wereldwijde actie voor de bescherming van bijen en andere bestuivers, waarin Nederland een voortrekkersrol heeft.