Wat we kunnen leren van de hightech-natuur
Het gaat niet goed met de biodiversiteit in Nederland. Hoogleraar Natuurlijk Kapitaal Koos Biesmeijer combineert onderzoek met praktische adviezen: van het vergroenen van industrieterreinen tot oplossingen die geïnspireerd zijn op de hightech-natuur. Oratie op 9 maart.
Wat is de belangrijkste boodschap in uw oratie?
‘Voor onze toekomst is het cruciaal dat de hele maatschappij inziet dat de natuur een partner is en geen vijand. Mijn onderzoek gaat over de relatie tussen het natuurlijk kapitaal en de menselijke activiteiten. Er zijn twee typen natuurlijk kapitaal: dat is enerzijds de niet levende vorm die soms beperkt voorradig is zoals olie en gas, en soms hernieuwbaar is zoals wind of water. Daarnaast zijn er de levende hulpbronnen: de planten, dieren, schimmels, bacteriën en ecosystemen. Deze levende natuur is alleen hernieuwbaar als wij er goed mee omgaan. We kunnen zoveel leren van de natuur want die is hightech: miljoenen jaren evolutie hebben voor allerlei slimme oplossingen gezorgd. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde planten die heel slim vervuild water kunnen filteren en waarmee wij weer zuiveringsmoerassen kunnen aanleggen.’
Waar doet u nog meer onderzoek naar?
‘De natuur is natuurlijk van onschatbare waarde, maar toch is het goed om sommige ecodiensten – zoals bestuiving en het filteren van water en licht - in geld uit te drukken zodat ook de economische meerwaarde duidelijk wordt. Dat heb ik de afgelopen jaren gedaan. Als we de bijdrage van bestuivers zoals bijen optellen over alle gewassen wereldwijd komen we tot een bedrag van tussen de 230 en 570 miljard euro per jaar. Bovendien levert bestuiving door een diversiteit aan soorten– meerdere soorten bijen en zweefvliegen – de beste appels en peren op. Daarom is alleen al voor onze voedselvoorziening een grote verscheidenheid aan dieren en planten zo ontzettend belangrijk.’
Hoe is het gesteld met de biodiversiteit in Nederland?
‘In de jaren 70 en 80 daalde de biodiversiteit hier enorm. Die scherpe daling lijkt gestopt, maar het niveau is structureel slecht. Er zijn teveel concurrerende activiteiten op een klein oppervlakte en het land wordt te intensief gebruikt. Ik adviseer lokale overheden en het bedrijfsleven bij het ontwerpen van multifunctionele landschappen. Met collega’s ontwikkelden we een biodiversiteitskaart van Zuid-Holland. Die laat zien op welke plekken – van duingebieden tot industrieterreinen - de natuur een handje geholpen kan worden. Zo kan het aanleggen van corridors voor dieren en het inzaaien van planten de diversiteit vergroten omdat uiteenlopende planten weer diversere insecten aantrekken. En dat vergroenen heeft ook allerlei andere positieve gevolgen. Werknemers van bedrijventerreinen bijvoorbeeld zullen in een groene omgeving vaker in de pauzes gaan wandelen.’
U heeft mede het citizen science- project ‘Nederland zoemt’ ontwikkeld. Hoe kunnen gewone burgers helpen?
‘Van de 360 bijensoorten in Nederland komen 100 soorten nauwelijks nog voor en ongeveer de helft wordt bedreigd. In het weekend van 21 en 22 april houden we de eerste nationale bijentelling in Nederland want dat is de periode dat bijen zich weer laten zien in tuinen. Iedereen kan meedoen met behulp van een app en een vragenlijst. Als zoveel mogelijk mensen tellen krijgen we een veel reëler beeld dan als we dat met een beperkt groepje onderzoekers gaan doen.’