Uitbreiding EU: verkeerde lessen uit een schijnbaar voorbeeldig proces
De uitbreiding van de EU met tien Oost- en Midden-Europese landen, verliep voorspoedig. Maar nu wekt verdere uitbreiding weerstand op, en zijn Polen en Hongarije bezig een aantal democratische principes overboord te zetten. Hoe komt dat? Antoaneta Dimitrova, hoogleraar Comparative Governance, legt het uit. Oratie op 12 maart.
Dimitrova, sinds een half jaar hoogleraar bij de faculteit Governance and Global Affairs, werpt in haar oratie de vraag op wat er precies is gebeurd sinds de grote uitbreiding van de EU rond de eeuwwisseling. De tien Oost- en Midden-Europese landen waren voorbeeldige leerlingen: ze richtten hun land in met het beleid en de instellingen die de EU voorschreef en werden liberale democratieën volgens het boekje. Nu is er in een deel van West-Europa, de bakermat van de EU, weerstand tegen verdere uitbreiding, én leggen Polen en Hongarije EU-waarden naast zich neer.
Geïmporteerd bestuur
‘In Oost- en Midden-Europa was sprake van geïmporteerd bestuur’, analyseert Dimitrova. ‘Dat werkte bij de invoering versoepelend aangezien het wiel niet opnieuw uitgevonden hoefde te worden en beloning in het verschiet lag: het EU-lidmaatschap en de (financiële) revenuen en voordelen die dat opleverde.’ Nieuwe formele instituties en regels werden vrij gemakkelijk ingevoerd. De vraag is echter hoe die instituties feitelijk gingen functioneren. Dat verschilde per beleidssector en was afhankelijk van de verschillende lokale actoren die de nieuwe regels vormgaven en verantwoordelijk waren voor de uitvoering.
Gevolgen op termijn
Een groot manco vóór de uitbreiding was dat de politici van de EU-lidstaten tegenover hun eigen bevolking weinig loslieten over de uitbreiding met de tien landen totdat die een feit was. Volgens Dimitrova vond er van te voren onvoldoende debat plaats met de bevolkingen in oost en west over de verwachtingen ten aanzien van de uitbreiding en van de grotere Europese Unie als geheel. ‘Uitzonderingen zijn de referenda over de toetreding in sommige, maar niet alle Midden- en Oost Europese landen’, aldus Dimitrova. Geopolitieke overwegingen stonden bij de elites voorop, en in zowel west als oost hebben zij voor de bevolkingen beslist en besloten. De gevolgen van de uitbreiding werden pas veel later zichtbaar en voelbaar.
Tweederangs EU-burgers?
Dimitrova: ‘Aan de ene kant begon de bevolking van West-Europa concurrentie te ondervinden van goedkope arbeidskrachten uit Oost- en Midden-Europa. Aan de andere kant voelden én voelen groepen burgers in het oosten zich tweedehands EU-burgers door de dominantie van West-Europa in de EU,in het bijzonder door de voorwaardelijkheid van het lidmaatschap.’ Ook werden tijdens het toetredingsproces veel voorwaarden ad hoc gesteld. Voorbeelden zijn het sluiten van kerncentrales in Bulgarije en Litouwen en verbetering van de omstandigheden in weeshuizen in Roemenië. Dat er nog Koude Oorlog-stereotypen leefden aan beide kanten van Europa hielp ook niet om tot één brede, inclusieve EU te komen. Het is tegen deze achtergrond dat met name Polen en Hongarije zijn gaan rebelleren tegen EU-regels en -afspraken.
Nieuwe uitbreiding in andere context
De uitbreiding met zes landen op de westelijke Balkan waarover nu wordt onderhandeld, heeft door de verwikkelingen in het verleden een andere context dan die van rond de eeuwwisseling. De Europese Commissie heeft recentelijk een nieuwe strategie gepresenteerd voor de toetreding van deze landen. Daarbij laat zij zich teveel leiden door de schijnbaar vlotte aanpassingen die de tien eerdere toegetreden landen doorvoerden. De zes kandidaten willen graag lid worden met oog op economische vooruitgang en uit veiligheidsoverwegingen. Allerlei voorwaarden en eisen stellen werkt alleen als het uitzicht op toetreding reëel is. Maar een meerderheid van de burgers van de huidige lidstaten staat niet erg positief tegen verdere uitbreiding terwijl álle EU-landen ermee moeten instemmen. De grenzen van geïmporteerd bestuur laten zich in de komende jaren voelen. Zeker als opnieuw nagelaten wordt over toetreding met de bevolking te debatteren.
Antoaneta Dimitrova houdt op 12 maart haar oratie
(CH)