Moeten we hacktivisten vrezen?
PhD kandidaat Marco Romagna doet momenteel onderzoek naar hacktivisme en hacktivisten, online activisten vaardig in hacken, een relatief nieuw onderzoeksgebied. Romagna doceert aan de Haagse Hogeschool en werkt binnen het Centre of Expertise Cyber Security, dat ook verbonden is met het Leidse ISGA (Institute of Security and Global Affairs). Wie zijn hacktivisten en hoe kunnen we ze aanpakken? Romagna’s onderzoek kan beleidsvormers in laten zien wat de motivatie van hacktivisten is.
Marco Romagna kwam tijdens een groepsopdracht van zijn master Global Criminology aan de Universiteit Utrecht het onderwerp hacktivisme tegen. Hij realiseerde zich dat het onderzoek in dit gebied achterhaald en onderontwikkeld was. ‘Ik miste informatie over wie de activisten zijn,’ zegt Romagna, ‘dus ik besloot om me aan te melden voor een onderzoeksbeurs en de mensen achter de schermen te interviewen.’ Op dit moment heeft hij al vijftien hacktivisten gesproken en hij is nog niet klaar.
Illegaal maar te rechtvaardigen?
De bekendste hacktivisten behoren tot de groep Anonymous, die veel aandacht trekt. Echter, de meeste hacktivisten groepen zijn klein. ‘Soms zijn de motieven van hacktivisten begrijpelijk, ook al is de manier waarop uitdrukkelijk verboden,’ legt Romagna uit. ‘De handelingen bevinden zich vaak op een grijs vlak tussen legaal en illegaal. Daarom is het belangrijk om te weten hoe er met hun cyberaanvallen omgegaan kan worden.’
Motivatie van hacktivisten
Beleidsvormers moeten de mensen achter hacktivistische daden begrijpen. ‘Uit de gesprekken die ik heb gehad,’ legt Romagna uit, ‘krijg ik het idee dat hacktivisten een politieke agenda hebben, maar daarnaast ook het hacken zien als een leerproces, een investering in hun vaardigheden. Sommigen willen later beveiligingsexperts worden, of een adviesbureau beginnen.’ Zodoende is het overtreden van de wet niet het belangrijkste doel. Italiaanse hacktivisten kraakten bijvoorbeeld een website en eisten meer democratie in de regering. ‘Ik ben van mening dat een hevige reactie van de Italiaanse overheid de situatie zou doen escaleren,’ zegt Romagna. ‘Het zou slimmer zijn om aandacht te geven aan het bericht zelf en de hacktivisten hoorbaar te maken. In de toekomst zouden beleidsvormers hacktivisme kunnen zien als een “acceptabele” ‘vorm van protest.’
Hackers buiten Europa
Er is ook een verschil tussen Europese hacktivisten en hen die in landen wonen waar de rechtstaat een totaal andere betekenis heeft. In Europa is het onderscheid tussen legaal en illegaal vrij eenvoudig. ‘Ik sprak Pakistaanse hacktivisten,’ zegt Romagna, ‘en zij waren veel minder bang dat de politie bij hen op de stoep zou staan. De politieke situatie is daar heel anders dan die van ons.’
Meer onderzoek
In de komende vier jaar zal Romagna nog enkele tientallen hacktivisten interviewen, met beleidsvormers spreken, en andere gegevensbronnen onderzoeken om meer te weten te komen over hacktivisme. ‘Ik hoop in 2020 mijn proefschrift te verdedigen,’ zegt Romagna, ‘en in de tussentijd ben ik blij om zowel studenten als onderzoekers te helpen die hier meer over willen weten.’ Momenteel doceert Romagna aan de Haagse Hogeschool en wellicht heeft hij tijd om in de toekomst colleges te geven aan de Faculteit Governance and Global Affairs.