Gedenksteen wijst op roerige geschiedenis Indonesische studenten
Een nieuwe gedenksteen op de gevel van een studentenhuis in de Hugo de Grootstraat herinnert aan de tientallen Indonesische studenten die voor de Tweede Wereldoorlog in Leiden studeerden. Een deel daarvan werd actief in het verzet en sommigen moesten dat met de dood bekopen.
Al decennia wonen er studenten in het monumentale pand in de Hugo de Grootstraat 12 in Leiden. Veel studenten en andere Leidenaren weten niet dat op deze plek - van maart 1937 tot november 1941 - het Clubhuis Indonesia was gevestigd. In de jaren dertig studeerden enkele tientallen Indonesiërs aan de Leidse universiteit en zij ontmoetten elkaar op dit clubhuis.
Bron van inspiratie
De gedenksteen werd op 5 maart onthuld door de Indonesische ambassadeur I Gusti Agung Wesaka Puja en Mikhael Dito Manurung, voorzitter van de Indonesische studentenvereniging in Leiden. Manurung noemde de plaquette een bron van inspiratie. ‘Temidden van deadlines en examens zouden wij, de huidige generatie studenten, bijna vergeten dat we veel meer kunnen doen dan alleen studeren. Studenten kunnen de drijvende kracht zijn voor de hervorming van ons moederland. Ik hoop dat dit monument dient als een eeuwigdurende herinnering van de kracht van studenten.’
Indonesisch zelfbewustzijn
Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) nam het initiatief voor de plaquette. ‘Het Clubhuis Indonesia was belangrijk voor de ontwikkeling van het Indonesisch zelfbewustzijn van deze studenten. Ze spraken bijvoorbeeld af alleen Indonesisch te spreken, op straffe van een kwartje boete’, vertelt Gert Oostindie. Hij is directeur van het KITLV en hoogleraar (Post)Koloniale geschiedenis in Leiden.
Meer bewegingsvrijheid
Op het clubhuis kwam een gemêleerd gezelschap bijeen: er kwamen studenten die vooral in cultuur geïnteresseerd waren, maar er zaten ook studenten bij met voor die tijd radicale ideeën over nationalisme en communisme. Leden van de Perhimpoenan Indonesia, een vereniging die streed voor een onafhankelijk Indonesië, discussieerden er over de toekomst van hun land. Oostindie: ‘Deze studenten hadden hier meer bewegingsvrijheid dan in hun eigen land waar critici sneller werden opgepakt.’
Toevluchtsoord in oorlogsjaren
Het Clubhuis Indonesia vormde vooral in de eerste twee oorlogsjaren een belangrijk toevluchtsoord. De Indonesische studenten konden vanwege de oorlog niet terug naar hun eigen land en ontvingen geen geld meer om te overleven. Het Leids Universiteits Fonds ondersteunde hen met maaltijdbonnen waardoor ze konden eten op het clubhuis. De studenten kregen het extra moeilijk toen de Duitse bezetter eind 1940 de universiteit sloot. Een jaar later kregen ze toestemming om hun studie elders te vervolgen en velen trokken naar Amsterdam. Het betekende het einde voor het Clubhuis Indonesia in Leiden.
Actief in het verzet
Een aantal Indonesische studenten werd, zowel in Leiden als in andere steden, actief in het verzet. Oostindie: ‘Dat is extra bijzonder als je bedenkt dat ze hun leven waagden voor het koloniale land dat hun eigen land overheerste.’ Enkele Indonesische verzetsleden werden tijdens razzia’s opgepakt of tijdens verzetswerk gearresteerd en overleefden de oorlog niet. De bekendste is de Leidse sociologiestudent Irawan Soejono. Hij werd in januari 1945 doodgeschoten tijdens een razzia in Leiden, omdat hij een stencilmachine bij zich had voor het drukken van een verzetsblad.
Gedenksteen verbindt en inspireert
Bij de onthulling van de gedenksteen op 5 maart was een breed gezelschap aanwezig: bewoners van het studentenhuis, de Indonesische ambassadeur I Gusti Agung Wesaka Puja, leden van Perhimpunan Pelajar Indonesia (de huidige Indonesische studentenvereniging), wethouder Paul Dirkse en natuurlijk de initiatiefnemers van het KITLV. Oostindie: ‘Deze steen heeft hopelijk een verbindende functie en maakt een stukje Leids-Indonesische geschiedenis zichtbaar.’
(LvP)