Studeren + topsport beoefenen = topdiscipline
Enkele tientallen studenten van de Universiteit Leiden zijn topsporter, in uiteenlopende sporten als schaatsen en tennis. Vier van hen vertellen in deze olympische tijd hoe ze dat combineren met hun studie. Strakke discipline staat voorop, de universiteit helpt. ‘Als je een goede planning maakt, kun je ook nog een studentenleven hebben.’
Vier studenten van hoog sportniveau
Vier studenten vertellen over hun leven als topsporter én Leids student:
- Lisa van der Geest, master Arbeidsrecht. Doet aan marathon- en langebaanschaatsen. In 2017 won ze de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee. Lisa wint, zo blijkt na publicatie van dit artikel, in het weekeinde van 22 tot 25 februari in Zweden twee van de drie afstanden voor vrouwen in de KPN Grand Prix op natuurijs: de 40 en de 100 km, verreden bij -18 tot -20oC.
- Saskia Bollerman, masterstudent Evolution, Biodiversity and Conservation Biology, beoefent real tennis, waaruit het huidige ‘lawn’ tennis is voortgekomen. Ze won in november het US Open en in januari met Claire Fahey voor de derde keer op rij de dubbel op het Australian Open.
- Junior Degen volgt de bachelors Fiscaal recht en Rechtsgeleerdheid en doet aan judo. Hij won diverse kampioenschappenin zijn gewichtsklasse (tot 73 kg), waaronder het Nederlands kampioenschap 2017 .
- Julia Noordenbos, International Studies, richting Rusland/Eurazië. Is ook langebaanschaatser. Ze werd in 2017 8e op het NK Junioren Pure Sprint en is nu Neo-Senior.
Heel veel trainen
Topsportende studenten moeten ook toegewijd zijn aan hun studie, zo blijkt. Anders redden ze het niet. De sporters zijn, zoals te verwachten, erg veel tijd kwijt aan hun trainingen. Lisa traint in de zomer negen keer per week, in de winter vijf keer, waarvan drie keer per week op ijs en daarvan een keer in Heerenveen. Helaas was het niet voldoende om de olympische limiet voor de 5000 meter te halen. Ze richt zich nu op het Nederlands kampioenschap afstanden. ‘Momenteel ben ik in Zweden voor het marathonschaatsen. Doel: één van de drie wedstrijden daar winnen.’
Saskia kan alleen in het buitenland trainen. ‘In mijn geval is dat Engeland waar ik twee weken per maand ben. De wedstrijden voor mij zijn de vier grandslams - British Open, French Open, US Open en Australian Open - en de wereldkampioenschappen in 2019.’
Trainen met een doel
Junior judoot bij Kenamju in Haarlem maar geeft nu een tijdje voorrang aan zijn studies. Twee bacheloropleidingen volgen en tien keer per week trainen gaan niet samen. ‘In de aanloop naar wedstrijden train ik ongeveer vijf keer per week. In juni wil ik mijn nationale titel in teamverband prolongeren en eind september kijken of ik mijn individuele nationale titel kan verdedigen. Daarnaast staan er vier Bundesliga-wedstrijden in de planning. En wellicht komt er nog een European cup bij.'
Zes keer per week trainen in Haarlem. Dat is het programma van Julia. ‘Dat doe ik ter voorbereiding op de Holland Cups en hopelijk ook op de NK’s Sprint en Afstanden volgend jaar’.
Wel of geen lid van een vereniging?
De status van topsporter maakt flexibiliteit mogelijk. Lisa: ‘Ik heb 4,5 jaar over mijn bachelor gedaan (zonder BSA-sanctie-red). Het was een flinke kluif omdat ik 2,5 jaar in Heerenveen woonde. Van veel colleges werd een opname gemaakt maar ik miste vrijwel alle werkgroepen. Nu ik weer in Leiden woon is het allemaal makkelijker en kan ik wel naar de werkgroepen.’ Het lidmaatschap van een vereniging zit er voor Lisa niet in. ‘Ik ben niet zo streng voor mijzelf dat ik nooit een glas wijn neem maar echt feesten zit er niet in. Ik vind het op z’n tijd wel erg gezellig om met vrienden lekker te eten met een wijntje erbij.’
Saskia heeft weinig colleges hoeven missen. ‘Door een redelijk goede planning loop ik nauwelijks uit. Soms mis ik een paar dagen van een vak maar dat heeft weinig problemen opgeleverd. Ik plan alles zodanig dat ik alleen tentamens heb als ik in het land ben’. Doordat ze alleen in het buitenland traint, is er ook ruimte voor het lidmaatschap van verenigingen: ze is lid van Augustinus en tennist bij Tenniphil.
Nu hij zijn studies voorrang geeft, heeft Junior momenteel nauwelijks roosterproblemen. ‘Maar toen ik drie jaar geleden begon met studeren en tien keer per week trainde, vergde het meer inspanning om alles te combineren. Daardoor heb ik pas net, in mijn derde jaar, mijn propedeuse gehaald. Dat kan omdat je topsporter bent. Er werd mij direct aan het begin van mijn studie al verteld dat ik beter een eigen programma kon samenstellen en langer over mijn studie kon doen, dan het reguliere programma te volgen en uiteindelijk veel net niet zou halen.' Junior is inmiddels tweedejaars lid van Minerva. ‘Je moet wel de discipline op kunnen brengen om nee te zeggen. Feestjes moeten niet je eerste prioriteit zijn maar een beloning voor hard werken. Zoals de meeste topsporters weten: het feestje na een overwinning smaakt veel beter!’
Actief voor de studievereniging
‘Ik heb altijd het idee gehad dat sport mij juist scherper hield bij het studeren’, stelt Julia. ‘Ik kon mij ook geen leven zonder sport naast school en studie voorstellen. De truc zit ‘m denk ik in het goed vooruit plannen, je werk bijhouden en vooral genoeg slapen. Het lukt meestal goed om mijn rooster om mijn schaatstrainingen heen te bouwen. En zo niet, dan kan ik een beroep doen op de universiteit. In maart ga ik twee weken voor een trainingskamp en wedstrijden naar Canada.' Zolang zij van haar kant de verantwoordelijkheid neemt om het gemiste werk in te halen, is de universiteit zeer behulpzaam, stelt ze.
‘Zeker weten’, zegt Julia op de vraag of een studentenleven ook nog mogelijk is.' Al betekent dat natuurlijk niet dat ik drie avonden per week kan borrelen. Wel ben ik lid en medeoprichter van de Russia Eurasia Committee binnen de studievereniging B.A.S.I.S van International Studies. Ik organiseer evenementen zoals gastcolleges, seminars en filmscreenings. Soms laat mijn wedstrijdschema het toe dat ik een avondje uit kan. De training van de volgende dag valt dan wel een stuk zwaarder!'
Mede-studenten en docenten leven mee
De studenten hebben niet te klagen over een gebrek aan belangstelling van medestudenten en docenten. Die stellen allerlei vragen en leven mee. Judoka Junior: ‘Ik kreeg na mijn Nederlandse titel in september felicitaties per mail van professor Boer van Fiscaal recht en er werd in de nieuwsbrief van de universiteit een stukje aan gewijd. Dat is leuk.’ Anderen hebben het idee dat docenten het zelfs gaaf vinden dat ze ook nog zo fanatiek aan topsport doen.
Voor elke sportliefhebber is dit dé tijd. Inderdaad kijken ook de student-topsporters graag naar de Olympische Winterspelen, mits ze tijd hebben, en zeker als hun eigen sport aan bod komt, zoals op deze spelen het schaatsen. Julia: ‘De 1500 meter van Ireen Wüst heb stiekem tijdens college gevolgd!’ De topsportende studenten weten dan ook als ander geen hoeveel discipline en overgave het leven als topsporter vergt en hoe de winnaars en verliezers zich voelen.
(CH)
Topsport en studeren aan de Universiteit Leiden, hoe zit dat?
De Universiteit Leiden bepaalt niet zelf of een student de kwalificatie topsporter krijgt’, vertelt studentendecaan Marcel Melchers. ‘De universiteiten sluiten aan bij de criteria van de NOC*NSF.’ Melchers gaat bij Onderwijs- en Studentenzaken over de topsporters. De criteria van NOC*NSF zijn: A-status (bewezen topsporter, behorend tot de beste zestien ter wereld), high potential (uitzonderlijk getalenteerd; vindt naar verwachting snel aansluiting bij de top 3 van de wereldtop), selectiestatus (door de betreffende sportbond gekozen in de selectie) en bondsstatus (zelfde als selectiestatus maar dan voor jeugdigen die te oud zijn voor jeugdwedstrijden en senioren).
De belangrijkste ondersteuning die de universiteit biedt, komt van de opleiding: de studieadviseur en de topsporter maken aan het begin van het academisch jaar een planning die de studie zo goed mogelijk plooit rond de trainingen, trainingsstages en wedstrijden in binnen- en buitenland. Waar dat niet lukt, mag de topsporter flexibiliteit van de docenten verwachten: werkstukken later inleveren, een extra herkansing, een alternatieve onderwijsopdracht en/of ontheffing van de aanwezigheidsplicht. Topsport kan ook een grond zijn om een negatief BSA te ontlopen. Verder kan de topsportende student een beroep doen op de regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS). Dat kan als door de topsport, ondanks een optimale planning, toch studievertraging optreedt; de student kan uit de regeling langer studiefinanciering krijgen. Van de kant van de student wordt optimale discipline verwacht om het met de studieadviseur afgesproken studieprogramma te voltooien. Het moet, kortom, van beide kanten komen.
Lees meer over de topsportregeling van de Universiteit Leiden