Kom naar Leiden voor de Landelijke Sterrenkijkdagen
De Landelijke Sterrenkijkdagen vinden dit jaar plaats in het laatste weekend van februari. Op meer dan vijftig locaties verspreid over Nederland kan het publiek door een telescoop kijken en meer leren over de sterrenhemel. Op de Oude Sterrewacht valt er tijdens het weekend ook genoeg te beleven!
Op zaterdag de 24e van 14:00 tot 23:00 en op zondag de 25e van 14:00 tot 22:00 is de Oude Sterrewacht open. Tijdens het weekend is het mogelijk om door het historische pand rond te lopen, door de antieke telescopen te kijken, het lichtlaboratorium te verkennen en nog veel meer! Kijk in onze agenda voor meer informatie.
Maan, Orion en de honden
Tijdens de Landelijke Sterrenkijkdagen is de wassende maan te zien. De maansikkel wordt van dag tot dag breder. Met een telescoop kun je zien dat de maan bedekt is met kraters. Ook is duidelijk te zien dat hij zich in de opvolgende nachten boven het sterrenbeeld Orion langs naar het oosten beweegt. Het sterrenbeeld Orion staat in het zuiden. Deze mythologische jager wordt op zijn tocht langs de hemel gevolgd door twee honden: de sterrenbeelden Grote Hond (Canis Major) en Kleine Hond (Canis Minor). In het 'zwaard' van Orion is met de telescoop een oplichtende wolk te zien. Dat is een stervormingsgebied waar duizenden sterren worden geboren.
Uranus
De meeste planeten hebben zich rond de Sterrenkijkdagen verstopt in de buurt van de zon of zijn alleen aan de ochtendhemel te zien. De uitzondering is de planeet Uranus. Die staat vroeg in de avond in het zuidwesten. Het publiek kan deze blauwgroene planeet met eigen ogen – door een telescoop - zien. Uranus werd al waargenomen in de oudheid, maar is pas als planeet herkend in 1783. Uranus is ongeveer vijftienmaal zo zwaar als de aarde. Zijn blauwgroene kleur wordt veroorzaakt door methaan in de atmosfeer.
Buursterrenstelsels
Met een telescoop zijn ook sterrenstelsels buiten de Melkweg te zien. Bijvoorbeeld de Andromedanevel en de Driehoeknevel. Doordat de Andromedanevel zo ver weg staat, zien we het gezamenlijke licht van de meer dan 100 miljard sterren als een vage ovale oplichtende vlek.
Een deel van deze tekst verscheen eerder op astronomie.nl