‘Gemeenten zijn geen koekjesfabrieken’
Doorgeschoten schaalvergroting en minachting voor de gemeenteraad ondermijnen de lokale democratie. Dat stellen de Leidse hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans en historicus Geerten Waling in hun boek ‘Gemeente in de genen’. Vier vragen aan Wim Voermans.
Vanwaar de titel Gemeente in de genen?
‘Nederlanders hebben zelf hun land op de natuur bevochten. Het idee van gedeeld eigenaarschap van het land is hierdoor veel sterker ontwikkeld dan in andere landen waar boeren meestal grond moesten pachten van leenheren. Ook is hier een diepgeworteld besef onder de bewoners dat we elkaar nodig hebben om droge voeten te houden. Al in de middeleeuwen ontstond een vorm van lokaal bestuur waar de adel weinig vat op kreeg. Pogingen om het land meer te centraliseren, zoals Karel V dat bijvoorbeeld probeerde met een centrale belastingheffing, liepen vaak op niets uit. Daar staat tegenover dat hier weinig echte revoluties zijn geweest, juist vanwege dat besef dat we problemen met elkaar moeten oplossen.’
U stelt dat de lokale democratie in Nederland tegenwoordig wel sterk onder druk staat. Hoe komt dat?
‘Het aantal gemeenten is in ruim een eeuw tijd enorm teruggedrongen: van circa 1200 eind 19e eeuw naar 380 nu. Men vond die schaalvergroting nodig om het bestuur te professionaliseren. Gemeenten worden nu dus veel meer als een bedrijf gerund, maar gemeenten zijn geen koekjesfabrieken. Die schaalvergroting vergroot de afstand tot de burgers. Een ander probleem is dat de gemeenteraad tegenwoordig dikwijls versplinterd is door kleine lokale partijen waartegen burgemeesters en wethouders zich vaak afzetten. Terwijl de burgemeesters bijna altijd nog van het CDA, VVD en PvdA komen die veel minder achterban in de raad hebben. Bovendien is het hoge opleidingsniveau van B&W geen goede afspiegeling van de bevolking: circa 90 versus 55 procent.’
Hoe kan de lokale democratie weer opleven?
‘Stop allereerst met schaalvergroting. Dwing gemeenten niet tot fuseren als ze dat echt niet willen. Want zo verniel je het idee van eigenaarschap dat veel positieve kanten heeft. Daarnaast is het belangrijk dat de burgemeesters en wethouders zich niet afzetten tegen hun gemeenteraad en die framen als een bende amateurs. Want de bonte verzameling raadsleden zijn juist hun link naar de bevolking. Tegenwoordig organiseren veel gemeenten G1000’s, bijeenkomsten waar burgers mogen zeggen wat ze op de agenda willen hebben. Maar die fora zijn een soort echoputten voor de geluiden van B&W aangezien hier voor de hoogopgeleide burgers op afkomen. Leg dus geen U-bocht om de raad heen, maar koester die juist.’
U bent voorzitter van de referendumcommissie die binnenkort de Amsterdamse B&W adviseert of de burgers hun voorkeur voor een nieuwe burgemeester mogen uitbrengen in een raadgevend referendum. Wat is uw mening daarover?
‘Daar kan en mag ik in dit stadium nog niets over zeggen. De commissie doet in geval van verzoeken alleen de juridische toetsing, een advies over de vraag of een verzoek ontvankelijk is. Het initiatief is afkomstig van de stichting Meer Democratie die de Amsterdammers nauwer wil betrekken bij de procedure voor een nieuwe burgemeester. Dat is helemaal geen vreemd verzoek – Amsterdam heeft een verordening over volksinitiatieven en referenda. Veel meer gemeenten in Nederland kennen raadgevende referenda. Dit soort praktijken bestaat al sinds 1906.’
Bannerfoto: de campagneposters voor de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag. Foto: Steven Lek/Wikimedia
(LvP)
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken neemt op 20 februari het eerste exemplaar in ontvangst. Gemeente in de genen/ Wim Voermans en Geerten Waling. Uitgever Prometheus, €19,99