Universiteit Leiden

nl en

‘Voor expats wordt de rode loper uitgerold’

Expats krijgen in Nederland een veel warmere ontvangst in vergelijking met andere migranten, constateert historicus Aniek Smit van de Universiteit Leiden. ‘Maar gemeenten moeten meer rekening houden met de onderlinge verschillen tussen expats en welk effect hun komst heeft op andere bewoners.’ Promotie op 25 januari.

Er is veel onderzoek gedaan naar het vestigingsproces en de ontvangst van migranten in de Nederlandse samenleving, maar dat gaat vooral over de veelal laagopgeleide migranten uit landen als Marokko en Turkije. Voor de meestal hoogopgeleide expats – werknemers die voor een paar jaar door hun internationale werkgevers worden uitgezonden – is weinig wetenschappelijke aandacht. Terwijl hun aantal sterk is gegroeid en ze een belangrijke gemeenschap vormen in de steden waar ze op grote schaal gevestigd zijn. De Leidse promovendus Aniek Smit merkt op: ‘Nederlandse gemeenten rollen doorgaans voor expats de rode loper uit. Ze hebben een andere uitgangspositie dan andere migranten omdat ze al een goede baan hebben. Door goede expatvoorzieningen hopen gemeenten ook meer buitenlandse werkgevers aan te trekken.’

Voorkeursbehandeling expats

Zo zijn er speciale helpdesks voor expats, krijgen ze allerlei (belasting)vrijstellingen en een versnelde migratieprocedure. Ondanks die voorkeursbehandeling vindt Smit dat gemeenten vaak nog te generalistisch naar expats kijken. In de loop der jaren is in Den Haag en Jakarta, waar Smit onderzoek deed, de groep van expats veel diverser geworden. Ze komen in toenemende mate uit meer niet-westerse landen en onderling zijn er grote verschillen in salaris. ‘Voor werknemers aan het begin van hun carrière, soms met een onzeker contract of met afhankelijke familieleden in het thuisland, zijn dure expatdiensten niet zo aantrekkelijk.’

Nederlandse expats in Indonesië 1966
Nederlandse expats in Indonesië in 1966. Foto: ANP (het geheugen van Nederland)

Expats in Den Haag en Jakarta

Smit onderzocht de positie van expats in Den Haag en Jakarta in de periode 1945-2015. Den Haag is van oudsher een diplomatenstad en in Jakarta vestigde zich ook in de vroege postkoloniale periode veel Nederlanders en andere nationaliteiten. In beide steden groeide het aantal expats van enkele duizenden in de jaren ’50 naar tienduizenden in jaren ’90. Den Haag was een van de eerste Nederlandse steden die extra voorzieningen voor expats trof, maar in Jakarta werden ze minder enthousiast ontvangen door de (lokale) overheid, constateert Smit. ‘Vanwege het koloniale verleden wilde Indonesië zeker in tot in de jaren ’70 niet zo afhankelijk zijn van buitenlandse werknemers.’

Kritische buurtbewoners

Ook in Nederland was en is niet iedereen per definitie enthousiast over de groeiende groep vip-werknemers. ‘Ze worden door sommigen als het gezicht van globalisering gezien. Gemeenten zouden meer oog moeten hebben voor de gevolgen van hun komst voor andere bewoners.’ Zo drijven de royale woonvergoedingen in sommige buurten de huizenprijzen op. In het Haagse Statenkwartier keken bewoners met argusogen naar de extra veiligheidsmaatregelen vanwege de komst van internationale tribunalen en hun buitenlandse werknemers. In het Bezuidenhout maakten bewoners in de jaren ’80 zich zorgen over de ambitieuze bouwplannen voor een internationale schoolcampus. Uiteindelijk lieten Amerikaanse werkgevers en investeerders, tot spijt van de gemeente Den Haag, een campus bouwen in Wassenaar.

Beperkte integratie

Smit constateert dat expats om verschillende reden maar beperkt geïntegreerd zijn in de ontvangende samenleving. Hun tijdelijke verblijf van vaak zo’n drie jaar zorgt ervoor dat ze vooral contact zoeken met andere expats. Soms blijkt hun verblijf lang niet zo kortstondig als aanvankelijk gepland, maar toch blijft hun leven vaak ingericht op een tijdelijk verblijf. Hun werkgevers dragen bij aan de ‘standaardisering’ van expatgemeenschappen wereldwijd. ‘Overal verschijnen dezelfde soort expatsclubs en voorzieningen omdat veel expats tegenwoordig achtereenvolgens in meerdere landen wonen en daar dezelfde faciliteiten willen aantreffen. Dat bevordert niet hun integratie in de samenleving.’

(LvP)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.