Hard studeren in de sociëteitsbieb of aan de bar
Een uitbundig studentenleven en tegelijkertijd succesvol studeren. Kan dat in een tijd waarin de studiebeurs is afgeschaft en studenten snel hun eerste jaar moeten halen? De Leidse studentenverenigingen helpen hun leden: met tentamen-trainingen, vervroegde borrels, studieruimtes, sociale controle of juist meer vrijheid.
Maandagochtend, 11.00 uur, tentamenperiode eerste semester. Wie denkt dat een vereniging als Minerva dan uitgestorven is, vergist zich. In de statige bibliotheek van de sociëteit – antieke tafels, Wimbledongroene stoelen – krijgt een groep leden tentamentraining van een jurist. De docent wijst op de juridische haken en ogen van genotsrechten. Na afloop vertelt praeses Ivo Dorresteijn over de veranderingen op Minerva. De sociëteit had al bijna 200 jaar een bibliotheek, maar deze bood meer een fraai decor voor diners en overleggen dan dat er serieus gestudeerd werd. ‘Het eten zat er bij wijze van spreken achter de boeken.’
Intellectuele verbreding
De omslag kwam toen in 2013 de studiedruk flink werd opgevoerd door de aanscherping van het bindend studieadvies: eerstejaars moeten nu 45 van de 60 studiepunten halen, anders moeten ze de studie staken. Daar bovenop kwam de afschaffing van de basisbeurs in 2015. Dorresteijn: ‘Leden vroegen of de vereniging niet meer studiefaciliteiten kon aanbieden, en dat hebben we gedaan.’ De bibliotheek werd gerenoveerd, is uitgebreid met gewilde handboeken en doet overdag dienst als studiezaal. Bestuurslid Isabelle van Wassenaer, verantwoordelijk voor ‘de intellectuele verbreding van de leden’, vult aan: ‘Minervanen worden op basis van hun studie tegenwoordig ingedeeld in faculteiten waarvoor relevante activiteiten georganiseerd worden, er is een studiefonds voor studenten die naar het buitenland willen en we overwegen ouderejaars bijles te laten geven.’
Ook Augustinus heeft tegenwoordig een bibliotheek met een groeiende collectie boeken. Want ook hier zat de schrik er flink in toen de basisbeurs in 2015 sneuvelde, vertelt voorzitter Myrna van Dijk. ‘De angst heerste dat bijna niemand nog lid zou worden.’ Maar die vrees bleek ongegrond. Sterker nog, het maximum van 390 eerstejaars is de laatste vijf jaar moeiteloos gehaald. Bij de andere vier grote Leidse studentenverenigingen is het aantal leden de laatste jaren eveneens stug doorgegroeid. Augustinus, Minerva en Quintus denken dat hun extra studiefaciliteiten zoals tentamentrainingen en studiesubs een rol spelen.
SSR en Catena schuiven hun vrijblijvendheid als troef naar voren. SSR-voorzitter Melcher van Nieuwkoop: ‘Het karakter van SSR speelt waarschijnlijk een grote rol speelt bij onze ledengroei. Bij ons is niets verplicht, alles mag.’ Catena doet ook niet aan extra’s als tentamentraining. ‘Bij ons geldt het verenigingscliché Catena is je moeder niet’, zegt voorzitter Didier van Someren. ‘Leden moeten hier vooral vrijheid hebben om te doen wat ze willen.’ Wel kunnen Catenianen zeven dagen per week in het pand studeren en sommigen doen dat dan ook. ‘Daarvoor hebben we geen aparte bibliotheek. Studeren gebeurt hier gewoon op de bank, aan de bar of in het rookhok.’
Dat het lidmaatschap van een gezelligheidsvereniging bevorderlijk is voor de studie wordt bevestigd door een al wat ouder onderzoek van onderwijsinstituut ICLON. In het rapport Over verenigingslidmaatschap en studiesucces (2006) is de conclusie: Leidse studenten die destijds in 1998 lid werden van een studentenvereniging studeerden iets sneller af en bleken minder vaak hun studie te staken dan studenten die geen lid waren.
Sociale controle
Maar dat waren andere tijden. In hoeverre vinden ook de ‘gewone’ leden van nu dat studeren en een actief verenigingsleven prima samengaan? Nicky Westveer, student Orthopedagogiek, verhuisde van het Zeeuwse Goes naar Leiden, waar ze bijna niemand kende. Ze werd lid van Quintus en dat was ook een goede beslissing voor de studie, meent ze. ‘Je stapt gemakkelijker op studiegenoten af en durft bijvoorbeeld eerder om een samenvatting te vragen omdat je ze al kent van de vereniging.’ Westveer heeft veel aan haar dispuut Illustra. Met de UB-appgroep als trillende wekker gaan de dames vaak samen studeren. ‘Dat gaat veel beter dan alleen thuis studeren want dan ga ik wasjes draaien of even Netflix kijken. Voor mij werkt sociale controle: tijdens een tentamenperiode wordt van mij juist niet verwacht dat ik mee ga borrelen.’
In Minervahuizen, zo vertelt rechtenstudent Nathan Oosthoek, hoort studiecontrole tot de huismores. In zijn huis, Breestraat 163, moeten de eerstejaars regelmatig vertellen hoe het met de studie gaat. En tijdens tentamenperiodes sleuren huisgenoten elkaar van de bank: hup, studeren! Als de UB vol is of gesloten, studeert hij in de bibliotheek ‘op de tent’. ‘Dit soort voorzieningen helpen, maar misschien wel het belangrijkste is dat studenten tegenwoordig niet beter weten: de norm is dat je je P op tijd haalt en snel doorstudeert. Dat doe je dan ook.’
Lees het vervolg van de reportage in het januarinummer van ons alumnimagazine Leidraad >