Coach en kookboek helpen mensen met een chronische nierziekte
Hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes hebben effect op de nierfunctie. Medisch psycholoog Yvette Meuleman van de Universiteit Leiden ging in gesprek met patiënten en zorgverleners, en ontwierp een leefstijlprogramma dat oog heeft voor de kwaliteit van leven. Promotie op 18 januari 2018.
Het aantal mensen met een chronische nierziekte in de gezondheidszorg stijgt, en daarmee de kosten. Hoe kunnen we zorgen dat de ziekte zich zo langzaam mogelijk ontwikkelt, en dat patiënten tegelijk een maximale kwaliteit van leven behouden? En hoe kunnen we hen daarbij het beste ondersteunen? Dat wilde promovenda Meuleman weten. Daarom ging zij in het LUMC en drie andere Nederlandse ziekenhuizen in gesprek met mensen met een chronische nierziekte en hun zorgverleners.
Minder zout eten
Voor mensen met een chronische nierziekte is het belangrijk om weinig zout binnen te krijgen. Minder zout kan zorgen voor een lagere bloeddruk, minder kans op hartfalen en bescherming van de nierfunctie. Uit de gesprekken die Meuleman voerde, bleek dat een veelheid aan factoren het moeilijk maakt voor mensen met een chronische nierziekte om de zoutrichtlijn van maximaal 5 gram per dag te halen.
Zelf meten
Een van de boosdoeners is het vele zout in kant-en-klaarmaaltijden en -producten. Alleen weten veel patiënten niet dat hier zoveel zout in zit. En ook al heeft zout geen direct voelbaar effect, dat effect is er wel degelijk. Bloeddruk en zoutwaarden in urine kun je patiënten zelf laten meten. Zo’n meetresultaat geeft direct feedback op gedrag en helpt mensen met een chronische nierziekte gemotiveerd te blijven om gezonder te leven. Daarbij blijken ze goed ondersteuning te kunnen gebruiken van een coach.
Motivatie en ondersteuning
Op basis van dit kwalitatieve onderzoek ontwierp Meuleman een leefstijlprogramma om te testen bij 150 mensen met een chronische nierziekte in een vroeg stadium van hun ziekte. De helft van hen volgde het programma dat bestond uit o.a. een kookboek, scholing, een eetdagboekje, de mogelijkheid om het effect van zoutgebruik te meten op de bloeddruk en in de urine. Ook kregen ze een coach voor twee motiverende gesprekken in het ziekenhuis en begeleiding op afstand, telefonisch en online. Na drie maanden boekten de deelnemers meer voortgang dan de controlegroep: minder zoutgebruik, een lagere bloeddruk, minder eiwit in de urine, een lager lichaamsgewicht en meer geloof in eigen kunnen. Bij een tweede meting na nog eens drie maanden vlakte het verschil in zoutgebruik af. Daarom wil Meuleman het leefstijlprogramma nog verder ontwikkelen. De medewerking van de mensen met een chronische nierziekte heeft ze al, want die evalueerden het programma als relevant en nuttig.
Kwaliteit van leven
Meuleman deed ook onderzoek naar de kwaliteit van leven in een later stadium van nierziekte, vóórdat patiënten nier-vervangende therapie nodig hebben in de vorm van dialyse of transplantatie. In deze pre-dialysefase blijkt het van grote invloed hoe mensen hun nierziekte beleven: hoe negatiever mensen over hun nierziekte denken, hoe lager zij hun levenskwaliteit ervaren en hoe sneller de ziekte verergert. Hun nierfunctie gaat achteruit en ze moeten eerder starten met dialyse. Psychologische ondersteuningsprogramma’s blijken de beleving van de ziekte positief te beïnvloeden. Dit is een belangrijk aangrijpingspunt om de zorg van mensen met een chronische nierziekte te verbeteren. Daarom is verder onderzoek naar die ziektebeleving belangrijk. Zo zou je mensen met een verhoogd risico op een slechtere gezondheid en lagere kwaliteit van leven vroegtijdig kunnen herkennen. Door strategieën te ontwikkelen om hen te ondersteunen, wil Meuleman de ziektebeleving van mensen met een chronische nieraandoening centraal stellen.
Afbeelding boven: Het omslag van het proefschrift Yvette Meuleman: 'Disease progression and quality of life in chronic kidney disease patients: the role of health behaviour and illness perceptions' (uitsnede)