Het budgetrecht van het Nederlandse parlement in het licht van het Europees economisch bestuur
Op donderdag 14 december om 16:15 uur verdedigt Michal Diamant haar proefschrift over het budgetrecht van het Nederlandse parlement in het licht van het Europees economisch bestuur. De promotie vindt plaats in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden. De promotors zijn Wim Voermans en Michiel van Emmerik.
In het proefschrift van Michal staat de vraag centraal wat de gevolgen zijn van het Europees economisch bestuur – alle regels en procedures op economisch en budgettair terrein in de Economische en Monetaire Unie – voor het budgetrecht van het Nederlandse parlement. Het recht om invloed uit te oefenen op de besteding van de door de bevolking opgebrachte middelen – het budgetrecht – is een van de oudste rechten van het Nederlandse parlement. Dit recht waarborgt democratische betrokkenheid bij de besluitvorming over de begroting, en de besteding van ons belastinggeld, en maakt dat het parlement wezenlijke invloed kan uitoefenen op het (begrotings)beleid van de regering.
Budgetrecht onder druk
De afgelopen jaren is het budgetrecht echter onder druk komen te staan. Als gevolg van de eurocrisis zijn de Europese begrotingsregels aanzienlijk aangescherpt. Ook krijgen de EU-instellingen steeds meer grip op de nationale begroting en de wijze waarop nationale middelen worden besteed. Dit is problematisch, omdat het kunnen bepalen waaraan de op nationaal niveau opgehaalde belastingen uitgegeven worden, bij uitstek een nationale bevoegdheid is. En aan die beslissing wordt democratische legitimatie verleend door de betrokkenheid van het parlement.
Invloed Europees economisch bestuur op nationale beleidskeuzes
Michal Diamant brengt in dit proefschrift het parlementaire budgetrecht en het Europees economisch bestuur nauwgezet in kaart. Een gedetailleerd overzicht van de regels en procedures van het Europees economisch bestuur laat een ingewikkeld beeld zien, waarbij de nationale overheidsfinanciën continu in de gaten worden gehouden door de Europese instellingen. Dit heeft tot gevolg dat de beslissingen die in Europees verband worden genomen grote invloed hebben op de nationale budgettaire en economische beleidskeuzes en de nationale begrotingsprocedures.
In dit onderzoek wordt vervolgens bezien wat dit betekent voor de democratische legitimatie van de nationale begroting: in hoeverre is er nog ruimte voor het parlement om zijn budgetrecht uit te oefenen? Aanbevolen wordt om de nationale parlementaire betrokkenheid bij de besluitvorming in EU-verband op twee manieren te versterken. In de eerste plaats via de versterkte betrokkenheid van het nationale parlement op EU-niveau, zoals bijvoorbeeld in samenwerking met andere nationale parlementen, en in de tweede plaats op nationaal niveau, bij de controle van de regering en haar optreden op EU-niveau.
Prof.dr. W.J.M. Voermans en mr.dr. M.L. van Emmerik over Michal Diamant
"Het onderzoek van Michal Diamant laat zien hoe de noodzaak tot een gezonde financiële huishouding en betrokkenheid van burgers bij bestemming en begroting van overheidsfinanciën altijd schuren. De door de Eurocrisis noodzakelijk gemaakte coördinatie van begrotingen en juridische randvoorwaarden maakt democratische inbreng, die onze Nederlandse Grondwet waarborgt, moeilijker vanwege de complexiteit van fasen en momenten om daadwerkelijk inbreng te hebben. Het proefschrift legt op voortreffelijke wijze de basisbeginselen en uitgangspunten van democratische inbreng bij begrotingen bloot en laat de huidige dynamiek goed zien. De vele EU- en Euro-coördinatieregels en procedures passen in theorie wel allemaal binnen het Nederlandse grondwettelijke systeem, maar blijft het nog wel doenbaar voor een Nederlandse parlementariër?’
Michal Diamant heeft tijdens haar onderzoek goed gebruik gemaakt van deelnemende participatie. Terwijl ze onderzoek deed had ze veel en nauw contact met parlementariërs en ambtenaren die zich voor de taak gesteld zagen de Europese regels in te passen en toe te passen. Ze werd ook nogal eens als expert gevraagd te adviseren. Het is ook daarom een mooi project. Michal weet waarover ze het heeft. Ze heeft het van dichtbij gezien en meegemaakt. En de opgedane academische kennis, past ze nu weer toe in overheidsdienst. Ze werkt sinds een aantal maanden als ambtenaar bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid en daar mogen ze zich in hun handen wrijven met haar komst."