Van honkvaste mannen en reizende huwbare vrouwen
Zo’n 5000 jaar geleden deelden de mensen van de corded ware-cultuur ideeën over de dood op continentale schaal. Daarin zaten sterke genderverschillen: mannen werden in een internationale stijl begraven, vrouwen lokaal. Dat ontdekte archeoloog Quentin Bourgeois.
Tussen Wolga en Rijn
Het is een van de conclusies van zijn VENI-project Networked Landscapes, die hij deze week publiceerde in het online tijdschrift PLOS ONE. Maar er is meer uit de woelige tijden tussen 3000 en 2500 jaar voor Christus, dat archeoloog Bourgeois met zijn groep in het onderzoek naar boven heeft gehaald. Het gebied van de corded ware-cultuur strekte zich uit over een immens oppervlak: van de Wolga tot de Rijn. De cultuur markeert het einde van de nieuwe steentijd – in het oostelijk deel begon voorzichtig al het gebruik van koper. Een belangrijk materieel kenmerk waarin deze cultuur zich onderscheidde van voorgaande culturen, zoals die van de hunebedbouwers, is dat mensen in individuele graven werden gelegd. Dat is de reden waarom de corded ware-cultuur in het Nederlands ook wel de ‘enkelgrafcultuur’ wordt genoemd.
Ideeën over de dood
Ook immateriële zaken zijn door het onderzoek van Bourgeois naar boven gekomen. Dat klinkt vreemd, want ideeën fossiliseren immers niet? ’Toch kunnen we daar veel over zeggen’, vertelt Bourgeois. ‘We kijken naar de handelingen die de mensen hebben uitgevoerd tijdens het begrafenisritueel en proberen hieruit de ideeënwereld te reconstrueren. Zo achterhalen we in hoeverre ze de ideeën over de dood deelden met elkaar.’
Begraven in slaaphouding
Omdat Bourgeois en zijn team duizenden graven uit het hele gebied met elkaar vergelijken, konden zij zien of deze op elkaar lijken of juist niet. ‘We hebben graven in Nederland, Denemarken, Tsjechië en zelfs Moskou die bijna copy-paste van elkaar zijn.’ Het blijkt dat mensen in een slaaphouding begraven werden, mannen op hun rechterzij met het hoofd naar het westen en het gezicht naar het zuiden en de vrouwen precies andersom. De mannen hebben de handen voor het gezicht en daarin vaak een bepaald soort stenen bijl. Bij het achterhoofd staat een aardewerken beker en op de heup ligt een vuurstenen dolk.
It’s a man’s world?
‘In het verleden zagen archeologen alleen dat er een bijl in het graf lag, maar wij kijken nu naar hoe die bijl geplaatst is en dan zien we lokale tradities’, zegt Bourgeois. ‘We zijn nu in staat om een graf in bijvoorbeeld Denemarken te identificeren dat volgens een typisch Nederlandse traditie ingericht is.’ De vergelijking toont ook een duidelijk genderverschil aan, waarbij vrouwen vaker volgens een lokale traditie begraven werden en de mannen meer internationaal. En dat vertelt weer iets over hoe die samenlevingen georganiseerd zijn. ‘Deze resultaten sluiten goed aan bij nieuwe inzichten uit de genetica, waarbij we aanwijzingen zien voor een door mannen gedomineerde samenleving.’
Het onderzoek van Quentin Bourgeois naar begrafenisrituelen in de corded ware-cultuur is deze maand gepubliceerd in PLOS ONE.