P.J. Vethgebouw officieel geopend
De Universiteit Leiden is een volledig gerenoveerd historisch pand voor onderwijs en onderzoek rijker. Het P.J. Vethgebouw aan de Nonnensteeg in Leiden is op 12 oktober geopend door Martijn Ridderbos, vice-voorzitter van het College van Bestuur.
Nonnensteeg en Hortus
Het vernieuwde P.J. Vethgebouw staat een beetje verscholen in de smalle Nonnensteeg, maar bezoekers van de Hortus kunnen het goed zien, want het pand staat met één voet in de botanische tuin. Hier is ook de nieuwe entree gemaakt. Het instituut voor Wijsbegeerte, de Academie der Kunsten (ACPA), het Confucius Instituut en stafafdelingen van de faculteit Geesteswetenschappen hebben inmiddels hun intrek genomen in het P.J. Vethgebouw.
Humanities Campus
Het P.J Vethgebouw is het eerste pand van de nieuwe Humanities Campus dat de universiteit de komende jaren wil realiseren in de binnenstad voor haar faculteit Geesteswetenschappen. Het gebouw is volledig gerenoveerd en aangepast aan de moderne eisen voor onderwijs en onderzoek. De realisatie van de Humanities Campus is een meerjarenproject en omvat niet alleen nieuwbouw, maar ook renovatie en herinrichting van historische panden zoals P.J. Veth en het Arsenaalgebouw. Collegelid Martijn Ridderbos vindt het vooral belangrijk dat met het opgeknapte P.J.Veth ook de relatie van de universiteit met de (binnen)stad wordt versterkt. ‘In dit prachtige, klassieke gebouw, in mooie stijl opgeknapt, staat in de optimale omgeving om met elkaar in te kunnen werken en studeren.’
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website ofJacob van Lokhorst
Het pand aan de Nonnensteeg 1-3 werd meer dan honderd jaar geleden gebouwd en het bestond destijds uit twee delen: het Botanisch Laboratorium en het Rijksherbarium. De gebouwen in neogotische stijl werden ontworpen door toenmalig Rijksbouwmeester, Jacob van Lokhorst, speciaal voor onderzoek en onderwijs in de plantkunde. Het laboratorium bood met zijn hoge ramen veel natuurlijk licht voor studentenpractica en onderzoek, terwijl het meer compacte herbarium was bestemd voor naslag en opslag van plantaardig onderzoeksmateriaal.
Niet-westerse talen en culturen
In de jaren negentig waren in P.J.Veth diverse aan de universiteit verbonden instituten gehuisvest op het gebied van niet-westerse talen en culturen. De naam P.J. Veth komt van Pieter Johannes Veth die in de 19e eeuw hoogleraar Land- en Volkenkunde was. Het gebouw kreeg in 2006 deze naam.
Het monumentale pand voldeed in die jaren echter niet meer aan de eisen van de tijd en heeft vanaf 2011 een tijdje leeggestaan, voordat de renovatie begon. De architecten Diederik de Jonge en Ernst Hoek bedachten nieuwe oplossingen en voorzieningen die toch ook recht zouden doen aan het historische gebouw met zijn klassieke karakter, door hen destijds “een verlaten parel” genoemd.
Pronkstukken
In het vernieuwde P.J. Vethgebouw is een centrale lift, een nieuwe ingang en zijn veel ontmoetingsplekken voor medewerkers en studenten gemaakt. De ruimten zijn ook beter met elkaar verbonden. Kenmerkend voor het gebouw is de grote lichte ruimte aan de noordkant waar medewerkers vroeger met microscopen werken, zonder last te hebben van invallend zonlicht. Door de hoge ramen is het toch een lichte ruimte en heel geschikt als studieruimte en ontmoetingsplek. Pronkstuk van het gebouw is daarnaast het centrale trappenhuis met glas-in-loodramen in een geometrisch patroon. Ook bijzonder is de gerestaureerde oude collegezaal met originele houten collegebanken die door vakmensen zijn hersteld.
Duurzaam
Het historische pand heeft van binnen diverse moderne snufjes. Zo is er een active learning classroom, met diverse moderne apparatuur voor vernieuwende onderwijsvormen. Verder is er ook veel aandacht besteed aan milieubesparingen en duurzaamheid. Dat zie je terug in de vorm van ‘join the pipe’-watertappunten, gescheiden afvalverwerking en veel groen, waaronder een plantenmuur. Er is in het gebouw ook bestaande meubilair gebruikt uit oogpunt van duurzaamheid. Een fraai voorbeeld is de grote, refurbished laboratoriumtafel in de voormalige bibliotheek (nu studieruimte) en de gebruikte maar fraaie wasbakken in de toiletten die allemaal afkomstig zijn uit laboratoria en dus een tweede leven krijgen in P.J.Veth.
