Plastic tussen je tenen
Het zand op Europese stranden mag er dan maagdelijk uitzien, dat is het vaak niet. In iedere kilo zand zitten gemiddeld zo’n 250 stukjes microplastic. Dat ontdekten Leidse wetenschappers met hulp van strandgangers uit heel Europa.
Plastic is bijna overal. Dat is in een notendop de uitkomst van onderzoek van student Froukje Lots en haar begeleider Thijs Bosker. Zij ontdekten dat er in een kilo strandzand gemiddeld zo’n 250 stukjes microplastic zitten die kleiner zijn dan een halve centimeter. Plaatselijk kon het aantal microplastics oplopen tot 700 (IJsland) of zelf 1500 (Italië) stuks per kilo. Bosker vond eerder al een relatief hoog aantal plasticstukjes in Nederland, namelijk zo’n 500 per kilo op het strand bij Den Haag. Die microplastics ontstaan doordat grotere plasticproducten langzaam afbreken.
Espressokopje zand
De resultaten zijn onderdeel van een groter onderzoek naar microplastics op de Europese stranden. De Leidse wetenschappers, beiden verbonden aan het Leiden University College en het Centrum voor Milieuwetenschappen, analyseerden in totaal 23 locaties in 13 verschillende Europese landen. Op 12 oktober maakten zij hun resultaten bekend in het vakblad Marine Pollution Magazine. ‘Hieruit blijkt dat deze microplastics op alle onderzochte stranden zijn te vinden,’ zegt Bosker, universitair docent ecotoxicologie. ‘Vul je een espressokopje met zand, dan zitten daar al gauw 25 stukjes plastic in. Bovendien verschilt de hoeveelheid plastics significant per locatie.’
Citizen science
Lots en Bosker verzamelden hun zandmonsters met behulp van citizen science. Via hun website en social mediakanalen riepen ze mensen op zandmonsters mee te brengen of in te sturen. Veel strandgangers, collega’s en vakgenoten reageerden op de oproep. Daarnaast maakten de onderzoekers dankbaar gebruik van het uitgebreide internationale netwerk van het University College. Zo konden ze veel Europese stranden meenemen in hun onderzoek.
Variatie in analysemethode
‘We konden dit alleen maar doen omdat we de afgelopen jaren de analysemethode van microplastics hebben gestandaardiseerd,’ zegt Bosker. ‘Tot voor kort analyseerde iedere wetenschapper in het jonge onderzoeksveld de microplastics op zijn of haar eigen manier. Zo werden er tot voor kort verschillende oplossingen gebruikt om het zand en de plastics van elkaar te scheiden, en verzamelden sommigen het zand bij eb en anderen bij vloed.’
Gemakkelijk verzamelen
Legde je de onderzoeksresultaten naast elkaar, dan was dat volgens Bosker dus ‘appels met peren vergelijken’. Eerder dit jaar deed Aiken Besley, een andere bachelorstudent van Bosker, een voorstel hoe de studie van microplastics kon worden gestandaardiseerd. Zijn onderzoek liet zien dat het verzamelen van zandmonsters veel minder nauw luistert dan de analyse ervan. Neem je enkele basisregels in acht, dan kan er weinig misgaan. Bosker: ‘Dat maakt dit project zo geschikt voor crowdsourcing. Met minimale middelen kan iedereen een bijdrage leveren aan de wetenschap.’
Negatief effect
Bosker werkt momenteel aan een vervolgstudie naar de hoeveelheid plastic op Nederlandse stranden en de Cariben. Hij kijkt daarbij niet alleen naar de verdeling van microplastics in het milieu, maar ook wat de impact van die plastics is op levende organismen. Bosker: ‘Het is namelijk belangrijk om te weten of ze een impact hebben op het milieu. In experimenten willen we achterhalen of ze een negatief effect hebben op planten en dieren. Het feit dat we veel microplastics op de stranden vinden, zegt namelijk nog niets over de eventuele schade.’