Rapport ‘Implications of Brexit on EU Financial Services’ gepubliceerd
Het rapport ‘Implications of Brexit on EU Financial Services’ is gepubliceerd dat is geschreven op verzoek van het Europees Parlement. De gevolgen van een Brexit voor financiële dienstverlening zijn daarin zowel vanuit juridisch als vanuit economisch perspectief onderzocht.
Het rapport is mede opgesteld door Matthias Haentjens, Peggy Bracco Gartner en Jouke Tegelaar, allen verbonden aan het Hazelhoff Centre for Financial Law, in samenwerking met het European Research Centre for Economic and Financial Governance (EURO-CEFG). Het rapport is geschreven op verzoek van de Committee on Economic and Monetary Affairs (ECON) van het Europees Parlement en is gepubliceerd op de website van het Europees Parlement
De vraag die centraal stond in het onderzoek is wat de gevolgen van een Brexit zullen zijn voor de financiële dienstverlening. Deze gevolgen zijn in kaart gebracht aan de hand van vier verschillende Brexitscenario’s. De scenario’s variëren van een ‘harde Brexit’, waarbij het Verenigd Koninkrijk iedere toegang tot de Europese single market verliest, tot het scenario waarin het Verenigd Koninkrijk lid blijft van de Europese Economische Ruimte (EER). De gevolgen van de verschillende scenario’s zijn vanuit zowel economisch als juridisch perspectief onderzocht.
Conclusies in het rapport zijn dat de financiële markten van het Verenigd Koninkrijk en de EU27 in belangrijke mate met elkaar zijn verweven en dat zowel financiële ondernemingen gevestigd in het Verenigd Koninkrijk als in de EU27 voor hun grensoverschrijdende dienstverlening sterk afhankelijk zijn van het zogeheten ‘Europees paspoort’. Daarmee kunnen financiële ondernemingen die een vergunning hebben in één van de lidstaten grensoverschrijdend diensten verrichten zonder dat daarvoor het doorlopen van een (tweede) vergunningsprocedure in de ‘gaststaat’ is vereist. Zij vallen onder het toezicht van de lidstaat waar de vergunning is verkregen. In het geval van een ‘harde Brexit’ zullen financiële ondernemingen die van of naar het Verenigd Koninkrijk diensten willen verrichten daarvan geen gebruik meer kunnen maken. Een Brexit zal leiden tot een ontwrichting van deze wederzijdse afhankelijkheid en tot extra kosten voor zowel het Verenigd Koninkrijk als de EU27.
Een andere conclusie is dat de huidige ‘equivalence regimes’ die zijn neergelegd in Europese financiële regelgeving slechts van beperkte betekenis zullen zijn voor een vereenvoudigde toegang tot de Europese single market van financiële ondernemingen gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. Deze regimes kunnen ondernemingen gevestigd in derde landen toegang tot de Unie bieden op basis van de vergunning en het toezicht in het derde land, mits de financiële regelgeving in het derde land en het toezicht daarop ‘equivalent’ is aan dat van de Unie. Dergelijke ‘equivalence regimes’ gelden echter niet voor alle soorten financiële dienstverlening en bieden bovendien slechts toegang tot een deel van de markt.
De onderzoekers doen ook enkele concrete beleidsaanbevelingen aan de EU die beogen de negatieve effecten van een Brexit te mitigeren. De onderzoekers adviseren onder meer snel en transparant te onderhandelen over zaken die de financiële dienstverlening betreffen om onzekerheid op de financiële markten zoveel mogelijk te minimaliseren. Andere aanbevelingen betreffen onder meer het versnellen van de Kapitaalmarktunie en het creëren van een financieel centrum binnen de EU27.