‘Laat studenten je passie voor je vakgebied zien’
Tijdens de opening van het academisch jaar wordt traditiegetrouw de LUS Onderwijsprijs uitgereikt aan de beste docent op de universiteit. Maak kennis met de genomineerden. Deze week: Thijs Porck.
Thijs Porck vindt het ‘een enorme eer’ dat zijn studenten hem genomineerd hebben voor de LUS Onderwijsprijs. De vrolijke docent Oudengels noemt het vooral bijzonder dat studenten de genomineerden en de uiteindelijke winnaar kiezen. ‘Dat is toch voor wie je het doet.’
Waar heb je deze nominatie aan te danken, denk je?
‘Ik ben enorm gepassioneerd over mijn vakgebied. Ik vind wat ik doe, wat ik bestudeer en wat ik doceer ongelofelijk leuk, en ik denk dat dat overkomt op de studenten. Ik stop ook veel van mezelf in mijn colleges. Op vakantie ga ik altijd naar Engeland, zo heb ik al eens dezelfde tocht gelopen als de pelgrims in de Canterbury Tales, van Londen naar Canterbury. Allerlei plekken die in het verhaal voorbij komen, bestaan nog: daar maak ik een selfie en die gebruik ik ter illustratie tijdens college.
Daarnaast probeer ik mijn onderwijs te innoveren. Ik heb kennisclips gemaakt: video’s waarin ik lastige grammatica uitleg, waardoor studenten dit op hun eigen tempo kunnen doornemen. Ik heb een blog en ben actief op social media, met een Facebookgroep voor studenten Oudengels waar ik leuke weetjes over mijn vakgebied deel – ook ’s avonds en in het weekend. En ik heb vorig jaar studenten een vlog laten maken, als een soort essay-opdracht in het kader van 21st-century skills.’
Je hebt zelf een enorme passie voor je vak, hoe ga je om met studenten die je vak helemaal niet leuk vinden?
‘Van mij hoeven ze het vak niet leuk te gaan vinden, een groot deel van de studenten wil mijn vak gewoon halen voor de bachelor Engels. Daarom is het belangrijk het vak toegankelijk te houden, te zorgen dat het niet alleen leuk is voor de ‘gekkies’ zoals ik. Ik probeer daarom het vak aan te laten sluiten op de belevingswereld van studenten. Het middeleeuws Engels is voor hen eigenlijk een geheel nieuwe taal, een lastige ook nog eens, en het gaat over verhalen en gebeurtenissen van heel lang geleden. Daarom koppel ik het aan dingen van nu, zoals tv-series of films. Zo moet Harry Potter in een van de boeken verschijnen voor de Wizengamot, de hoogste rechtbank in de tovenaarswereld. Dat is direct afgeleid van de Witenagemot, een raad van bisschoppen, hoge geestelijken en edelen die de koning adviseerden in de Angelsaksische historie.’
Waar hebben studenten behoefte aan in het onderwijs?
‘Ik denk dat excellente studenten behoefte hebben aan meer verdieping, om in hun bacheloropleiding al aan de slag te gaan met onderzoek. Het valt mij op dat Honours Programma’s vaak heel breed zijn van opzet en samenstelling. De beste studenten van Engels, Filosofie, Frans et cetera worden bij elkaar gezet om een breed thema uit te werken. Volgens mij moet je deze studenten juist laten specialiseren: jij bent goed in Oudengels, ga daar maar in duiken. Ik ben daarom zeer blij met mijn project in het kader van het Research Traineeship Programme van de Faculteit Geesteswetenschappen. Daarbij kun je als docent of onderzoeker een beursje aanvragen waarmee je twee studenten onder jouw begeleiding onderzoek kan laten doen.’
‘Studenten in het algemeen hebben duidelijkheid nodig, een goede structuur in het onderwijs. Ze willen aan het begin graag weten wat van hen gevraagd gaat worden op het tentamen. Dat ga je natuurlijk niet woordelijk voorkauwen, maar je moet wel aan het begin duidelijk maken wat de doelen zijn van de cursus, en hoe je daar naar toe gaat werken. Ook in colleges is een heldere structuur belangrijk. Dat maakt het hoorcollege niet meteen heel statisch, maar er is wel een duidelijke basis van punten die worden behandeld.’
Wat is het mooist om te zien bij studenten?
‘Ik geef natuurlijk een beetje een raar vak, middeleeuws Engels. Studenten gaan Engels studeren omdat ze er goed in zijn, van lezen houden of de taal goed willen leren beheersen. En dan kom ik ineens langs om ze te vertellen wat er 1500 jaar geleden gebeurde en welke taal er toen gesproken werd. Dat is een verrassing, en soms geen aangename. Bij het eerste college zitten veel studenten met hun oren te klapperen, en vragen zich af of ze dit ooit gaan begrijpen. Als ze na twaalf weken beseffen dat ze het inderdaad kunnen, en zichzelf daarmee eigenlijk overtroffen hebben, dan is dat prachtig om te zien!’
Over de LUS Onderwijsprijs
De LUS Onderwijsprijs is een initiatief van het Leids Universitair Studentenplatform. Jaarlijks eren zij een universitair docent die zich ‘bijzonder verdienstelijk’ heeft gemaakt op het gebied van onderwijs. Alle studenten van de Universiteit Leiden kunnen een docent voordragen. Uiteindelijk bezoekt het LUS enkele colleges van de voorgedragen docenten, waarna zij drie finalisten kiezen. Daarbij let het LUS onder meer op onderwijsinnovatie, interactie met studenten en in hoeverre de docent in staat is zijn of haar onderwijs blijvend te verbeteren. Dit jaar zijn de genomineerden Thijs Porck (Geesteswetenschappen), Florian Schneider (Geesteswetenschappen) en Christine Espin (Sociale Wetenschappen). De winnaar krijgt een plek in de Leiden Teachers Academy en een beurs van 25.000 euro, te besteden aan onderwijsprojecten.