Onderzoek naar welzijn promovendi Universiteit Leiden
Uit een onderzoek van het Centre for Science and Technology Studies (CWTS) naar het welzijn van promovendi bij de Universiteit Leiden blijkt dat een aantal van hen zoveel stress ervaart, dat zij mentale problemen kunnen ontwikkelen. Begeleiding van promovendi is daarom een continu aandachtspunt voor de universiteit.
Het onderzoek van het CWTS is een vervolg op een eerder onderzoek onder promovendi in Vlaanderen. Daaruit bleek dat promovendi een hoger risico op mentale problemen hadden dan de reguliere hoogopgeleide beroepsbevolking in Vlaanderen. Hierop ontstond bij het CWTS de wens dit ook voor de Leidse promovendi in kaart te brengen.
Enquête Leidse promovendi
Het CWTS ondervroeg voor het onderzoek promovendi van de Leidse universiteit: 250 van in totaal meer dan 1200 promovendi, exclusief die van het LUMC, vulden de vragenlijst in. Zij kregen de enquête van het Belgische onderzoek voorgelegd, aangepast aan de Nederlandse situatie. Hierin werd onder meer gevraagd naar taken, autonomie, begeleiding, leiderschap, en carrièrekansen. Daarnaast waren er vragen over werk-privé-balans, (omgaan met) werkdruk, en welzijn.
Jonge en internationale promovendi
Uit de Leidse CWTS-enquête bleek dat 38% van de ondervraagde promovendi een verhoogd risico heeft op mentale problemen. Dit geldt vooral voor jonge en internationale promovendi. Het is aannemelijk dat de overgang naar een ‘nieuw’ land een belangrijke rol speelt. De aanpassing aan een nieuwe sociale omgeving is een stressvol proces. Zo kunnen internationale studenten ook te maken krijgen met onder meer een taalbarrière, immigratieproblemen, een cultuurschok, sociale aanpassing en heimwee, en kan een dergelijke aanpassingsperiode gepaard gaan met gevoelens van eenzaamheid.
Omgaan met werkdruk
Uit het CWTS-onderzoek blijkt verder dat werkdruk als zodanig geen significante voorspeller is van mentale problemen bij promovendi. Zij zijn zich er van bewust dat de hoeveelheid werk die moet worden verzet groot is, en (tijdelijk) ten koste kan gaan van de balans tussen werk en privé. Wanneer promovendi echter problemen krijgen met het omgaan met werkhoeveelheid en -tempo, de zogenaamde ‘coping’ met werkdruk, dan kunnen mentale problemen ontstaan.
Zeer serieus
De universiteit neemt het welzijn van zijn medewerkers en de signalen uit dit onderzoek zeer serieus. Vice-rector Hester Bijl: ‘Hoewel slechts een kleine groep van alle promovendi aan de Leidse universiteit is ondervraagd, en er ook onderzoek nodig is bij controlegroepen, blijkt wel dat de begeleiding en coaching van deze groep continu aandacht behoeft. Het welzijn van promovendi vind ik heel belangrijk, en daarom is eigenlijk een breder onderzoek nodig. Het zou mooi zijn als ook andere universiteiten dat konden oppakken. Het beste zou zijn om in gezamenlijk verband een dergelijk onderzoek te doen onder een grotere populatie.’
Begeleidingsplan
Ook uit eerder onderzoek in 2015 van de universiteit kwamen er al signalen over (omgaan met) werkstress. Hierna heeft de universiteit een aantal maatregelen doorgevoerd en het opleidings- en begeleidingsaanbod voor promovendi verbeterd. Er staan ook nieuwe maatregelen op stapel. Zo is het is de bedoeling dat voor iedere promovendus binnen drie maanden een opleidings- en begeleidingsplan wordt opgesteld, en jaarlijks gaat elke promovendus een gesprek met onafhankelijke stafleden voeren.
Promovendipsycholoog
Daarnaast krijgt iedere promovendus een verplicht (breed) cursusaanbod gericht op onderzoek en onderwijs en op de ontwikkeling van algemene vaardigheden. Elke Graduate School krijgt een vertrouwenspersoon voor promovendi en de universiteit wil ook een specifieke promovendi-psycholoog aanstellen. Ook zijn er plannen om met een buddy-systeem te gaan werken voor internationale promovendi die net in Nederland zijn.
Risico’s herkennen
In het najaar van 2017 start daarnaast een specifieke training voor stafleden die voor het eerst een promovendus gaan begeleiden. Hierin is nadrukkelijk aandacht voor het herkennen van risico’s en waarschuwingssignalen wanneer een promovendus wellicht teveel stress ervaart, communicatie met promovendi met een niet-westerse achtergrond en de voorbereiding op het vervolg van de loopbaan. Daarnaast wordt de loopbaanondersteuning voor promovendi verbeterd.