Michiel van Emmerik spreekt over de rol van de rechter bij beperking van grondrechten
Op 26 juni 2017 heeft Michiel van Emmerik een interactieve cursus verzorgd bij de rechtbank Midden-Nederland over de positie van de rechter bij de toetsing van grondrechtenbeperkend overheidshandelen in het strafrecht en het bestuursrecht.
Dit was mede naar aanleiding van een onderzoek naar adequate rechtsbescherming bij grondrechtenbeperkend overheidsoptreden in opdracht van de Raad voor de rechtspraak uit 2014 waaraan Michiel een bijdrage leverde.
In dit onderzoek worden diverse vergelijkbare maatregelen uit het strafrecht en het bestuursrecht naast elkaar gelegd (zoals boetes, huisbezoeken, c.q.-zoekingen, het vorderen van inlichtingen en onderzoeken van antecedenten) en niet altijd te verklaren verschillen geconstateerd ten aanzien van de rechtsbescherming (zoals in het bijzonder ten aanzien van het moment en de intensiteit van de rechterlijke toetsing). Dergelijke verschillen in rechtsbescherming zijn ook geconstateerd door de Afdeling advisering van de Raad van State in een in 2015 ongevraagd uitgebracht advies over rechtsbescherming bij het opleggen van bestuurlijke boetes en eerder al in de VAR-preadviezen uit 2014 over de rechtsbescherming bij bestraffende bestuurlijke sancties.
Centraal punt van discussie is of het gerechtvaardigd is dat er verschil in rechtsbescherming is tussen punitieve handhaving via het strafrecht dan wel het bestuursrecht en wat de precieze rol van de rechter hierbij zou moeten zijn. Daarnaast is het van groot belang dat de rechter die het laatst aan zet is bij samenloop van sancties de evenredigheid van het totaalpakket aan sancties garandeert.
De bijeenkomst vond plaats in het kader van een rechtbankbrede lezingencyclus over fundamentele rechten met diverse sprekers uit wetenschap en praktijk en werd bezocht door rechters en medewerkers uit alle sectoren van de rechtbank.