John van Noort benoemd tot hoogleraar biofysica
De Universiteit Leiden benoemt John van Noort tot hoogleraar biofysica. Hij onderzoekt de manier waarop DNA in ons lichaam wordt opgevouwen en uitgelezen.
John van Noort studeerde moleculaire levenswetenschappen voordat hij promoveerde in de technische natuurkunde. De focus van zijn promotieonderzoek en de daaropvolgende postdoc lag altijd op de biologische kant van de natuurkunde. Na dertien jaar als groepsleider in Leiden krijgt hij nu de leerstoel biofysica aangeboden, die hij op 16 februari a.s. officieel accepteert tijdens zijn oratie. ‘Ik vind het multidisciplinaire karakter van dit onderzoek erg leuk: natuurkunde aan biologie koppelen en andersom. Je kunt dan met kwantitatieve technieken nieuwe biologische vraagstukken oplossen. Plus je werkt met interessante mensen vanuit verschillende achtergronden.’
Biologie
Het biologische aspect van Van Noorts onderzoek zit hem in het onderwerp—de organisatie en uitlezing van DNA. Hij bestudeert bijvoorbeeld hoe hormoonreceptoren zich aan DNA binden en vervolgens de activiteit van een gen beïnvloeden. Daarbij is het interessant hoe de organisatie van DNA van invloed is op de binding van de hormoonreceptor. Zo komt hij steeds meer te weten over het uitleesproces van DNA, dat bepaalt welke van de in het DNA gecodeerde eiwitten daadwerkelijk geproduceerd worden.
Natuurkunde
De microscopen die Van Noort en zijn groep bouwen vormen het natuurkundige aspect. ‘Daar komt kennis van optica en mechanica goed van pas,’ legt hij uit. ‘Bovendien maken we bij het interpreteren van de data veel gebruik van statistische fysica. We krijgen niet zomaar volledige plaatjes te zien, want we zijn echt aan het kijken op het niveau van een enkel molecuul. Die zijn te klein om met optische microscopie af te beelden. De fluorescente signalen die eruit komen kunnen we wel analyseren en daarmee de onderliggende structuren achterhalen.’
Medicijnen
Aan het begin van zijn hoogleraarschap verwacht Van Noort dichter bij farmaceutische toepassingen te komen. Doordat hij bijvoorbeeld de binding van hormoonreceptoren bestudeert aan DNA, kan zijn onderzoek bijdragen aan de ontwikkeling van hormoonmedicijnen die deze binding beïnvloeden. Deze medicijnen dienen op dit moment nog vaak als paardenmiddel. Cortison wordt bijvoorbeeld uitgeschreven voor uiteenlopende klachten, zoals ontstekingen, pijn of immuunziekten, en heeft een lange lijst met bijwerkingen. Met nieuwe inzichten en screeningtechnieken kunnen farmaceuten specifiekere en dus effectievere hormoonmedicijnen ontwikkelen.