Nieuw vertaallab aan Reuvensplaats
Begin dit jaar is een lokaal aan de Reuvensplaats omgetoverd tot vertaallab. Met ingang van het huidige semester kunnen studenten van de MA Linguistics: Translation in Theory and Practice hier werken met professionele vertaalsoftware. Het vertaallab is een eerste stap in de richting naar een European Master’s in Translation-certificering voor de opleiding.
Vertalen in actie
In de ruimte staan 10 laptops waarop de vertaalprogramma’s SDL Trados en MemoQ en de ondertitelsoftware Spot zijn geïnstalleerd. Lettie Dorst doceert de cursus Subtitling in Theory and Practice en licht toe: “Dit wilden we al heel lang. Normaal gesproken maken de studenten thuis hun vertaling en behandelen we deze achteraf. In het vertaallab kan ik hen in actie zien en is meteen duidelijk wat soepel gaat en waar het spaak loopt. Ook kan ik zien of ze nog steeds nauwkeurig en foutloos kunnen vertalen onder tijdsdruk. Bij de oude werkwijze hebben we geen idee of ze een uur of twee dagen aan de vertaling gezeten hebben.”
EMT
De Europese Commissie heeft met EMT richtlijnen vastgesteld waaraan vertalers die voor de EU willen werken, moeten voldoen. Leiden zou de eerste Nederlandse universiteit zijn met een opleiding in het netwerk. Katinka Zeven is als docent verbonden aan de opleiding: “Toelating tot het EMT-netwerk is een lang proces. Eén van de belangrijkste voorwaarden is dat studenten kunnen werken met professionele vertaaltools, en daar voldoen we nu aan.”
Tools zijn onontbeerlijk
Het vertaallab straalt af op de opleiding, en natuurlijk hebben ook de studenten er baat bij. Dorst: “Je kunt tegenwoordig simpelweg niet bij een bedrijf stagelopen of werken zonder bekend te zijn met deze software. En ook als freelancer is het niet rendabel om zonder tools te werken.” Maar de professionele tools zijn duur. “Studenten hebben nu een idee van wat ze aanschaffen, mochten ze na hun studie besluiten om te investeren in professionele software. Zo kunnen ze straks beter geïnformeerd de afweging maken tussen de dure tools en wat er allemaal aan freeware beschikbaar is.”
Samen vogelen
Het eerste klassikale practicum in het vertaallab was op 7 februari. Studenten maakten kennis met Spot, een ondertitelprogramma. “Daar bestaat geen handleiding voor,” vertelt Dorst. “We vogelen het dus met zijn allen uit, en dat is heel leerzaam.” Zeven voegt toe: “Het kan heel frustrerend zijn om met tools te werken: het programma crasht, je weet niet waar een vinkje voor staat… Ook die frustratie is belangrijk om te ervaren. Daar krijg je in de toekomst zeker nog mee te maken.”
Geheugen bouwen
Dit semester wordt alleen de ondertitelsoftware gebruikt tijdens colleges. “SDL Trados en MemoQ zijn vertaalgeheugens,” zegt Dorst. Tijdens het vertalen kan de software aangeven of je een betreffend stuk al eens eerder hebt vertaald, en op welke manier. “Daarvoor moet je dus eerst vertalingen invoeren in het geheugen,” vertelt Dorst. “Daar zijn we mee bezig.” Volgend jaar zal de software bij meer cursussen uit de master worden gebruikt, onder andere ook bij Legal Translation. Docent Tony Forster: “We zullen studenten Legal Translation leren de termenbanken van onze vertaalsoftware te gebruiken om bijdragen te leveren aan IATE, de grote termenbank van de Europese Unie.”
In de toekomst zullen workshops worden gegeven aan andere opleidingen die geïnteresseerd zijn in gebruik van het vertaallab.
Heb je vragen? Neem contact op met Ferdinand Harmsen, programmasecretaris ICT in het Talenonderwijs:
f.a.z.harmsen@hum.leidenuniv.nl
071-5271634