Slotbijeenkomst Pre-University Classes vol van wetenschap
Zeshonderd mensen hadden zich op 20 april verzameld in de Pieterskerk, waaronder honderden pientere scholieren: de deelnemers aan de Pre-University Classes hadden hun slotbijeenkomst en veel van hen hadden hun ouders meegebracht. Het was een kennisintensieve middag.
Uitreizigers en terugkeerders
In de Pre-University Classes maken scholieren uit 5- en 6-vwo (in uitzonderlijke gevallen ook 4-vwo) gedurende twee maanden in wekelijkse colleges kennis met een specifiek vakgebied of onderwerp. De Universiteit Leiden biedt twintig van dergelijke Classes aan. Het aantal deelnemers was dit jaar hoger dan ooit: plm. vierhonderd.
Op de slotbijeenkomst nam eerst Edwin Bakker, Leids hoogleraar Terrorisme en Contraterrorisme, het woord. Zijn drie kwartier durende lezing ging over uitreizende en terugkerende Syriëgangers. Wat weten we van hen? Bakker verloor geen seconde de aandacht van het publiek. Hij vertelde dat zijn Institute of Security and Global Affairs in kaart probeert te brengen wat de driehonderd Nederlandse jongeren dreef die zich bij Islamitische Staat aansloten, en wat we kunnen verwachten van de terugkeerders. Een paar opvallende feiten: er zijn relatief veel vrouwen onder de uitreizigers, twee derde van het totaal. Bakkers zorgen betreffen vooral de kinderen die ze meenamen dan wel kregen in de Islamitische Staat (IS).
Blinde vlek
Veertig Nederlandse strijders zijn inmiddels omgekomen in gevechten of als zelfmoordterrorist, maar wetenschappers verwachten niet dat de overige 260 allemaal terugkomen naar Nederland. Slechts een beperkt aantal zal dat doen, zei Bakker. Een aantal terugkeerders lijkt, na het uitzitten van hun gevangenisstraf, goed geland in Nederland. Inmiddels is in allerlei landen veel onderzoek gedaan, maar er heeft zich een belangrijke blinde vlek aangediend: IS-strijders die afkomstig zijn uit Centraal-Azië. Zij bleken betrokken bij diverse aanslagen die de laatste tijd in West-Europa zijn gepleegd.
Ge(re)construeerde taal
Goed gebekt waren ze, de scholieren die de drie presentaties verzorgden na de lezing van Bakker. De eerste drie kwamen uit de Class Taalwetenschap. Ze lieten zien dat de West-Europese talen voortkomen uit het Proto-Indo-Europees. Dat is niet een taal waar hard bewijs voor gevonden is maar een door taalkundigen ge(re)construeerde oertaal, waaruit zich ook Iraakse en Zuid-Aziatische talen hebben ontwikkeld. Onder taalwetenschappers bestaat consensus: het Proto-Indo-Europees heeft echt bestaan.
Emoties
Dichter bij huis was het onderwerp van de groep Psychologie: emoties. De presentatie was in handen van, wederom, drie scholieren: Quinten, Fianne en Leonoor. Gezichten drukken emoties uit, waarbij de spiertjes rond de ogen en de mond de hoofdrol spelen. Als kindje leer je dat door de gezichtsuitdrukking van de ouder/verzorger na te doen (‘spiegelen’). Tussen het 2e en het 5e jaar leren we wat de gezichtsuitdrukkingen betekenen, uit wat de ouder zegt bij een bepaalde expressie van zichzelf of een andere persoon. De volgende stap is daarvoor begrip te ontwikkelen: empathie. Kinderen met autisme kijken vaak weinig naar de ogen waardoor hen bepaalde informatie ontgaat. Dove kinderen horen hun ouders niet waardoor ook zij informatie missen. Bij beide groepen kan daardoor een psychosociale stoornis ontstaan.
Quantum-mechanica
De groep Natuurkunde had maar één scholier afgevaardigd om het verhaal te vertellen. Dat ging over quantum-mechanica. In de klassieke natuurkunde ging men ervan uit dat er een werkelijkheid bestond die onafhankelijk was van de waarneming – waarin meetfouten vaak een probleem waren. In de moderne natuurkunde van de quantum-mechanica weet men dat die ‘harde’ werkelijkheid er niet is. Scholier Jur zei een paar keer dat hij weliswaar kon beschrijven waar het om ging maar het toch ook niet helemaal begreep. Het was hem vergeven. In elk geval speelt de quantum-mechanica een belangrijke rol in de techniek van bijvoorbeeld smart phones en in de nanomoleculaire machines van Nobelprijswinnaar Ben Feringa.
Artikel op Kennislink.nl
Daarna vond de uitreiking plaats van de Kennislink-prijs: een publicatie op de wetenschapssite Kennislink.nl. Alle scholieren schreven een artikel op basis van bronmateriaal. Een jury van Kennislink koos, na een voorselectie bij de universiteit, het allerbeste artikel. Een belangrijk criterium daarbij was het gebruik van meerdere bronnen. Winnaar werd Naomi ’t Hart – Class Bio-Farmaceutische Wetenschappen – met haar artikel ‘Variaties in vaccinaties’. Dat gaat over alternatieven voor ‘de spuit’ die sinds de start van vaccinatie hét, vaak gevreesde, toedieningsinstrument is. Het kan ook anders: via de neus of met micronaalden die pijnloos én effectiever zijn. Alle zestien artikelen die tot de 'short list' waren doorgedrongen, waren verzameld in een boekje waarvan alle aanwezigen een exemplaar mochten meenemen.
Uitreiking van de certificaten
En toen was het tijd om op te staan en rond te lopen: elke Class presenteerde met behulp van een scherm of een poster de kern of een aspect van het geleerde. De Class ‘Retorica’ wist veel publiek te trekken met korte en sterke, gesproken columns van de scholieren. Om half 5 verzamelden de Classes zich bij hun presentatie voor het moment suprême: de uitreiking van het certificaat!
Naast Pre-University Classes kunnen scholieren ook een langer traject volgen: het tweejarige Pre-University College. Het Pre-University onderwijs is onderdeel van de Honours Academy.
Wat vonden scholieren van hun Pre-University Class?
Het belangrijkste dat Nicolas van Schaik heeft opgestoken in zijn Class is dat de grondslag van de informatica wiskunde is. ‘Ik vond het erg interessant en heb nu een beter idee van wat informatica inhoudt. We hebben ook praktische dingen gedaan, bijvoorbeeld een klok programmeren. Heel leuk.’
Meili Hegeman is dol op taal. Daarom koos ze voor de Class Taalwetenschap. Ze kraakt een kritische noot. ‘Het had voor mij wel wat sneller en dieper gemogen. Er ging telkens veel tijd op aan het bespreken van de opdracht die we hadden gekregen. Ik had die tijd liever besteed aan het leren van nieuwe dingen.’
Op Julian Seesink is van toepassing dat zijn reistijd aanmerkelijk langer was dan het college in Leiden: hij kwam wekelijks met de trein uit Tiel. Hij koos voor Rechten, een vakgebied waarmee hij in zijn lessen Maatschappijleer al kennis had gemaakt. Wat hij leerde? ‘Onder meer dat formulering een essentieel aspect van het recht is. Kopiëren kan bijvoorbeeld nooit diefstal zijn omdat het origineel niet wordt gestolen.’
(CH / fotografie: André van Haasteren)