‘Verzwijgen seksuele voorkeur geeft meer spanningen op het werk'
Hoe tolerant is Nederland op de werkvloer? Drie vragen aan Jojanneke van der Toorn, ’s werelds eerste bijzonder hoogleraar Workplace Pride, op de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie.
1. U doet onderzoek naar de positie van LHBT (lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender)-werknemers op de werkvloer. Hoe is daarmee gesteld in Nederland?
‘Veel mensen denken dat het hier wel goed gaat omdat Nederland in vergelijking met andere landen tolerant is op dit gebied. Maar uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat LHBT-werknemers veel vaker een burn-out krijgen: onder homoseksuele en lesbische medewerkers is dat 21 procent en onder biseksuele medewerkers zelfs 22 procent, wat substantieel hoger is dan onder heteroseksuele medewerkers (12%). Over transgenders zijn nog te weinig data verzameld. Nederlanders tolereren over het algemeen wel mensen met een andere seksuele voorkeur, maar hebben er vaak toch moeite mee als die andere voorkeur specifiek en zichtbaar is. Daarom hebben LHBT-werknemers dikwijls het gevoel dat ze niet helemaal zichzelf kunnen zijn.’
2. Wat raadt u deze medewerkers aan?
‘Ze kunnen last hebben van pesterijtjes of ze zijn er bang voor. Mede daarom komt lang niet iedereen op het werk uit de kast. Maar dat kan voor spanningen zorgen omdat die medewerker iets verborgen houdt en dus steeds alert moet zijn. Collega’s voelen mogelijk dat er iets is, maar kunnen er de vinger niet op leggen. Recent onderzoek lijkt te suggereren dat deze groep meer gepest wordt dan degenen die op het werk duidelijk zijn over hun seksuele voorkeur. Met deze medewerkers gaat het meestal ook beter, ze hebben minder psychische problemen.’
‘Ik zal niet zeggen: kom er maar voor uit. Dat is een hele persoonlijke keuze. Maar het is misschien goed te weten dat ‘uit de kast zijn' samen lijkt te hangen met meer welbevinden. Klop bij problemen aan bij de vertrouwenspersoon of een collega die je vertrouwt. En overweeg je aan te sluiten bij het LHBT-netwerk van het bedrijf als dat er is en wissel ervaringen uit met collega’s.’
3. Wat kunnen werkgevers doen om werkelijk een inclusief bedrijf te zijn?
‘Allereerst moeten ze zich bewust zijn van het beeld dat ze uitdragen. Maken de mission statement, de website en vacatureteksten duidelijk dat iedereen welkom is? Hiermee trek je diversere sollicitanten aan. Minstens zo belangrijk is dat die diversere werknemers, eenmaal binnen, zich welkom blijven voelen. Zorg dat het diversiteitsbeleid doorgevoerd is in alle facetten van de bedrijfsvoering. Dus niet alleen een goede vertrouwenspersoon of een training impliciete vooroordelen voor personeel en leidinggevenden. Dit laatste kan helpen om mensen bewust te maken van hun onbewuste vooroordelen, maar het werk moet zo worden ingericht dat die vooroordelen zo min mogelijk invloed hebben op gedrag.’
‘En ga met werknemers in gesprek om erachter te komen wat er speelt en waar behoefte aan is op de werkvloer. Ik ben net begonnen met een onderzoek naar LHBT-ouderschap en werk. Werknemers die een kind adopteren staan bijvoorbeeld voor een heel andere uitdaging dan werknemers die van een kind bevallen; zij moeten vaak ineens en voor langere tijd naar het buitenland en verlof vragen. Het is belangrijk dat werkgevers hiervoor begrip hebben en meewerken.’