Aan de wieg van farmacologische modellen
Na 41 jaar neemt Meindert Danhof, hoogleraar Farmacologie, op 31 maart afscheid van het Leiden Academic Centre for Drug Research. Een symposium ter ere van hem, voorafgaand aan het afscheidscollege, laat zien wat er in die periode bereikt is. Danhof kijkt met plezier terug.
Medicatie op maat
‘Het is een spannende tijd in de Farmacologie’, zegt Danhof. Hij zal zich na zijn afscheid dan ook blijven bezighouden met de nieuwste ontwikkelingen: op maat gemaakte therapieën. ‘Ik wil me er ook voor inzetten dat personalised medicines niet iets blijft voor de happy few, maar dat de hele wereldbevolking ervan profiteert.’ Een internationale conferentie die hij in mei organiseert heeft dan ook als ondertitel: Future Medicines for One World.
Liever farmacoloog
‘Ga maar farmacie studeren, dan kun je apotheker worden’, zeiden zijn ouders toen hij met goede cijfers voor de exacte vakken de middelbare school afrondde - en dat deed hij. Maar eigenlijk werd hij liever farmacoloog, want hij was nieuwsgierig naar hoe medicijnen zich in het lichaam gedragen. Toen er in Leiden een apotheker werd gevraagd voor een promotieonderzoek, greep hij de kans om het onderzoek in te gaan.
Modellen
Farmacologen ontwikkelden in die tijd wiskundige modellen die beschrijven hoe geneesmiddelen in het lichaam worden opgenomen, verspreid, afgebroken en uitgescheiden: de farmacokinetiek. Daarnaast waren ze geïnteresseerd in de vraag hoe middelen werken en stelden ze modellen op die de relatie tussen concentratie en werking beschrijven: de farmacodynamiek. Danhof, die na zijn promotie een tijdlang in Buffalo (New York, VS) werkte, knoopte de twee benaderingen aan elkaar tot farmacokinetisch-farmacodynamische modellen (PKPD-modellen) die weergeven hoe de werking van een medicijn verloopt in de tijd.
Slaapmiddelen
‘Veel farmacologen stonden daar sceptisch tegenover’, vertelt hij. Maar terug in Leiden ging hij verder aan het net opgerichte Centrum voor Bio-Farmaceutsche Wetenschappen, de voorloper van het Leiden Academic Centre of Drug Research. ‘Samen met Donald Stanski (Stanford University, Californië) slaagden wij erin om in vrij bewegende proefdieren het beloop van de concentratie en het effect van een stof te bepalen. Met die gegevens ontwikkelden we een PKPD-model dat het effect van een nieuw slaapmiddel kon voorspellen. Toen ik dat in 1990 op een internationaal congres presenteerde, sloeg het in als een bom.’ Tegenwoordig worden PKPD-modellen routinematig gebruikt bij de ontwikkeling van geneesmiddelen.
Precisiewerk
Naarmate duidelijker werd hoe geneesmiddelen werken, verschoven farmacologen hun aandacht: waar ze vroeger symptomen bestreden, proberen ze nu in te grijpen in ziekteprocessen. Dat vereist voor elke patiënt een aparte benadering. Danhof: ‘Achter een hoge bloeddruk kunnen verschillende aandoeningen schuilen die elk een eigen aanpak vereisen. Bovendien verschillen mensen in hoe ze op medicijnen reageren, en dat verandert ook nog eens als ze ouder worden of als een ziekte voortschrijdt. Dat vraagt om precisiebehandelingen, en om die te ontwikkelen moeten farmacologen de PKPD-modellen verder uitbreiden.’ Daar blijft hij graag bij betrokken.